Een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken. Filippo Pozzato hebben we deze Giro d’Italia nog niet veel gezien, maar gisteren liet de excentrieke Italiaan zijn benen spreken in Cassano d’Adda. In de slotkilometer trok hij ten aanval, waarna hij het peloton leek te verrassen. “Ik ging dood toen ik zag dat ik nog meer dan 600 meter moest”, tekent Cyclingnews op uit zijn mond.

Pippo zag zijn kans schoon. “In de derde week zijn renners vaak moe. Dat geeft de rijders met een beetje talent een extra kans”, aldus Pozzato, die eigenlijk in dienst reed. “Ik probeerde Manuel Belletti te helpen voor de sprint, dus de laatste twintig kilometer reed ik van voren. Ik zag in de slotkilometer dat een Lotto Soudal-renner ging en niemand reed het gat dicht, want de sprintersploegen hadden weinig kracht meer in zo’n lastige finale.”

‘De finish leek verder en verder weg…’
“Ik ging ervoor en toen ik achterom keek, zag ik dat ik een gat had. Ik zette opnieuw aan”, blikt de 34-jarige coureur van Wilier-Southeast terug op zijn aanval. “Er stond alleen veel wind in de slotfase. Ik ging dood toen ik zag dat ik nog meer dan 600 meter moest.”

“Ik dacht dat ik het ging halen, tot Kluge voorbij kwam met nog 200 meter te gaan. Toen leek de finish verder en verder weg… Hij kon mij als mikpunt gebruiken en zat in mijn slipstream. Dat was slim. Ik kan hem alleen maar feliciteren”, besluit Pozzato.