Interview Remco Evenepoel heeft halverwege zijn debuutseizoen bij de grote jongens zijn eerste zege op zak. De concurrentie was onder de indruk. Op de persconferentie van de winnaar vertelde ook Evenepoel zelf dat hij zichzelf verrast had, maar anderzijds ook weer niet. “Ik wist vooraf dat, als de koers hard zou worden gemaakt, ik op het einde nog overschot zou hebben.” 

Het was nog meer dan veertig kilometer toen je in de aanval trok. Maar Fabio Jakobsen riep je terug, vertelt hij ons. 
“Op de Valkenberg en de Berendries voelde ik dat het goed ging. Ik schoof mee en dacht: waarom niet proberen? We sloegen een gaatje, maar de samenwerking was niet goed genoeg.  Ik heb me toen ook wat boos gemaakt, maar misschien was het beter zo. Fabio maakte me ook duidelijk dat het nog vroeg was.”

“Ik ben soms nog iets te wild. Ik geloofde er toen al te veel in. Anderzijds, Fabio was mee, dus als we met die groep weggebleven waren, wonnen we wellicht ook. Hij was immer de snelste. Maar ik ben nog jong, hé. Ik moet nog leren…”

In de finale was je in elk geval met voorsprong de sterkste.
“Het werd uiteindelijk een afvallingskoers. Mannetje per mannetje vloog eraf en op het einde had ik nog een hele grote cartouche over. Ik wist vooraf dat, als de koers hard gemaakt werd, ik op het einde nog overschot zou hebben. Op die laatste pittige strook voelde ik dat dat hét moment was. Iedereen zat à bloc, dus ben ik gegaan. Alleen Victor kon volgen.”

Maar hij schoof onderuit in een bocht…
“Ik vind het enorm sneu voor hem. Vallen is niet tof. Maar het was ook duidelijk dat de samenwerking niet optimaal was. Ik moest eigenlijk het werk helemaal alleen doen. Ja, ik ging vol door de bochten. Ik had ze vooraf ook verkend en wist dat dat een gevaarlijk stukje bergaf was. Gelukkig bleef ik zelf recht, want ik voelde dat het ook bij mij op de limiet was.”

De Vlaamse Ardennen waren toch niet jouw ding?
“Blijkbaar ben ik ook voor dit werk sterk genoeg. Ik kan best wel goed wringen om vooraan te blijven, merkte ik vandaag. Op alle hellingen kwam ik in de top vijf boven. Ook op de Muur. Vooraf had ik wel vrees voor die korte explosieve snokken. Ik dacht dat ik die niet zou overleven. Dat ik zelf in staat was om aan te vallen, verbaast me. Maar het is een bewijs dat ik alle parcoursen aankan. Mijn voorkeur blijft wel uitgaan naar de Ardennenrit van zaterdag, hoor.”

Campenaerts was zwaar onder de indruk. “Dit heb ik nog nooit gezien”, vertelde hij.
“Het is een hele eer dat zo iemand dat zegt. Ik had zelf ook graag nog een eindje met Victor voortgereden. Al mocht hij van de ploegleiding van Lotto Soudal blijkbaar niet overnemen. Nu, met Tim Wellens in de ploeg snap ik dat ook wel. Maar met iemand van Lotto op pad was toch ideaal voor mij. Zo konden zowel mijn ploegmaats als die van Lotto Soudal afstoppen.”

Mogen we het vreemd vinden dat je deze rit bent komen verkennen?
“Ik wilde het parcours kennen. Ik vind het belangrijk om de cruciale punten te kennen. Veel van de renners in dit peloton kennen deze wegen. Ik absoluut niet, dus vond ik het nodig. Tussen de Ronde van Noorwegen en de Hammer Series in ben ik hier in mijn eentje komen verkennen.”

Je hebt duidelijk naar deze juni-maand toegewerkt.
“Iedereen, toch? Alle Belgen willen goed presteren op het BK. Dan moet je in orde zijn. Vorig jaar heb ik een heel seizoen op hetzelfde niveau gefietst en gepiekt naar het WK. Ik denk dat nu stilaan datzelfde niveau haal.”

De eindzege in deze Baloise Belgium Tour zit er aan te komen.
“De ploeg is er in elk geval sterk genoeg voor. En persoonlijk heb ik de moeilijkste dag in deze ronde achter de rug. Ik heb al een mooie bonus. In de tijdrit van morgen wil ik de schade beperken. En zaterdag rijden we op mijn lievelingsparcours. Bovendien kan ik controlerend fietsen, want ik heb bijna een minuut voorsprong.”

Wie wordt jouw grootste concurrent?
“Dat weet iedereen, denk ik. Tim Wellens, natuurlijk. Hij was in de Hammer Series ook al in goede doen.”

Morgen wil je de schade beperken? Je kan nochtans tijdrijden…
“Ja, maar negen kilometer is heel kort, hé. Gelukkig met heel wat lange, rechte stukken, wat in mijn voordeel speelt. Maar ik had liever twee rondjes gedaan. Nu, het is voor iedereen even kort of lang. Ik ga er het maximale uithalen. Maar Victor is toch dé topfavoriet. Hij is Europees kampioen en werelduurrecordhouder. Het is logisch dat hij favoriet is.”

Later deze maand volgt jouw echte doel deze maand: het BK tegen de klok. Dat kan wel eens heel boeiend worden.
“Absoluut. Wat ik gisteren heb gehoord en gezien van Wout van Aert… Die heeft indruk gemaakt. Yves Lampaert, Victor Campenaerts en Thomas De Gendt zijn sowieso vaste klanten op dat BK. Wout komt er nu ook bij. En ik ga ook meedoen. (denkt na…) Deelnemen, bedoel ik daarmee. Maar het klopt, het is een van de grote doelen van dit jaar. Ik denk dat we met vijf voor de podiumplaatsen kunnen knokken.”

“Dat BK wordt mijn eerste lange individuele tijdrit. Dat is nieuw. Vorige week in de Hammer Series merkte ik wel dat ik het aan kan. Dat was dan wel een ploegentijdrit, maar qua intensiteit is dat vergelijkbaar. Afwachten… Maar ik denk dat ik er stilaan klaar voor ben. Al proberen we nu eerste deze Ronde van België goed af te ronden.”