Parijs 2024: Voorbeschouwing wegwedstrijd vrouwen – Strijd der Lage Landen?
foto: Cor Vos
zondag 4 augustus 2024 om 12:00

Parijs 2024: Voorbeschouwing wegwedstrijd vrouwen – Strijd der Lage Landen?

Gespannen koppies zijn voor de start van een groot kampioenschap doorgaans duidelijk zichtbaar. Niet te zien? Zenuwen die als hogesnelheidstreinen door lichamen gieren. Geldt voor de rensters zelf, maar ook voor fans en volgers. Uiteindelijk zit er voor alle deelneemsters maar een ding op: inklikken en maar zien waar het schip strandt. In en om Parijs gaat een groter olympisch vrouwenpeloton dan ooit op jacht naar eremetaal. Weet de ijzersterke Nederlandse ploeg na het debacle van Tokio orde op zaken te stellen of zorgt wereldkampioene Lotte Kopecky voor het eerste vrouwelijke Belgische wielergoud? Het kan allemaal, maar de concurrentie is ook niet gering. Bij WielerFlits kunnen we alvast niet wachten: we kijken vooruit!

Historie


Laatste editie

EENDAG

Parcours

De tijdrit was al een heen-en-weertje, voor de wegrit geldt exact hetzelfde. Nu gaat het niet naar het Bois de Vincennes voor een rondje, maar naar Versailles en daar voorbij, om het af te leren met twee circuitjes met de helling naar de Sacré-Cœur als hoogtepunt. Dat dat echter niet het punt hoeft te zijn waarop de wedstrijd in een plooi valt, weten we na Anna Kiesenhofer maar al te goed.

De Kiesenhofers van dit jaar mogen hun duivels ontbinden op de Rue Gay-Lussac. Daar vindt na iets meer dan vijf kilometer neutralisatie de officiële start plaats. Vanaf die plek is het iets meer dan tien kilometer fietsen voor de eerste helling van de dag. De Côte des Gardes (2,3 km à 5,4%) brengt de rensters via het Forêt Domaniale de Meudon naar Versailles, waar we ongetwijfeld een blik kunnen werpen op de plaatselijke pracht en praal.

Na de passage langs het aquaduct van Buc (waar het ook niet vlak is), beginnen de rensters aan een omloop van iets meer dan vijftig kilometer, waarin diverse interessante plekken worden aangedaan. In de 17e eeuw had de katholieke kerk bijvoorbeeld grote problemen met de voormalige cisterciënzerabdij Port-Royal, het epicentrum van de hervormingsbeweging die we kennen als het Jansenisme. Voor het peloton is de naar het klooster vernoemde Côte een obstakel (1 km à 5,2%).

Na goed vijftig kilometer is de klim naar Les Essarts-le-Roi (1,4 km à 3,1%) de volgende hindernis. Tien kilometer later wordt deze gevolgd door de Côte Cernay-la-Ville (1 km 4,3%), met een klein hupsje tussendoor. Nadat de rensters langs het Château de Coubertin zijn getrokken (inderdaad, het familiedomein van de vader van de moderne Olympische Spelen), sluiten de Côte de Saint-Rémy-lès-Chevreuse (1,4 km à 5,6%) en de Côte de Châteaufort (0,9 km à 5,4%) het eerste circuit af.

Parijs wordt bereikt na de beklimmingen van de Côte d’Aqueduct de Buc (1,4 km à 3,5%) en de Côte du Pavé des Gardes (1,2 km à 6,3%). Deze beklimmingen zijn de rensters al eens afgedaald, dus ze zullen in ieder geval weten waar op het parcours ze zitten. En anders weten ze dat wel als ze bij het Louvre komen. Eerste passage langs de vermaarde piramides betekent dat het nog een kilometer of vijftig fietsen is, waarin het vermoedelijk gaat gebeuren.

Rechtsaf bij Moulin Rouge, 1 kilometer, gemiddeld 5,9 %, maximaal 8,6%, 61 hoogtemeters en kasseien: dat is wat we noteren over de Côte de la Butte de Montmartre, de verwachte scherprechter van het parcours. De klim door de kunstenaarsbiotoop Montmartre verloopt via de Rue Lepic, langs het voormalige woonhuis van de broers Van Gogh en de molen van Blute-Fin. Via de erg smalle Rue Norvins komen de rensters uiteindelijk uit bij de Place du Tertre, het bekende plein met alle kunstenaars, hosselaars, zakkenrollers en sjacheraars. Bij de witte basiliek mogen de rensters gaan dalen. In die afdaling zit trouwens nog een behoorlijke tricky bocht, maar uiteindelijk brengt het de rensters richting de twee kleinere klimmetjes op het circuit.

Ze worden niet genoemd op het routekaartje, het kan echter toch handig zijn de statistieken van de Boulevard Séruier (1,8 km à 3,5%) en de Rue de Belleville (1,4 km à 3,7%) even te benoemen. Het zijn geen aartsmoeilijke beklimmingen, het laat wel zien dat er meer is dan de klim van Montmartre. Al is die helling natuurlijk wel de mooiste gelegenheid om nog een verschil te maken. Uiteindelijk gaat het na een derde Montmartre-klim richting start/finish. Dit doen de rensters door de laatste drie kilometer langs de Seine te trekken, om bij de Eiffeltoren rechtsaf te slaan. Dit befaamde bouwwerk zal op de finishfoto komen te staan, want de streep ligt voor het Trocadéro.


Zondag 4 augustus: Parijs (Trocadéro) – Parijs (Trocadéro) (158 km)
Start: 14.00 uur
Finish: tussen 18.00 en 18.30 uur


Favorieten

Parijs is een plaats die veel heeft betekend voor het vrouwenwielrennen. In 1984 werd er aan het einde van de eerste vrouwentour voor het eerst gesprint op de Champs-Élysées, waar Connie Meijer de eerste vrouw werd die wist te winnen. Uiteindelijk taaide de ASO na nog geen decennium al af, maar na de publiekscampagne Le Tour Entier waren vrouwen weer welkom in de Tour. In 2014 was dat voor het eerst een dagje. Deze petitie werd geïnitieerd door Emma Pooley, Chrissie Wellington, Kathryn Bertine en Marianne Vos. Laatstgenoemde wist op 27 juli 2014 die allereerste editie van La Course te winnen. Het bleek een van de opmaten naar de terugkeer van de Tour voor vrouwen, die dit jaar alweer toe is aan haar derde editie in het moderne tijdperk.

Dit jaar geen Parijs in de Tour, maar wel dus in de altijd intrigerende wegwedstrijd. Een wegwedstrijd die Vos in het verleden al heeft weten te winnen. Kan ze de eerste in de geschiedenis worden die de wegrit twee keer weet te winnen? Ja! Want ondanks dat Vos het nodige heeft meegemaakt, heeft ze vooral nog heel veel meer gewonnen. En in 2024 is Vos misschien wel beter dan ooit.

Tien jaar (en een paar dagen) na die iconische zege in La Course, twaalf jaar na haar triomf voor Buckingham Palace en dik achttien jaar na haar eerste elite-overwinningen op de weg kan ze dus nog altijd mee met het sterk groeiende niveau. Als ze het op haar heupen heeft, is ze ze nog altijd in staat om rijles te geven. Nee, zo superdominant als toen ze in Londen de wegrit domineerde is ze niet meer, maar laten we wel wezen: het is een gigantische prestatie dat La Vos er überhaupt nog bij kan zijn. Dat ze zich, na best wel wat tegenslag, zich alsnog in de sterkste selectie heeft weten te rijden zegt genoeg.

Lukt het Vos twaalf jaar later weer? – foto: Cor Vos

Of ze het ook daadwerkelijk af kan maken, hangt natuurlijk af van hoe de wedstrijd verloopt. En van de tactiek van de Nederlandse ploeg. Wat zal haar opdracht zijn, tijdens haar vijfde (!) olympische wegrit? Zien dat ze Kopecky volgt op de klim naar de Sacré-Cœur en klop haar maar in de sprint? Dat is dit jaar al eens een productieve tactiek gebleken (Omloop Het Nieuwsblad), al heeft de regerend wereldkampioene haar in Parijs-Roubaix ook al verslagen. In een sprint-à-deux zou je Vos normaliter toch wel het voordeel geven, maar of je daar nu per definitie op moet gokken?

De grootste sprinttroef is immers Lorena Wiebes. Ook voor haar is Parijs een stad met de nodige betekenis. Acht jaar na die eerste La Course veroverde zij op de Champs-Élysées tijdens de terugkeer van de Tour namelijk de eerste gele trui. Het waren vertederende beelden direct na de finish. Dat gunnen we de familie Wiebes ook dit jaar zeker. Zeker is: als ze geen pech heeft dat er iemand voor haar valt (wat natuurlijk altijd kan gebeuren) is ze eigenlijk onklopbaar. Wie met haar naar de meet gaat verliest, tenzij ze daar zelf voor zorgt. Maar Wiebes kennende zal ze zo’n fout als tijdens de Amstel Gold Race in Parijs niet gaan maken. Daarvoor zit de wegwedstrijd al te lang in haar hoofd.

Wie van de drie? – foto: Cor Vos

Dat je in een ploeg met de beste renster aller tijden en grootheden als Ellen van Dijk en Demi Vollering zit, en dat je dan toch nog als kopvrouw wordt aangeduid, zegt alles over Wiebes. Het parcours in Parijs moet haar, met haar verbeterde capaciteiten in het nobele hellingrijden en het feit dat ze niets moet inboeten op haar sprint, geweldig liggen. Kopecky volgen op de kasseienkletser naar de beroemde kerk? In de vorm van haar leven zien we het Wiebes nog doen ook. Een goede negen kilometer verderop kan er dan een kroon op een carrière.

Het klinkt zo lekker simpel. Volg alles en iedereen, laat de knechten de kastanjes uit het vuur halen, sprint iedereen op lichtjaren achterstand op de Pont d’Iéna en je mag naar de top van de Olympus. Zo werkt het echter niet. Wordt het überhaupt wel een sprint? Want het kan ook zomaar Demi Vollering worden die er met de overwinning vandoor gaat. Aan haar zal het vermoedelijk zijn om, als Ellen van Dijk heeft afgezwaaid, gaten dicht te rijden. De waakhond kan dan echter ook zomaar in een jachthond veranderen. Als ze in een gunstige situatie komt (wat wil zeggen: als ze alleen of in een groepje wegrijdt met rensters die ze kan hebben), zal ze de benen beslist niet stil hoeven te houden.

In de sterkte schuilt echter ook direct het gevaar voor de Nederlandse ploeg. Met drie van de vier vrouwen die zomaar kunnen winnen zullen er duidelijke keuzes moeten worden gemaakt. En dat is nog weleens een puntje, zo leert het verleden ons. Als het niet wordt afgemaakt betekent het bijkans nogmaals pek en veren voor de KNWU-selectie en keuzemeester Loes Gunnewijk. En niet onterecht, want van deze Nederlandse ploeg mag wat worden verwacht. Soms zijn er onvoorziene omstandigheden waardoor er dingen mislopen en soms is er gewoon iemand beter, kan ook, maar dat is het dan wat excuses betreft. Tot de wegrit daadwerkelijk met goud wordt afgesloten, zal de druk immens zijn.

Gaat er iets boven het winnen van Parijs-Roubaix? De olympische wegwedstrijd misschien – foto: Cor Vos

Wat dat betreft is het bij België vooraf allemaal een stuk duidelijker. Justine Ghekiere, Julie Van De Velde en Margot Vanpachtenbeke weten waar ze aan toe zijn: de hele dag zullen de belangen van Lotte Kopecky worden gediend. Lekke band voor de kopvrouw? Wachten en haar opnieuw op weg helpen. Kopvrouw in de verdrukking? Zorg maar dat het wordt dichtgereden. Hoe langer de West-Vlaamse rensters Kopecky kunnen helpen, des te beter het is. Want Kopecky benadert op sommige dagen dan wel de perfectie, ze kan ook niet alles.

Kopecky moest tijdens een krankzinnig spannende editie van de Giro Donne nipt het hoofd buigen voor Elisa Longo Borghini, podiumklant de voorbije twee edities. Brons aan de Copacabana, brons op de Fuji Speedway. Brons in Parijs? Zou kunnen, want ELB behoort nog altijd tot de toprensters. Sterker nog: dit jaar is ze beter dan ooit, dus waarom eigenlijk niet mikken op goud? Maar ook bij Italië zien we drie mogelijke afmakers met ook Elisa Balsamo en Silvia Persico nog van de partij. Persico is echter het hele jaar nog niet top en Balsamo is sinds de vreselijke valpartij in Burgos ook wat op de sukkel.

De Giro moest Balsamo nog voortijdig verlaten omdat ze kampte met een ontsteking aan de amandelen. Is de wereldkampioene van Leuven hiervan hersteld? Doorgaans is Balsamo iemand die snel weer een behoorlijke vorm te pakken heeft, en laten we niet vergeten dat ze als een van de weinigen in staat is om Wiebes te kloppen in een sprint. Ondanks dat er rekening met haar zal worden gehouden is ze een groot vraagteken, wat haar wellicht vooraf nog wel gevaarlijker maakt. Misschien moeten we haar meer zien als een stok achter de deur? Kort door de bocht: stel dat een aanval van ELB of Persico op niets uitdraait, kan er misschien nog met Balsamo naar een medaille worden gesprint. De Italiaanse selectie kan in ieder geval altijd iets extra’s op kampioenschappen, dus dat belooft voor wat betreft de spektakelwaarde.

Na het roze nu het goud voor Elisa Longo Borghini? – foto: Cor Vos

Nog een land met drie mogelijke kopvrouwen? Groot-Brittannië. Van baanrenster Anna Morris wordt niet zozeer wat verwacht, dit geldt wel voor zilveren medaillewinnares Anna Henderson, Pfeiffer Georgi en Lizzie Deignan. Drie rensters die in de finale zomaar kunnen toeslaan, al heeft Georgi op basis van het voorbije seizoen de grootste medaillekansen. Deignan stond er afgelopen jaar echter ook ‘ineens’ weer op het WK in Glasgow, met haar zou het dubbeltje zomaar weer de goede kant op kunnen vallen.

Enkel Leontien van Moorsel is erin geslaagd om de olympische dubbel te verwezenlijken. Grace Brown heeft na de indrukwekkende manier waarop ze de tijdrit won een kans om te doen wat Tinus ooit deed. En Brown is nu bij uitstek zo’n renster die dat zou kunnen. Iedereen weet dat je haar geen meter voorsprong moet geven, maar ze hoeft niet per se een koers solo af te maken, want ze kan na een zware koers behoorlijk rap aankomen. Dat bewees ze onder meer in Luik-Bastenaken-Luik, waar ze het op fenomenale wijze afmaakte.

“Doe mij er nog maar eentje”, was getekend, Grace Brown waarschijnlijk – foto: Cor Vos

Kim Le Court, de revelatie van het wielerjaar, durven we dan wel weer een sterretje te geven. De overstap van de terreinfiets naar de wegfiets verteert de Mauritiaanse bijzonder soepel. Sterker nog, ze verbaast keer op keer en na bijna elke nieuwe ervaring luidt de conclusie: tjonge, dat kan ze dus ook. Een eerste grote overwinning leek een kwestie van tijd en tijdens de slotrit van de Giro maakte ze het glorieus ad voor. Daarnaast haalde ze de hele week een hoog niveau (op een dag na waarop ze werd gaar gekookt) en liet ze zien dat ze zeer goed kan anticiperen. Daar kun je in Parijs ook een eind mee komen, al zullen collega’s intussen toch wel weten dat ze haar niet al te veel ruimte moeten geven. Enige nadeel voor haar: ze moet het helemaal in haar eentje zien te rooien.

Kristen Faulkner en Chloé Dygert vormen op papier een gevaarlijk Amerikaans duo. Nadeel voor deze twee: ze hebben later deze Olympische Spelen nog een afspraak staan op de wielerbaan. Met de achtervolgingsploeg worden beide rensters in staat geacht om mee te kunnen doen om de medailles. Kunnen ze dat in de wegrit ook? Dygert zag er na de tijdrit allesbehalve okselfris uit. Ze werd na de finish behandeld en ze werd door twee begeleiders de mixed zone uitgedragen. Dygert is een aparte, maar dat belooft toch niet veel goeds.

Faulkner dan maar? Ze is typisch zo’n renster die — als ze het op haar heupen heeft — zomaar overal tussendoor kan fietsen. En als de tempobeul uit Alaska eenmaal vertrokken is… Ze geeft echter aan dat ze de prioriteit geeft aan de ploegenachtervolging, de reden waarom ze er überhaupt bij kan zijn. Ze zal het ongetwijfeld proberen, maar of ze ook alles, alles gaat geven?

Kan Le Court opnieuw geschiedenis schrijven? – foto: Cor Vos

Zeg je kampioenschappen, dan zeg je vrijwel automatisch ook Katarzyna Niewiadoma. Het cliché luidt: altijd is ze erbij op grote kampioenschappen, maar nooit is ze de winnares. Een beetje à la Grace Brown; wie weet haalt de Poolse puncheur daar het benodigde vertrouwen uit. En dat ze op belangrijke momenten kan winnen, weten we weer sinds de Waalse Pijl en het WK Gravel van 2023. Daarom geven we haar de voorkeur boven een heel reeks andere sterke vrouwen, al kunnen die ook zomaar winnen — precies: de verdeling der sterren zegt weer eens lang niet alles.

Zoals bijvoorbeeld Liane Lippert en Cecilie Uttrup Ludwig. Namen die je voor een gemiddeld kampioenschap altijd op een bierviltje kunt schrijven. Rensters die er in de Giro d’Italia na behoorlijke tegenslag ook weer doorheen kwamen. Lippert won zelfs de zesde etappe en de Deense mocht tot de Blockhaus dromen van een goed klassement. Desondanks zijn ze niet meer dan outsiders. Kansrijke outsiders, maar toch, ze moeten het meestal afleggen in de strijd om goud. Geldt eveneens voor snelle vrouwen als de Hongaarse Blanka Vas en de Cubaanse Arlenis Sierra. Uitstekende rensters met op een goede dag mogelijke medaillekansen, winnen is echter iets anders.

Andere rensters om rekening mee te houden? Denk aan Juliette Labous (kwam in de tijdrit nipt tekort voor een medaille, misschien geeft het thuispubliek haar vleugels?), Victoire Berteau (in principe de beste Française op dit parcours), Ingvild Gåskjenn (na een geweldig voorseizoen de laatste periode toch iets minder), Élise Chabbey (ondanks een breuk in de voet), Alison Jackson (alles-of-niets-renster pur sang) en Christina Schweinberger, landgenote van titelverdedigster Anna Kiesenhofer.

Oké,  het was ‘slechts’ het WK Gravel, maar Niewiadoma weet wel hoe je een kampioenschap moet winnen – foto: Cor Vos


Favorieten volgens WielerFlits
**** Marianne Vos
*** Lotte Kopecky, Lorena Wiebes
** Elisa Longo Borghini, Grace Brown, Katarzyna Niewiadoma
* Demi Vollering, Pfeiffer Georgi, Elisa Balsamo, Kim Le Court

Website organisatie
Deelnemerslijst (CyclingFlash)


Weer en TV

Tijdens de tijdrit werd het de rensters bemoeilijkt door flinke regenval, daar lijkt tijdens de wegrit geen sprake van. Het wordt ’s middags een graadje of 27, maar in een stad als Parijs zal dat waarschijnlijk aanvoelen als een paar graden warmer. De betekenis van de wind (2 Beaufort uit het westnoordwesten) is te verwaarlozen.

De olympische wegwedstrijd is op alle openbare, Nederlandstalige zenders te zien. Eurosport 1 zendt de titelstrijd vanaf 13.45 uur live uit, online zijn is de wegrit in haar geheel te zien bij HBO Max en Discovery+. De NOS en Sporza zijn er vanaf 14.00 uur eveneens bij. Uiteraard kun je het verloop van de koers ook volgen en bespreken in het liveblog van WielerFlits. Bekijk alle tv-zenders en uitzendtijden in onze tv-gids Wielrennen op TV.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.