Ploegen plannen nu al om Wereldbekers te skippen, op belangrijke uitzondering na
Interview “Bij mij gaat het er echt niet in dat je als fulltime crosser niet alle crossen in de Wereldbeker zou rijden. Ik vind dat heel moeilijk om te aanvaarden”, zei Directeur Sport bij de UCI, Peter Van den Abeele, eerder deze week in de Belgische media. Maar toch is dat wat er de komende weken gaat gebeuren. Niet dat de twaalf manches van de Wereldbeker te veel zijn voor de renners en ploegen, maar de plaats op de kalender waar de wereldbekerveldritten zijn neergezet, levert behoorlijk wat voer voor discussie op.
Al jarenlang is de Wereldbeker – die zondag in Antwerpen haar eerste manche van het seizoen kent – het meest besproken regelmatigheidsklassement in de veldritsport, en dat gaat komende winter zomaar voort. Organisator UCI en inrichter Flanders Classics kozen deze winter voor een gebalde Wereldbeker in de periode dat de veldritsport in Vlaanderen doorgaans het meeste leeft. Het luisterde naar de renners en ploegen door de dure trip naar de Verenigde Staten te schrappen en het totaal van veertien naar twaalf manches terug te schroeven, maar toch is dat voor veel ploegen niet voldoende.
“De Wereldbeker had al lang van start moeten zijn gegaan”, vindt Sven Nys, ploegmanager van de Baloise Trek Lions. “De opeenvolging van wedstrijden die nu veel te kort op elkaar zitten, maakt dit klassement een onmogelijke zaak. Volgens mij is er met het huidige concept geen ruimte om het volledige klassement te doen. Als ze vroeger waren begonnen, was dat wel mogelijk geweest. Dat is een heel jammere zaak.”
Nys denkt dan ook te weten waarom de organiserende partijen de Wereldbeker pas eind november laten starten. “Als je die keuze hebt gemaakt om Mathieu van der Poel en Wout van Aert naar de cross te lokken, en zo lijkt het wel, dan heb je niet echt door hoe die renners in elkaar zitten. Die houden daar echt geen rekening mee. De grote slachtoffers zijn de traditionele crossers, want die moeten nu al die crossen gaan doen op een veel te korte periode. En Mathieu en Wout rijden gewoon waar ze zin in hebben.”
Generatiegenoot Bart Wellens, ploegleider bij Charles Liégois Roastery CX, treedt Nys bij. “Ze zeggen dat ze willen organiseren in de periode dat de cross het hardst leeft, maar mij geven ze de indruk dat ze vooral zo veel mogelijk geld willen verdienen. Je moet het leefbaar houden voor de atleten. Ik voel me dikwijls een aapje in een circus. Wij moeten maar opdraven, maar de renners worden bitter weinig gehoord. Van ons moeten ze niet inkrimpen, maar een betere spreiding is echt nodig. Waarom zet je Hulst en Zonhoven achter elkaar? Eerst gingen ze alle zondagen inpakken, nu wordt dat soms een heel weekend.”
Buitenlandse manches slachtoffer
Tussen 24 november en het WK van begin februari krijgen de renners geen enkel weekend rust meer, en dat wringt. Drie specifieke Wereldbekers dreigen daar het grootste slachtoffer van te worden, met name die in Dublin (1 december), Oristano (8 december) en Besançon (29 december). Niet toevallig drie van de vier crossen die niet in België of Nederland worden afgewerkt in deze wereldbekercampagne.
Nochtans zijn de meeste ploegen niet van slechte wil. Wellens laat met zijn ploeg bijvoorbeeld alleen Oristano links liggen, en hij zal niet de enige zijn. “Dat is de periode dat alle grote WorldTeams op stage zitten. Ook onze kopman Gerben Kuypers zit dan met de hoofdmacht van Intermarché-Wanty in Calpé. De crossers hebben die tijd nodig om zich voor te bereiden op de kerstperiode, en renners die graag meerdere disciplines willen combineren om een basis aan te leggen voor de weg. Daar moest altijd een weekend rust zitten. Dan ligt Benidorm half januari beter. Dan zijn de meeste ploegen al in die regio op stage.”
Europees kampioen Thibau Nys zit in de week van Oristano op stage met de wegploeg van Lidl-Trek, waardoor hij daar ook niet zal starten. Lars van der Haar zal week na week zijn vermoeidheid monitoren en dan beslissen wat hij doet. In het uitgebreide Roodhooft-bastion zullen alleen Joran Wyseure en Annemarie Worst zowel in Dublin als in Sardinië starten. Niels Vandeputte, Sara Casasola en Ryan Kamp komen dan weer even terug van hun trainingsstage om in Italië te crossen, terwijl Laurens Sweeck, Jente Michels en Ceylin Alvarado alleen Dublin rijden en dan twee weken gaan trainen.
Voor Besançon geldt dan weer een ander probleem. Die cross ligt pal tussen Gavere (26 december), Loenhout (27 december) en Diegem (30 december) – allemaal in Vlaanderen op een zakdoek van elkaar – in. “Voor ons is die cross nog een vraagteken”, stelt Nys. “Anders rijd je jezelf in volle kerstperiode volledig in de vermorzeling, dus lijkt het mij logisch dat er daar een paar skippen. Wij hebben onze mening al bij de UCI laten doorsijpelen en daar is vooral niets mee gedaan. Ik denk dat ze nu wel beginnen beseffen van: oei, dat is toch niet wat we ervan verwacht hadden. Niet iedereen gaat aan de start komen. Maar nu is het te laat.”
Ook voorstanders
Is dan echt iédereen tegen? Absoluut niet. Pauwels Sauzen-Bingoal heeft met kopmannen Eli Iserbyt en Michael Vanthourenhout de Wereldbeker met stip aangeduid. “De Wereldbeker is voor ons heel belangrijk”, vindt ploegmanager Jurgen Mettepenningen. “Net zoals elk ander klassement. Alleen zijn er meer UCI-punten en een flinke dosis prijzengeld te verdienen. Het is voor ons een groot doel en wij rijden in principe alles. We doen dat elk jaar, dat is niets nieuws. Maar natuurlijk weet je nooit hoe het seizoen vordert. Als er iemand dringend rust nodig heeft, ligt dat anders.”
Mettepenningen heeft dan ook begrip voor dit nieuwe concept. “Het gaat heel druk worden, maar de Wereldbeker is een korte, gebalde periode in het veldrijden. Is dat goed of niet goed? Dat weet ik niet. Daar heeft iedereen zijn eigen mening over, maar uiteindelijk beslissen de UCI en Flanders Classics wat ze ermee doen. Ik vind het niet echt slecht. We hebben al fantastische crossen gezien, maar de Wereldbeker heeft extra cachet. Het is een ander niveau. Ik ben nog altijd voorstander van deze manier.”
“Het zou nog iets vroeger mogen beginnen, zeg maar begin november. Nu is het wel heel laat. Maar in oktober organiseren, is gewoon financieel onmogelijk”, zegt Mettepenningen, die zelf de Wereldbeker van Dendermonde in zijn portefeuille heeft. “Geen enkele organisator kan dat, het is op dat moment te duur. Het veldrijden begint te leven vanaf de Koppenberg en vanaf dan zou het wel kunnen. In de periode voorin heeft de cross genoeg aan de Superprestige en de X2O Trofee, wat dan ook heel mooie klassementen zijn.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.