Niki Terpstra: “Er is nog altijd geen ideale fiets voor Parijs-Roubaix”
foto: Raymond Kerckhoffs
Raymond Kerckhoffs
vrijdag 1 oktober 2021 om 08:00

Niki Terpstra: “Er is nog altijd geen ideale fiets voor Parijs-Roubaix”

Ride Niki Terpstra begint zondag aan zijn twaalfde Parijs-Roubaix. In 2014 wist de Noord-Hollander de ‘Hel van het Noorden’ te winnen, terwijl hij in 2013 en 2018 met een derde plek eveneens op het podium stond. Door een coronabesmetting kwam zijn voorbereiding op de kasseienklassieker in het geding. Liefst tien dagen voelde hij zich fysiek afgemat, moest hij het EK in Trento missen. De laatste 2,5 week heeft hij echter alweer ‘diep’ kunnen trainen.

In het najaarsnummer van RIDE magazine staat een groot interview met Terpstra. Hierin vertelt hij over zijn passie voor de fiets. De gang van de kelder heeft hij ingericht als een mini-museum, waar naast de trofeeën van zijn zeges in Parijs-Roubaix en de Ronde van Vlaanderen ook de originele fietsen staan waar hij op die gloriedagen in april zijn grootste successen mee behaalde.

In het interview vertelt hij over de kenmerken die de racefiets, de aerodynamische tijdritfiets, de mountainbike, gravelbike, baanfiets, Parijs-Roubaix-model en beachracer voor hem moeten hebben. Hij laat zijn ‘fietshok met werkplaats’ zien. Al staan zijn zijn fietsen in het hele huis te vinden.

“De liefde voor de fiets? Van jongs af aan koester ik die al”, steekt Terpstra zijn verhaal af. “Ik ben bij de jeugd begonnen op een racefiets. De winterstop was altijd erg lang. Als je in Nederland woont, dan is het vrij saai om van november tot februari de grijze polder in te duiken. Dan ga ik liever de bossen en duinen in of de baan in Alkmaar op. Weg, baan en mountainbike heb ik altijd een beetje gemixed. Dat is de basis voor mijn liefde en dan heb je meteen ook al een aantal verschillende modellen in huis. Er zijn winters geweest dat ik mijn wegfiets tot aan het eerste trainingskamp in Spanje niet heb aangeraakt.

De interesse voor het materiaal heeft Niki Terpstra van zijn pa geërfd. Vader Douwe Terpstra heeft een garage en is technisch aangelegd. “Mijn vader heeft vroeger ook geraced met de kart. Van hem heb ik meegekregen dat het materiaal in orde moet zijn. Niets is frustrerender dan verliezen omdat het materiaal niet goed is. Met die levenslessen ben ik opgegroeid. Ik sleutelde als kind al aan mijn fiets. Ik heb er ook gevoel bij.”

Op de middelbare school moest Terpstra een stageplek uitzoeken. Hij koos voor de fietswinkel van Piet de Wit in Wormer. “Daar heb ik veel geleerd. Sindsdien ben ik in staat om zelf mijn eigen fiets op te bouwen. Als profwielrenner is dat niet essentieel, want daar zijn mecaniciens voor. Maar als er iets mis is met de fiets, kan ik het wel zelf oplossen. En ik kan ook tot in het detail aangeven wat er mis is. Materiaal is een deel van je prestatie. Als dat niet in orde is, dan sta je direct 1-0 achter. Daarom ben ik altijd gefocust dat de fiets tiptop in orde is.”

Veringsysteem
Over zijn Parijs-Roubaix-fiets zegt hij: “Toen ik in 2019 voor het eerst bij Team TotalEnergies kwam, ben ik hun Italiaanse fietsenfabrikant Wilier gaan bezoeken. Een van de eerste zaken die ik bij Wilier heb aangegeven is dat hun oude Parijs-Roubaix fiets met een veringsysteem eigenlijk ietwat te toeristisch was. Hij was gewoon niet snel genoeg. Daarmee wil ik zeggen dat je de kracht op de pedalen eigenlijk zoveel mogelijk wilt omzetten in snelheid.”

“We hebben toen besloten om op de normale racefiets te rijden, alleen pasten daar geen dikke banden in. Voor een paar renners hebben ze de fiets een centimeter aan de achterkant verlengd, zodat banden van 28-30 mm erin pasten. Al valt het tegenwoordig op dat de banden op de gewone racefiets ook al een stuk breder zijn geworden. Tien jaar geleden reed iedereen op 23 mm, terwijl nu iedereen 26 mm heeft. In Parijs-Roubaix rijd ik het liefst op 30 mm. Dit jaar rij ik Parijs-Roubaix op mijn normale racefiets, want door de komst van de schijfremmen passen die 30 mm tubes hier ook in.”

Niki Terpstra winnaar van de Hel in 2014. Foto: Cor Vos

“Voor de Hel van het Noorden moet de fiets een balans hebben tussen comfort en performance. Vergeet niet dat je ook 200 kilometer over het asfalt rijdt. Gewicht en aerodynamica spelen natuurlijk ook een rol, omdat het een vlakke wedstrijd is waar de wind vaak vrij spel heeft. Zo won Mathew Hayman de Hel in 2016 op een aerofiets.”

“Ik ben in Parijs-Roubaix niet meteen een voorstander van vering. Nadeel van vering is dat je kracht verliest. Tegenwoordig kun je dit met lockouts, zodat je de vering kunt vastzetten, opvangen. Zo heeft Specialized nu het Future Shock systeem, waardoor je de vering kunt vastzetten en er een betere demper in zit.”

“Ik heb dat systeem in het verleden al eens getest, maar destijds was het nog niet helemaal ontwikkeld. Na al die jaren is voor Parijs-Roubaix nog altijd niet de ideale fiets gevonden. Ik denk dat dit ook nog even op zich laat wachten. Als de technologie zich verder ontwikkelt, dan zou het mij niet verbazen dat er een vol geveerde fiets voor Roubaix op de markt komt.”

Het najaarsnummer van RIDE magazine met als thema ‘Slecht Wegdek’ is via deze link te bestellen. 

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.