Niki Terpstra noemt de ploegentijdrit die Quick-Step Floors het goud bezorgde bijna perfect. Het is voor Terpstra de vierde wereldtitel in zijn carrière op dit onderdeel. “Ongelooflijk dat je zo hard met de fiets kunt rijden. Echt gaaf!”, zegt de Nederlander na afloop bij de NOS.

De gemiddelde snelheid van Quick-Step Floors lag op ruim 55 kilometer per uur en in de afdaling tikten de renners de 100 km/h aan, of gingen zij er zelfs overheen. “We zijn niet harder gegaan dan op training. We gingen niet ongelooflijk hard, maar eigenlijk hebben we het de hele tijd goed verdeeld. Dat was het plan”, vertelt Terpstra, die weet waar ze hun slag sloegen. “De laatste tien kilometer door de stad zijn we niet onder de zestig geweest en daar hebben we onze winst gepakt.”

Balans zoeken
“We hebben zo goed samengewerkt en voorbereid. Om dit met het team te doen, is zo cool. Het liep mooi en dan gaat het zo hard”, aldus Terpstra, die tot de finish in Innsbruck zijn aandeel had in de zegetocht. “Het was constant de balans zoeken tussen herstellen en op kop komen. De tussentijden deden ons goed. We zijn niet harder gegaan dan bij trainingen, maar dit is ongelooflijk. Het gaat nooit perfect, maar dit kwam redelijk in de buurt.”

“Dit is het mooiste afscheid dat ik kan dromen”, blikt Terpstra terug op acht jaar Quick-Step Floors. Komend seizoen trekt de klassiekerspecialist het tenue van Direct Energie aan. “Dat ik recordhouder ben is helemaal kicken natuurlijk.”