Pistier Jules Hesters leeft zich uit in de klassiekers: “Op termijn profileren als lead-out voor een topsprinter”
Foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
vrijdag 8 maart 2024 om 08:19

Pistier Jules Hesters leeft zich uit in de klassiekers: “Op termijn profileren als lead-out voor een topsprinter”

Interview Jules Hesters timmert de laatste weken stevig aan de weg naar boven. De 25-jarige renner van Flanders-Baloise kan vooral zeer sterke adelbrieven voorleggen als pistier, maar beetje bij beetje verlegt hij zijn horizonten en zo werd hij afgelopen weekend plots twaalfde in de Grote Prijs Monseré. WielerFlits zocht hem op voor een babbel.

“Ik was al een tijdje op zoek naar de bevestiging van een goed resultaat”, doet Hesters zijn verhaal. “Ik heb deze winter serieuze stappen vooruit gezet. Normaal zou ik in Almeria een eerste keer dichtbij geweest zijn, maar jammer genoeg zijn we daar door pech met heel de ploeg in de laatste vijf kilometer uit de koers geslagen. De testen en alles wat ik deze winter gedaan heb, die liegen er niet om. Dit geeft het ook weer dat ik deze winter goed gewerkt heb. En ook Kuurne-Brussel-Kuurne, waar ik in de groep zat die voor de vierde plaats sprintte, geeft me moraal dat ik dit ook kan.”

We kennen je allemaal als pistier. In hoeverre heb je een specifieke wegvoorbereiding gehad?
“In oktober ben ik heel goed beginnen trainen. Toen ben ik op stage geweest om het pisteseizoen voor te bereiden, samen met Tuur Dens. Vanaf dan heb ik heel de winter op een superhoog niveau gereden. In elke wedstrijd van mijn winterseizoen heb ik op het podium gestaan. Pas op 10 januari ben ik aan mijn specifieke wegvoorbereiding begonnen. Veel later dus dan de meeste wegrenners, die waarschijnlijk al vanaf november in Spanje zaten. Doordat ik zo’n hoog niveau heb gehaald deze winter, pak ik dat ook mee naar de weg. Na de ploegstage heb ik ook een individuele stage gedaan, en aansluitend Spaanse en Franse openingskoersen. Dan voelde ik wel in Omloop en Kuurne dat ik grote stappen vooruit gezet heb.”

Kan je dan nog voldoende rust nemen? Als je het hele Vlaamse voorjaar wil afwerken, belooft het nog een lange lente voor jou te worden.
“Uiteindelijk, de crossers zijn ook het hele jaar bezig, met telkens een weekje rust. Ik probeer mijn rustperiodes juist op andere momenten in te lassen dan de meeste goede wegrenners. Zij pakken in oktober rust, ik in augustus dan. Dat is voor het wegseizoen iets nadeliger, maar dan kan je vanaf oktober wel langer doortrekken. Na de Zesdaagse van Gent rust ik ook nog eens vijf dagen. Dan mis je niet heel veel, maar bouw je weer frisheid op. De kunst voor mij om de piste en de weg te combineren, is om op de juiste momenten die frisheid en rust in te bouwen. Dan spreek ik over telkens vijf dagen rust na een zware periode.”

Hoe zit het met jouw wegambities in 2024?
“Ik hoop om mezelf op termijn te kunnen profileren als een lead-out. Bij ons in de ploeg is er veel vertrouwen in mij. Onze ploegleiders – Hans De Clercq, Walter Planckaert, Andy Missotten en Kenny De Ketele – zijn er echt op blijven hameren dat ik ook een toekomst heb op de weg. Daar ben ik zelf in beginnen geloven vorig jaar. Ik ben bij de ploeg gekomen op een moment dat ik waarschijnlijk de laagste wattages had van iedereen, maar intussen ben ik enorm veel gegroeid en denk ik dat ik bij de beste renners van het team hoor. Ik ben altijd een laatbloeier geweest, en dat vertrouwen dat ik krijg binnen de ploeg, helpt mij om telkens weer een niveau hoger te gaan. Ik hoop dat ik dat op termijn kan bewijzen en ooit misschien een lead out kan worden voor een absolute topsprinter.

Je zou niet de eerste zijn die dezelfde stap zet, na Jonas Rickaert, Robbe Ghys, Jasper De Buyst en Fabio Van den Bossche, om er maar enkele te noemen.
“Ja, ik denk dat de piste veel kwaliteiten meebrengt die je nodig hebt om een goede lead-out te worden. Koers-tactisch doorzicht, dat is iets wat de meeste pistiers met de paplepel hebben binnengekregen. De piste draait rond tactische beslissingen maken op cruciale momenten, en dat is heel vergelijkbaar met een massasprint. Als je in de massasprint de cruciale beslissingen niet correct neemt, ga je niet sprinten voor te winnen. Dat is ook de reden waarom ik vaak prijs sprint vanuit mijn positie. Niet omdat ik even snel ben als een Marcel Kittel of Mark Cavendish, maar wel door mijn tactisch koersdoorzicht. Daarom zie ik mezelf misschien goed werken als koppel met een sprinter.”

Hesters is een ervaren pistier – foto: Cor Vos

Dit jaar staat nog in het teken van eigen kansen?
“Ja, sowieso. Binnen Flanders-Baloise is er veel vertrouwen in mij. Ik kan ook zelf mijn eigen ding doen na een zware koers of na een sprintersetappe. Wie zegt dat het zelf ook niet eens prijs kan zijn voor mij? Alles is mogelijk en ik ben er al een paar keer dichtbij geweest. Ik probeer zeker nu aan de weg te timmeren van mijn eigen carrière.”

Jouw programma belooft best stevig te worden, met veel klassiekers op WorldTour-niveau.
“Het is een mix van koersen waar ik zelf een prijs kan rijden en koersen van het WorldTour-niveau, waar ik vooral ervaring kan opdoen. Zo’n koersen, daar word je zeker ook sterker van. De Omloop en Kuurne, dat was een superzwaar weekend, waarvan ik in Le Samyn nog niet hersteld was. Dat toont aan dat ik daar superdiep ben gegaan. Op termijn pluk je daar dan wel de vruchten van. En nu met de GP’s van Criquielion en Monseré merkte ik meteen dat ik weer wat procentjes verbeterd was. Als je ziet dat we maar met zo’n dertigtal renners overbleven in de finale, dan is dat voor mij een prestatie die ik vorig jaar nog niet kon leveren. het toont aan dat ik elk jaar sterker word. De ploeg heeft een goed plan met mij, er zit een goede denkwijze achter. Ik ben heel blij met de kansen die ik krijg en de manier hoe ik de combinatie maak.”

Je zegt dat je een laatbloeier bent. Hoe zie je die carrièreplanning dan voor jou?
“Ik probeer van dag tot dag te leven. Ik doe elke dag wat ik moet doen met mijn carrière. Elke dag sta ik op met het plan om de beste versie van mezelf te worden. Ik doe mijn trainingen, ik doe mijn koersen. En dan zie ik wel wat er op mijn pad komt. Het is lastig om een carrière te voorspellen. Ik doe alles wat er nodig is om een topwielrenner te worden. Zolang ik mijn ding goed doe en gefocust blijf, ben ik er heilig van van overtuigd dat het allemaal op mijn pad komt.”

Robbe Ghys sprak eerder al over de Olympische Spelen van deze zomer als een kantelpunt in zijn carrière, om daarna misschien de piste meer links te laten liggen. Hoe zit dat bij jou? Zijn die Spelen ûberhaupt realistisch?
“Goh, de Spelen liggen wat moeilijk voor mij. We zitten met een enorm sterke selectie, met Fabio (Van den Bossche, red.), Lindsay (De Vylder, red.), en Robbe. Maar ook met Tuur (Dens, red.) en mezelf. Die plaats in het omnium en de ploegkoers, de duurnummers, wordt het heel moeilijk voor mij. Er zou eigenlijk al iets moeten gebeuren met die andere renners voor ik in aanmerking kom voor de Olympische Spelen. Dat is realistisch gezien gewoon zo. Ik zou wel heel graag naar de Olympische Spelen van 2028 gaan in Los Angeles. Maar ik blijf altijd beschikbaar voor Parijs. Ik blijf meetrainen, ik doe binnenkort de Wereldbeker in Hong Kong. Ik ben niet zo hard bezig met toekomstgerichte plannen, ik wil gewoon mijn best doen en denk nog niet aan de koers van morgen. Ik denk vooral aan vandaag.”

Waar kijk je in die eerste klassieke campagne het meest naar uit?
“Ik hoop erbij te zijn in de Ronde van Vlaanderen. De selectie is nog niet gemaakt, maar met mijn huidige conditie wil ik de Ronde en Roubaix rijden. Ik kijk sowieso uit naar de heilige week, die koersen zou ik graag rijden. Maar eerst focus ik op Hong Kong, waar ik ga blijven doortrainen op de weg om zo goed mogelijk te presteren in de klassiekers. Het zal voor mij sowieso een leermoment zijn, het is het eerste jaar dat ik me richt op de klassiekers. Het helpt me om een betere renner te worden, zowel op de piste als op de weg. Maar eigenlijk is het al een aangename verrassing dat het allemaal zo goed gaat.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.