Revolutie in het veldrijden: startgelden verdwijnen
© Cor Vos
woensdag 8 juli 2020 om 08:30

Revolutie in het veldrijden: startgelden verdwijnen

Er wordt al jaren over gepraat, maar straks gaat het ook echt gebeuren: het systeem van hoge startgelden in de cross gaat definitief op de schop. “Het betreft een fundamentele hervorming en tevens noodzakelijke professionalisering van de sport”, klinkt het uit de mond van diverse partijen. Met de coronacrisis als brandversneller.

Het is ondertussen een publiek geheim. Een organisator die alle grote namen – zowel heren als dames –  aan de start wil, mocht vorige winter rekenen op een prijskaartje tussen de 55.000 en 60.000 euro, bovenop de normale organisatiekosten. ‘Onhoudbaar’, horen we al een paar jaar uit de monden van meerdere organisatoren. ‘Want het veldrijden is over zijn top. Bewijs daarvan de dalende toeschouwersaantallen.’

Hoger prijzengeld compenseert (een deeltje)
Door de economische crisis voortvloeiend uit Covid-19 wordt het deze winter een extra zware opdracht voor de organisatoren om het hoofd boven water te houden. Dat de veldrijders volgend seizoen moeten inleveren, is al een paar maanden duidelijk en onomkeerbaar. Maar de belangrijkste stakeholders uit het Belgische veldrijden, Flanders Classics en Golazo, willen meer en werken (samen met een aantal ander inrichters) aan een alternatief dat de kosten van de organisatoren structureel naar beneden haalt, maar waarbij tezelfdertijd de verdienste van de renners meer rationeel verantwoord wordt. Naar verluidt is ook de Belgische federatie (Belgian Cycling) betrokken in de uitwerking van de plannen.

Concrete bedragen worden niet vrijgegeven, maar zeker is dat het prijzengeld flink omhoog gaat om het gemis aan startgelden te compenseren. Daarnaast zal de top vijftien van de UCI-ranking wel nog kunnen rekenen op een vaste minimale onkostenvergoeding. Die zal voor de nummer één uiteraard iets hoger zijn dan de nummer vijftien, maar wel identiek voor de heren als de dames. Tot slot zou elke organisator nog een extra -vooraf vastgelegd- bedrag mogen besteden, bovenop de afgesproken onkosten voor die top vijftien. Het totale kostenplaatje  aan rennersvergoedingen en prijzengeld zal op die manier gevoelig dalen. Naar verluidt alvast tijdelijk tot dertig procent.

“Stap in professionalisering”
Zowel Flanders Classics als Golazo bevestigen dat de verschillende partijen momenteel in de afrondende fase van de uitwerking van de plannen zitten, maar willen er voorlopig niet te diep op ingaan. “Let wel, we streven naar transparantie”, vertelt Tomas Van Den Spiegel van Flanders Classics. “Daarvoor is het nu nog te vroeg.” Erwin Vervecken van Golazo vindt dat het niet aan hem is om hierover te communiceren. “Maar dat de startgelden vroeg of laat zouden verdwijnen, was al langer duidelijk.”

Van Den Spiegel benadrukt dat dit een stap in de verdere professionalisering van het veldrijden is. “Er is nood aan een fundamentele verandering van het systeem. Het is sowieso professioneler om te vergoeden naargelang prestaties en UCI-ranking in plaats van af te gaan op het gevoel hoeveel een renner waard is. Tezelfdertijd wordt het leefbaarder voor de organisatoren, die toch nog hun vrijheid behouden omdat ze een bepaald bedrag vrij kunnen besteden.”

Voor een aantal renners hoeft dit systeem zelfs niet nadelig te zijn, klinkt het. Anderen zullen er wel financieel op achteruitgaan. De tijd dat ook de betere hobbyisten mee aan de kassa konden passeren, lijkt definitief achter ons te liggen. Tot slot: dit is uiteraard niet van toepassing in de wedstrijden om de Wereldbeker. Daar was ook nu geen startgeld voorzien, maar ligt het prijzengeld een stuk hoger.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.