De Belgische continentale wielerploeg Proximus-Cyclis heeft zijn ploegleider Gert Vervoort op non-actief gezet. De ethische commissie van de UCI is een procedure begonnen tegen Vervoort, aangezien de Belg wordt beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag.

Vervoort is voorlopig geschorst door de ethische commissie van de internationale wielerunie. De UCI heeft het in een persbericht over ‘beschuldigingen van ongepast gedrag van psychologische en seksuele aard.’ Op basis van informatie die is verstrekt door ‘verschillende rensters’ legt de wielerunie hem een voorlopige schorsing op van drie maanden, in overeenstemming met artikel 34.2.2 van de ethische code van de UCI.

Op 16 juli is het management van Proximus-Cyclis per email door de UCI op de hoogte gebracht van de voorlopige schorsing van één van hun ploegleiders. Inmiddels heeft Eddy Van Bunder, de teammanager, gereageerd op het nieuws. “Het management en bestuur van ons team neemt dit absoluut en zonder discussie zeer ernstig en heeft alvast de nodige maatregelen getroffen en zoals opgedragen door de UCI Gert Vervoort op non-actief geplaatst.”

• 

  16 jul

  Lees ook UCI start procedure tegen Belgische ploegleider na beschuldigingen grensoverschrijdend gedrag

  16 jul

Maatregelen
“We staan als team volledig achter de ethische gedragscode uitgeschreven door de UCI”, aldus Van Bunder, die zich geroepen voelt om wat meer transparantie te geven omtrent de zaak-Vervoort. “De oorspronkelijke klacht komt van een renster die niet meer bij ons team in dienst is en betreft een klacht op 13 februari 2023, waarbij ze de UCI hierover op 20 maart 2024 inlichtte.”

“Het team is hier op 16 mei pas van op de hoogte gebracht en vanaf dat moment hebben we meteen de beslissing genomen om uitsluitend nog met vrouwelijke verzorgers te werken.” Het team heeft vanaf dat moment ook een gesprek gehad met al hun rensters en geluisterd naar hun bezwaren en hier voor de volle honderd procent rekening mee gehouden.

Communicatie
Van Bunder heeft echter ook wel wat aan te merken op de UCI. “Het enige wat ons frustreert, is dat we over deze klacht alleen middels briefwisseling met de UCI kunnen communiceren. En er geen fysieke meetings of calls georganiseerd worden met het teammanagement ten behoeve van een betere gang van zaken. Ook de timing en opvolging zou hierdoor beter gebaat zijn”, klinkt het.