Richard Groenendaal over dominantie Van der Poel: “Voor de rest is er zo nog weinig aan”
Foto: Cor Vos
dinsdag 24 december 2024 om 14:00

Richard Groenendaal over dominantie Van der Poel: “Voor de rest is er zo nog weinig aan”

Interview Twee op twee, en de rest kreeg eigenlijk nooit een kans. Zo kan je het eerste crossweekend van Mathieu van der Poel in een notendop beschrijven. De jongens die al het hele veldritseizoen het mooie weer maken, werden in één klap naar een bijrol gedegradeerd, maar hoe moeten zij met die plotse dominantie omgaan? Wij vroegen het aan Richard Groenendaal, wereldkampioen in 2000 én een man die altijd een goede analyse klaar heeft.

Een must have voor alle wielerfans! Met de Black Friday deal van RIDE Magazine haal je het ideale cadeautje voor de feestdagen in huis. Voor slechts € 13,95 ontvang je de najaars- en de winter-editie in jouw brievenbus. Dat betekent meer dan 300 pagina’s aan schitterende wielerverhalen. Wacht niet te lang, want OP=OP. Bestel nu jouw magazines en verzeker je van uren leesplezier.

“Ik heb ernaar gekeken zoals de meesten. Niet met verbazing, maar wel met verwondering”, lacht Groenendaal – tegenwoordig ploegleider bij het Ridley Racing Team van Felipe Orts en Joris Nieuwenhuis – wanneer we hem vragen naar zijn visie op de eerste crossen van Van der Poel.

Waarom is het verschil met de rest zo groot?
“Dat belangrijkste reden is simpelweg dat hij altijd al de beste is geweest. Toen hij nieuweling was, was hij ook al veruit de beste, en dat is hij nu nog steeds. Intussen is hij alleen maar sterker geworden, ook door zijn manier van jaarplanningen te maken. Op de weg heeft hij een minimaal programma gereden, om daarnaast heel goed fit te blijven en te trainen. Hij komt nu ook fris en goed getraind die wedstrijden in. Op een parcours waar dat heel belangrijk is, wordt het verschil in Zonhoven dan ineens heel groot.”

Maar ook technisch stak hij er toch bovenuit, na amper twee crosstrainingen. Hoe kan dat?
“Waarom niet? Als je bijna dertig bent, zit dat er heus wel nog in. Als je het dan nog moet leren in vijf of tien crosstrainingen, zou het ook vreemd zijn. Dat is gewoon zijn natuur.”

Van der Poel met Sweeck in zijn spoor in Mol – foto: Cor Vos

Maakt hij de andere renners – zeg maar de fulltime crossers – daarmee belachelijk, zoals Sven Nys tijdens de cross in Zonhoven beweerde?
“In principe wel. Voor ons – en dan bedoel ik: al de andere ploegen en crossers behalve Mathieu – is er zo nog weinig aan. In de materiaalpost zag je ook gewoon iedereen de schouders ophalen en denken: dat was het dan. Maar voor alle duidelijkheid: dat is niet de schuld van Mathieu, dat ligt eerder aan de rest.”

Wat moeten zij dan doen om dat niveau van Mathieu te benaderen?
“Hij rijdt drie tanden groter dan de andere crossers. Adrie van der Poel zegt soms: de rest rijdt niet voldoende op de weg en daarom komen ze te kort. Maar zij kúnnen gewoon niet op de weg rijden, of toch niet op de manier waarop Mathieu daar rijdt. Zeker niet als ze daarnaast nog een heel crossseizoen moeten rijden. Als Mathieu zou moeten crossen van oktober tot en met februari, dan kon hij dat ook niet. Het zijn andere renners en Mathieu is gewoon de beste. Maar dat is heel mooi om te zien.”

Hoe moet de rest hier dan mee omgaan? De hele sport wordt door Mathieu wel even op zijn kop gezet.
“Het is uitzitten. Dat zag je in Zonhoven ook meteen. Ze reden meteen voor de tweede plek. Echt veel moeite om weg te rijden moest Mathieu niet meer doen. Het is niet meer frustrerend voor zijn concurrenten, omdat ze toch weten wat te verwachten. Het heeft toch geen nut om proberen mee te gaan, dat lukt toch nooit. En dat beseffen ze allemaal.”

Echt veel moedeloze reacties hoorden we inderdaad niet meer.
“Iedereen weet intussen dat Mathieu een ongezien talent is, en dat zorgt vooral voor veel respect van zijn concurrenten. Daar komt bovenop dat de meeste crossers niet superfit en fris meer zijn na een lang seizoen met veel reizen en wedstrijden. Terwijl Mathieu blaakt van fitheid en supergoed heeft kunnen trainen in Spanje de voorbije weken. Die factoren kan je niet los zien van elkaar, en dat weet de rest ook.”

Van der Poel is duidelijk de beste crosser – foto: Cor Vos

Helpt zijn dominantie op de weg bij die acceptatie bij de tegenstand en supporters?
“Aan de ene kant is het als supporter van de sport een feit dat we tot Zonhoven iedere week prachtige wedstrijden hebben gehad, daar trekken we ons aan op. Als je Mathieu in Zonhoven wegneemt, had je ook een prachtige wedstrijd. Dat is dan jammer, maar hij is ook gewoon absolute wereldklasse in alle disciplines, ja. Hij is ook dominant in de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en andere wedstrijden op de weg. Zijn de anderen daar dan ook sukkels? Daar staan 200 mannen aan de start die voor lul worden gereden.”

Je zit al lang in het wereldje. Heb je zulke taferelen al eerder gezien?
“Ja, er zijn wel zo’n renners geweest. In de tijd van Roland Liboton ging ik als klein manneke naar de crossen kijken. Als Roland wilde, reed hij ook zo van de rest weg. Het waren ook gewoon andere tijden, zelfs in de generatie van Sven Nys nog. Die domineerde van september tot februari. Maar van de professionele generatie, zoals ik het noem, dan is Mathieu wel duidelijk de beste, ja.”

Dan krijgen we dus een ‘gemakkelijke’ 11 op 11 de komende maanden te zien?
“Gemakkelijk niet, zo simpel is het nu ook weer niet hé (lacht). Hij moet ook gewoon fit en gezond blijven. Als hij niet fit is, gaat hij niet winnen. Maar een fitte Mathieu straalt zo veel kracht uit, dat hij overal zal winnen.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.