Phinney roept wielerwereld op om na te denken over wattages
Taylor Phinney verruilt deze winter BMC voor Cannondale-Drapac. Dat had niet veel gescheeld, want de onfortuinlijke Amerikaan dacht in 2016 meermaals aan stoppen. “Ik realiseerde me alleen hoe veel geluk ik heb, dat dit mijn droom is”, vertelt hij aan Cyclingnews.
StoppenPhinney, die tijdens het Amerikaans kampioenschap 2014 snoeihard ten val kwam en daarna meer dan een jaar moest revalideren van een beenbreuk, haalt zijn probleem aan. “We staan op het punt in de sport, waar het alleen maar draait om watts, watts, watts, op hoogtestage gaan, boom, boom, boom. Maar waarom? Vertel me waarom? Niemand doet dat. Heel veel jongens gaan ten onder in het wielrennen, omdat ze in een drukkoker van nummers terechtkomen, die mensen compleet wegtrekken van het idee dat we slechts ‘gewoon’ op een fiets zitten. Kijk naar een jongen als Campbell Flakemore. Hij werd prof bij BMC, koerste een half jaar en stopte er toen mee.”
Verandering
Phinney vraagt zich daarom hardop af of het wel goed gaat met de wielrennerij. “Waar gaan we heen met deze wilde, analytische, op wattages gebaseerde sport die vijftien jaar geleden niet bestond? […] Het moet op een gegeven moment terug naar de zintuiglijke ervaring, anders zijn we straks robots. Als de trend zich doorzet, dan zijn we straks mensen die niets denken, die niets hoeven te verwerken. Dan lijken we op een hamster in zijn wiel, of een computerspel. Maar wielrennen is de meest prachtige zintuiglijke ervaring die je als mens kan hebben. Je vliegt, je zweeft, je bent magisch in balans op twee wielen, je gaat een berg op en af en kunt wel twaalf uur rijden. Dat is het hart en ziel van de wielersport, niet de nummers. Daar moet het altijd op uitdraaien. Op enig moment gaat dat de sport redden, want wielrennen heeft hulp nodig.”
Klassiekers en Tour
Het grote doel voor het voormalig wonderkind in 2016 is de gele trui in Düsseldorf. Phinney reed de Tour de France nog nooit, maar gaat vol voor de gele trui in de openingstijdrit. “Ik moet Rohan Dennis verslaan, maar ik denk dat ik dat kan. Ik weet dat ik alles kan. En met die wetenschap, moet ik dat alleen nog vertalen in winnen. Dat zou ik fantastisch vinden.” Maar eerst wachten de kasseienklassiekers. “Dat zijn echt de meest belachelijke avonturen die je kunt beleven. Parijs-Roubaix man, belachelijk. Het is geweldig! Ik heb nog nooit echt een rol in de grote klassiekers kunnen spelen. Het uitrijden van de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix waren dit jaar een hoogtepunt. […] Ik eindigde in de top-50 en dat vond ik geweldig, toen ik me bedacht dat ik twee jaar terug niet eens meer kon lopen”, vertelt de winnaar van Parijs-Roubaix U23 2009 én 2010.
Hoog verwachtingspatroon
Phinney werd als belofte een gouden toekomst voorspeld. De Amerikaan werd wereldkampioen tijdrijden bij de junioren en de beloften, won een rit in de Tour de l’Avenir, bracht Olympia’s Tour op zijn naam en won dus twee keer de Hel van het Noorden in zijn leeftijdscategorie. “Ik waardeer de verwachtingen en laat ze verder voor wat ze zijn. Mijn gehele carrière had ik torenhoge verwachtingen. Wat moest ik ook anders? Iedereen zei me immers dat ik de volgende Lance Armstrong was. Nu ga ik mijn eigen weg, met mijn eigen visie.”
Ben er na een plezierige avond een keer flink ziek van geweest, dat weer wel ja;-) Kon het fietsen die dag vergeten... Sorry, het ging over wattages...
Bidon vulden we soms met karnemelk en Teissiere limonade, wetenschap bestond nog niet.
Dan wat de watages betreft; eerst een periode erin doordraven en daarna mix tussen meten en voelen vinden.