Portret Thomas Gloag: “Een fietskamp was voor mijn ouders de goedkoopste kinderopvang”
© ASO / Arctic Race
Nico Dick
maandag 3 oktober 2022 om 07:10

Portret Thomas Gloag: “Een fietskamp was voor mijn ouders de goedkoopste kinderopvang”

Special De jonge Brit Thomas Gloag maakt vandaag zijn debuut als stagair voor Jumbo-Visma in de Italiaanse eendagskoers Giro dell’Emilia. Vanaf 1 januari zet hij definitief de stap naar de WorldTour. Maar wie is dat 21-jarige talent? En waarom kiest hij voor Jumbo-Visma? WielerFlits zocht het uit.

Deze Britse aanwinst van Jumbo-Visma is een echte Londenaar. Fan van Arsenal. Op z’n achtste ontdekte hij de Herne Hill Velodrome, een fietscentrum in het zuiden van de stad met naast een wielerbaan ook MTB- en cyclocross-faciliteiten. “Ik woonde er op een boogscheut van. Tijdens de zomer schreven mijn ouders mij in Herne Hill in voor een vakantiekamp”, herinnert Gloag zich. “Een goedkopere opvang was er niet. Voor vijf pond kon je je kroost vijf uur lang rondjes laten draaien.”

Gloag is overigens niet de enige wielerprof die zijn eerste stappen op de fiets in de Herne Hill Velodrome zette. “Ook de broers Hayter (Ethan en Leo, red) en Fred Wright komen uit de ruime regio rond Dulwich Park en leerden er de knepen van het vak. Zelf heb ik dat zo’n vier jaar lang gedaan, vooraleer ik me effectief ook aansloot bij een wielerclub. Maar in de Velodrome leerde ik al dat ik bijzonder competitief ingesteld was.”

Klimmen in Spanje
Als nieuweling was Gloag vooral actief op de baan, weliswaar zonder veel succes. Tot hij als lid van het British Cycling South-East juniorenteam de kans kreeg buitenlandse ervaring op te doen. Zo reed hij met zijn team onder meer in Spanje en in België, waar de jonge Britten meermaals de wedstrijden kleurden. Het was tijdens die Spaanse eendagskoersen dat Gloag besefte dat hij meer dan degelijk bergop fietste.

De doorbraak volgde in 2019, toen hij als tweedejaars junior plots begon te winnen. Zo prijken naast enkele wedstrijden in eigen land onder meer de Trofeo Fundacion en de Trofeo Villa de Obanos op zijn erelijst. Vooral in deze laatste koers liet hij zijn Spaanse leeftijdsgenoten alle kleuren van de regenboog zien. Gloag verbaasde zichzelf. “Het was ook vreemd. Op de baan van de Herne Hill Velodrome, op een paar kilometer van mijn ouderlijke woning, werd ik in de vernieling gereden door de broers Hayter en Fred Wright. Dan verwacht je niet dat je in het buitenland plots wel bij de beteren bent.”


“Voor 2019 had ik nog nooit een wedstrijd gewonnen”, lacht hij. “Deels ook omdat ik altijd voorrang heb gegeven aan school.  Fietsen was een leuke hobby, maar in die periode geen prioriteit. Ik trainde tien uur per week, maar als er gestudeerd moest worden, ging dat voor. Vandaag is de focus uiteraard verlegd. Die zeges veranderden mijn perspectief op het wielrennen. Nu komt mijn carrière op de eerste plaats, maar ik heb het studeren niet opgegeven. Ik wil iets te doen hebben na het trainen. Ik probeer een diploma wiskunde te behalen.”

Die goede resultaten in 2019 leverden Gloag een plekje bij het Trinity Racing Team op. U weet wel, het Britse team waar ook Tom Pidcock als belofte furore maakte. Voor Gloag een verrassende stap, zegt hij. “Omdat er tot dan amper interesse was. Tenzij vanuit Spanje. Dankzij mijn zeges daar, kon ik terecht bij het opleidingsteam van Caja Rural. Maar dan was er plots dat telefoontje van Trinity. Uiteraard gaf ik voorrang aan een team in eigen land. Dat was ook veel makkelijker te combineren met school.” Zonder druk kon Gloag dus aan de slag bij ‘Team Pidcock’, zeg maar. “We hadden een jonge ploeg. Onervaren. Op Tom na, natuurlijk. Hij was de ideale kopman om van te leren.”

Thomas Gloag, centraal in beeld, tijdens de ploegvoorstelling van de Arctic Race deze zomer – foto: © ASO

Gloag klimt goed, maar zelf wil hij daar niet te veel mee pronken. “Omdat je na een klim meestal ook de berg weer af moet. Dat is voorlopig niet mijn sterkste kant. Ik herinner me mijn eerste Baby Giro. Mijn hartslag was hoger tijdens het dalen dan tijdens het klimmen”, lacht hij. “Dat was een nieuwe stap. Bij de junioren rijd je vooral ‘klassieke wedstrijden’. Maar ik moet toegeven dat de transitie wel vlot ging.”

“In die eerste bergetappe in de Baby Giro werd ik 23ste. Ik reed een poos mee met ploegmakker Pidcock voorop, toen de ploegleider naast mij kwam rijden. ‘What the hell is going on‘, riep hij me toe. ‘Ja, ik weet het ook niet’, lachte ik. Het leuke aan bergritten is dat het eerlijk koersen is. Je kan het of je kan het niet. Blijkbaar heb ik het geluk dat ik dat onderdeel wel beheers. Een beetje in contrast met mijn tijdritcapaciteiten. Daar heb ik nog heel wat progressie te maken. Al is het zo dat ik daar voorlopig ook nog niet echt op gewerkt heb.”

Op stage met INEOS Grenadiers
Momenteel is Gloag aan zijn derde en laatste jaar bij Trinity aan de slag. Vanaf volgend seizoen wordt hij dus fulltime prof bij het grote Jumbo-Visma. Nochtans trok hij eerder al op trainingskamp met INEOS Grenadiers. “Een uitzonderlijke ervaring”, noemt hij het. “Een echte eye-opener ook. Het was mijn eerste echte stage en ik was wel een beetje starstruck met al die grote namen.”

“Waarom dan toch Jumbo-Visma? Ik ben onder de indruk van hun opleidingsstrategie”, zegt Gloag. “Zelfs hun huidige toppers als Vingegaard, Roglic en Van Aert hebben hun grootste stappen gezet toen ze al deel uitmaakten van de ploeg. Dat was misschien wel de grootste aantrekkingskracht. De zekerheid dat je binnen de ploeg rustig verder kan groeien en stappen zetten. Ja, er waren nog andere aanbiedingen, maar ik was snel overtuigd dat Jumbo-Visma de juiste keuze was. Ik kon gewoon geen nee zeggen.” Over INEOS Grenadiers echter geen slecht woord. Op onze vraag waarom hij als Brit dan toch niet voor hét Britse topteam wilde rijden, antwoordt hij tot twee keer toe met waarom hij wel voor Jumbo-Visma koos. “Beide teams zijn geweldig. Maar ik ben zeker dat ik de juiste keuze heb gemaakt.”

Thomas Gloag in actie in de Arctic Race, toen nog in Trinity outfit – foto: © ASO/Arctic Race

Dit jaar won het Londense talent een etappe in de Ronde van de Toekomst. Een etappe zonder veel hellingen, nota bene. Hij behaalde ook een aantal ereplaatsen, zoals in de Ardense Pijl en een rit in de Tour Alsace. “Maar ik vind het seizoen niet echt helemaal geslaagd. Ik worstelde met een paar gezondheidsprobleempjes. Ik had Covid,  kampte met een ontsteking op de amandelen en had last van een ‘lage rugblessure’. In mei werd mijn knie genaaid. Allemaal kleine tegenslagen waardoor ik niet optimaal functioneerde. Pas vanaf de zomer ging het gelukkig beter.”

Gloag komt overigens uit een sportieve familie. “Maar dat moet je vooral niet te hoog inschatten”, grijnst hij. “Mijn vader deed een paar triatlons, maar was nooit wielrenner. Eigenlijk is mijn grootmoeder de enige die echt op een hoog niveau presteerde. Ze was er ooit bij op de Olympische Spelen als sprintster. Ze liep de 100 en de 200 meter.”

Klassementsrenner worden als doel
Op termijn hoopt Gloag een goede klassementsrenner te worden. De Tour de France is zijn favoriete koers, Bradley Wiggins zijn grote idool. “Hij heeft het wielrennen in Groot-Brittannië écht op de kaart gezet.” Waar hij zelf ooit kan uitkomen, blijft een groot vraagteken, is hij realistisch. “Eerlijk? Ik weet dat echt niet. Momenteel kom ik beter uit de verf als er geklommen moet worden, dan op een relatief vlak parcours. Maar is dat een garantie? Nee, denk ik.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.