Nico Verhoeven zet schouders onder de ‘grootste crossploeg buiten België’
Interview De 63-jarige Nico Verhoeven heeft zijn terugkeer in de wielersport gemaakt bij het Duitse crossteam Heizomat Radteam p/b Herrmann. Dat is misschien niet de grootste naam in het wereldje, maar wel eentje met die met grote passie naar de veldritsport kijkt. Hoe de voormalige sportief manager van Visma | Lease a Bike daar terecht is gekomen en wat we van de ploeg mogen verwachten, vroegen we Verhoeven zelf.
Verhoeven zag aan het einde van 2019 zijn wegen met het toenmalige Jumbo-Visma scheiden, volgens het persbericht van de ploeg omdat zijn kwaliteiten minder tot hun recht kwamen in het veranderende profiel van de ploeg. Zijn compagnon Merijn Zeeman nam over en de rest is geschiedenis. Verhoeven, betrokken bij de ploeg sinds Rabobank sponsor was in de jaren 90, sloot zich daarna niet meer aan bij een grote ploeg.
“En dat zal ook niet meer gebeuren”, lacht Verhoeven. “In principe ben ik gewoon gepensioneerd. Voor mij hoeft het allemaal niet meer. Ik heb geen baan, dus heb ik veel tijd. Het is iets helemaal anders als het leiden van een grote WorldTour-ploeg, maar geloof me: deze ploeg is heel gestructureerd. Ik heb in het verleden al contact gehad met Stefan Hermann, de eigenaar van de ploeg. Hij is al een paar keer naar mij teruggeschakeld, maar omdat mijn dochter Suzanne na de Sluitingsprijs in Oostmalle in februari zelf gestopt is, heb ik nu wat meer tijd. Het was te doen voor mij om hen vooral bij te staan in de Belgische crossen.”
Wanneer je hem op de crossen bezig ziet, lijkt Verhoeven daar vooral veel plezier in te hebben. “Ik ondersteun de ploeg als manusje-van-alles. Ik sta in de materiaalpost en kan werken met jonge renners. Dat is allemaal heel leuk. Het is een leuke uitdaging om aan te gaan en de ploeg is gewoon heel professioneel. Je moet eens kijken naar het wagenpark dat ze bij zich hebben, dat is voor een ploeg van dit kaliber niet normaal.”
Professionaliteit
En inderdaad: als een van de weinige ploegen reisde Heizomat Radteam p/b Herrmann met een grote ploegbus af naar de Wereldbeker in Antwerpen. Hoe komt zo’n kleine ploeg aan zo veel geld? “Eigenaar Stefan heeft een groot bouwbedrijf in Duitsland. Hij is gewoon een liefhebber en wil het allemaal voor honderd procent geregeld hebben. Zijn twee zonen koersen ook; eentje in het veld, de andere rijdt bij de Lotto Kern-Haus PSD Bank-ploeg die met INEOS Grenadiers gaat samenwerken. Hij investeert veel in de ploeg: nu sponsor Klosterkitchen is afgehaakt, heeft hij met zijn eigen bedrijf het gat opgevuld.”
Alleen, dat geldpotje is niet bodemloos. Er zal wel gescoord moeten worden. “Toen we drie jaar geleden voor het eerst contact hadden, was zijn droom om het Duitse veldrijden te upgraden. Alleen, behalve de drie UCI-crossen in september heb je daar helemaal niets meer. Ook bij de jeugd speelt er niet meer zo veel. Wat hij wilde bereiken, is dus niet gelukt. Vorig seizoen is hij overgeschakeld op de Zwitsers, zoals Loris Rouiller (ex-Europees kampioen bij de junioren, red.) die al vijf crossen in Zwitserland en Frankrijk heeft gewonnen.”
Maar daar wordt natuurlijk weinig aandacht aan besteed. Het aantrekken van de Nederlanders Mees Hendrikx en Jamie de Beer moet de eerste stap zijn om ook in onze contreien te scoren. “Als je de ploeg echt op de kaart wil zetten, moet je elke week naar België komen en hier alle wedstrijden rijden. Met Mees ben je iets meer zichtbaar. En Jamie zit nog maar vier weken bij de ploeg, maar ze heeft met haar comeback na een tienjarige onderbreking een mooi verhaal en potentieel, waardoor we voor het eerst wat aandacht kregen.”
Belgische renners
Moeten er dan nog meer renners uit onze contreien in de ploeg komen? Dat lijkt dan wel tegen de oorspronkelijke visie van de ploeg in te gaan. “Als je nog een extra stap wil zetten, dan zal er iets vanuit België moeten komen. Als er een sponsor is die zegt: dat is een interessant project, dan kun je er een paar Nederlanders of een Belg bij zetten. En de Zwitsers en Duitsers kunnen zich daar aan optrekken.”
“Het is al een goed gestructureerd team, je moet niet alles vanaf de grond opbouwen. Alleen, we zijn wel een profteam qua opzet, maar het budget is beperkt en niet iedereen heeft een profcontract”, vertelt Verhoeven. “Als je ziet hoeveel mensen er op de crossen staan in België, dan moet je vaststellen dat het geld er wel is. Toch blijft het voor de ploegen lastig om je goed te structureren en geldschieters te vinden die een paar ton willen investeren. Zelfs in Nederland is er geen budget voor een team. We zijn momenteel al het grootste team buiten België dat toch vol investeert in het veldrijden en willen blijven grenzen verleggen.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.