Mathieu van der Poel gaat deze week beginnen aan zijn route naar de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. In het mountainbiken welteverstaan. Sven Nys heeft geloof in de jonge Nederlander. “Mathieu is een klasbak”, aldus Nys tegen Sporza.

Een must have voor alle wielerfans! Met de Black Friday deal van RIDE Magazine haal je het ideale cadeautje voor de feestdagen in huis. Voor slechts € 13,95 ontvang je de najaars- en de winter-editie in jouw brievenbus. Dat betekent meer dan 300 pagina’s aan schitterende wielerverhalen. Wacht niet te lang, want OP=OP. Bestel nu jouw magazines en verzeker je van uren leesplezier.

Plaatsing is niet makkelijk
“Als hij er wil voor gaan, zal hij daarin slagen”, zegt Nys, die afgelopen week afscheid nam van het veldrijden. Inmiddels is hij 39 jaar, Van der Poel is pas 21 geworden. De jongste Van der Poel-telg droomt van de Spelen in Rio en volgens Nys is dat mogelijk. “Hij heeft twee voordelen: hij heeft maar een half seizoen in het veld gereden en heeft dus nog veel reserve én hij is technisch heel vaardig, maar het zal niet makkelijk zijn.”

Nys heeft zelf aan twee Olympische Spelen meegedaan in het mountainbiken. In Peking (2008) werd hij negende, in Londen (2012) kon hij de race niet uitrijden. Volgens de Vlaming kan de olympische droom invloed hebben op het komende crossseizoen. “Het zal veel inspanningen vergen en dat zal effect hebben op zijn volgende winter. Als hij naar Rio gaat, kan hij het dan volhouden tot eind februari?”, vraagt Nys zich af.

Geen tussendoortje
“Hij mag het zeker niet als een tussendoortje beschouwen”, waarschuwt Nys. “Er zijn 150 heel gemotiveerde renners die naar de Spelen willen. Dat is een gevecht dat je moet aangaan.”

Wat bij het veldrijden in het voordeel van Van der Poel is, kan op de mountainbike tegenvallen, weet Nys. “In de cross is hij misschien de meest technische, maar in het mountainbiken zal hij dat niet zijn”, zegt de ervaringsdeskundige. “Er lopen enkele heel straffe gasten rond, die dingen doen waarvan ik zeg: daar waag ik mijn leven niet aan.”