foto: Sirotti

Hoewel de Nederlanders zich vandaag attent van voren toonden kwamen zij wederom niet in aanmerking voor de zege. Bauke Mollema kwam als negende boven op de Muur van Hoei en was daarmee de beste Nederlander in de Waalse Pijl. WielerFlits bundelde de voornaamste reacties van de Nederlandse renners.

Bauke Mollema: ”Mijn plan was om als eerste de verraderlijke S-bocht aan te snijden vlak voor de meet”, vertelt de Groninger van Team Blanco op de website van de ploeg. ”Ik liet me echter wegdrukken en viel daardoor wat terug. Was dit niet gebeurd dan had ik hier wellicht korter gereden. Ik kan dus niet helemaal tevreden zijn.”

Laurens Ten Dam: ”Dit is niet de meeste gunstige race om de aanval te kiezen als iedereen wacht tot de Muur van Hoei”, analyseert Ten Dam zijn actie. ”Stiekem hoopte ik dat we met een paar man meer weg zouden rijden. Dan hadden we wellicht een kans gehad. Blijf je echter zitten dan ben je op voorhand al geklopt.”

Wout Poels: De Limburger liet de Gold Race van afgelopen zondag nog aan zich voorbij gaan ten faveure van de Ardennenklassiekers, maar die opoffering betaalde zich vooralsnog niet uit. ”Afgezien, off day vandaag. Helaas, volgende keer beter!” meldt Poels op zijn Twitterpagina, nadat hij op ruim acht minuten van winnaar Moreno bovenkwam op de Muur van Hoei.

Thomas Dekker: De coureur van Garmin toonde zich een trouwe knecht toen kopman Hesjedal met materiaalpech te kampen kreeg. ”Het lijkt mij logisch wat ik deed. Martin en Hesjedal zijn immers de kopmannen”, twittert Dekker die de koers niet wist uit te rijden.

Tom-Jelte Slagter: ”Een veel beter gevoel dan na de Amstel”, concludeert de man uit Slochteren op zijn website. ”Ik was helemaal tevreden geweest als ik top tien had gereden. Bij de eerste twee passages van de Muur voelde ik al dat het moest kunnen de laatste keer. In de finale zaten we goed van voren met vier man. Ik verloor ze op 1500 meter van de finish een beetje, waardoor ik een inspanning moest leveren om terug vooraan te komen. Maar de laatste beklimming ging oké, veertiende dus.”