Peccioli eert met de Coppa Sabatini hun te vroeg overleden wielerheld in een attractieve heuvelkoers
We naderen het einde van het wielerseizoen 2024, maar eerst volgen er nog wat prachtige Italiaanse najaarskoersen! In de Coppa Sabatini wordt een lokale wielerheld geëerd. Hoe kan dat beter dan met een stevige dosis aan Italiaanse heuvels? Zo dachten de inwoners van Peccioli er ook over. Al ruim zeventig jaar koerst men ter nagedachtenis van Giuseppe Sabatini. WielerFlits duikt in de geschiedenis van de koers!
Voor we een blik werpen op de erelijst van de Coppa Sabatini, is het goed om eens stil te staan bij de naam van deze wedstrijd. Coppa Sabatini, Waar komt die naam toch vandaan? Voor een antwoord op deze vraag, moeten we terug naar het begin van de twintigste eeuw. Naar de man naar wie de koers is vernoemd. De in 1915 geboren Giuseppe Sabatini was de oudste in een gezin met liefst negen kinderen. De kleine Giuseppe was verzot op de fiets en al snel bleek dat hij enige aanleg had.
Sabatini wist zich bij de Toscaanse amateurs in de kijker te rijden en in 1936 kon hij zijn eerste profcontract ondertekenen. Sabatini kreeg een kans in de ploeg van Luigi Ganna, die in 1909 de eerste editie van de Giro d’Italia wist te winnen. Door de militaire dienstplicht kwam zijn profcarrière aanvankelijk niet echt van de grond, maar eind jaren dertig pakte hij de draad weer op en reed hij met Milaan-San Remo en de Giro della Toscana zijn eerste grote wielerkoersen. Ook stond hij in 1939 en 1940 aan de start van de Giro d’Italia.
Na de Tweede Wereldoorlog koerste Giuseppe Sabatini vervolgens nog een tijdje in het amateurcircuit, maar in 1947 besloot hij de fiets definitief op te bergen. In 1951, slechts vier jaar na het beëindigen van zijn wielercarrière, overleed Sabatini op slechts 36-jarige leeftijd aan een slepende ziekte. Ter nagedachtenis aan hun stadsgenoot, Sabatini kwam namelijk uit Peccioli, en zijn prestaties op de racefiets werd een jaar later de Coppa Sabatini in het leven geroepen. We zijn nu goed zeventig jaar verder en de Coppa Sabatini bestaat nog altijd.
Alberto Volpi was in 1952 de allereerste winnaar van de Italiaanse wedstrijd en Volpi kreeg in de daaropvolgende jaren enkele zeer mooie opvolgers. Italo Zilioli, Franco Bitossi, Michele Dancelli, Gösta Pettersson, Giovanni Battaglin, Francesco Moser, Gianbattista Baronchelli, Giuseppe Saronni, Moreno Argentin en Gianni Bugno… Deze renners prijken op de erelijst van de Coppa Sabatini. Net als Jean-François Bernard, Maurizio Fondriest, Franco Chioccioli, Claudio Chiappucci, Andrei Tchmil, Paolo Bettini, Jan Ullrich, Philippe Gilbert en Diego Ulissi.
Thuisland Italië prijkt ruim bovenaan in het landenklassement, maar dat kunnen we toch niet bestempelen als een verrassing. Al wist in de laatste zes edities geen Italiaan de winst te grijpen. In de eerdere edities ging er enkele keren een Belg met de hoofdprijs vandoor. Antoine Houbrechts zorgde in 1972 voor het eerste Belgische succes en in deze eeuw wonnen de genaturaliseerde Andrei Tchmil (2000) en Philippe Gilbert (2009) de Toscaanse wedstrijd.
Nederland wacht daarentegen nog altijd op een eerste overwinning. Michael Boogerd stond in 2004 wel eens op het eindpodium, maar dan wel op het laagste podiumtreetje. Maurits Lammertink, die door een zware valpartij in 2021 een punt moest zetten achter zijn carrière, deed in de editie van 2015 nog één plaatsje beter. Lammertink moest dat jaar alleen de Spanjaard Eduard Prades voor zich dulden.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.