Richard Plugge: “Wij zijn niet het enige team waar training af en toe primeert op competitie”
Zaterdag winst in de Omloop Het Nieuwsblad, zondag de zege in Kuurne-Brussel-Kuurne en in beide koersen ook nog een extra mannetje op het podium. Richard Plugge had deze dominantie van zijn ploeg Jumbo-Visma niet direct verwacht in het Vlaamse Openingsweekend, maar zag wel dat de plannen perfect werden uitgevoerd. “Dit was ‘totaalwielrennen’, zoals we het af en toe graag zien”, zegt de teambaas tegen Het Laatste Nieuws.
In aanloop naar het Openingsweekend ging het veel over de aanpak van Jumbo-Visma. De Nederlandse WorldTour-formatie kiest ervoor om zijn renners weinig voorbereidingskoersen te laten rijden en in plaats daarvan in te zetten op trainingen. Daar is ook kritiek ook. “Zo zag ik onlangs een artikel passeren over de vaststelling dat een deel van onze renners nog niet één koers had gereden. Mensen vinden daar dan iets van. En niet altijd iets positiefs. Terwijl wij weliswaar één van de weinige teams zijn die dat doen, maar zeker niet het enige.”
“Wielrennen is steeds meer een ‘voorbereidingssport’ geworden, waarin training af en toe primeert op competitie. Ook Pogacar, Van der Poel, Evenepoel en andere tenoren passen, als ze ergens ‘top top top’ willen zijn, dat principe toe. Het algemene niveau is daardoor zoveel hoger geworden dat je bijna niet anders meer kan dan volgen. Het tegendeel werkt zelfs contraproductief.”
“Onze aanpak rendeert”
Maar is het niet zo dat iemand als Wout van Aert, net als bijvoorbeeld Tadej Pogacar, dolgraag koerst en wint? “Ja, maar toch ben ik ervan overtuigd dat zowel Pogacar als Wout hun seizoen heel goed indelen. Wij weten perfect wat we waar en wanneer met Van Aert kunnen. Het mooie is dan inderdaad dat ze, áls ze in actie komen, zich niet sparen en er altijd volle bak invliegen. En daar navolging in krijgen. Zie de Omloop en Kuurne-Brussel-Kuurne. Voor het tweede jaar op rij toonden we aan dat onze aanpak wel degelijk rendeert.”
Jumbo-Visma heerst voorlopig in de voorjaarskoersen, erkende ook Patrick Lefevere, de ploegmanager van Soudal Quick-Step. “Nou, onderschat Soudal Quick-Step toch maar niet. Patrick heeft nog altijd dé te kloppen ploeg in het voorjaar”, klinkt de reactie van Plugge. “Met al die ijzers in het vuur? Hou ze maar in de gaten. Mathieu van der Poel klaart het in zijn eentje. Maar Soudal-Quick.Step kan als ploeg het verschil maken. Net als Ineos, als ze er vol ingaan.”
Het collectief
Ook Jumbo-Visma moet het van het collectief hebben, denkt Plugge. “Wat betekent dat je je voortdurend moet blijven afvragen hoe je dat blok in de breedte verder kan versterken. Dat hebben we ook gedaan. Toch blijven we in de budgettaire WorldTour-ranking rond dezelfde positie bengelen. En kijken we, wat dat betreft, nog steeds tegen een achterstand aan.”
Wat betekent deze focus op de groep voor kopman Wout van Aert? “Wout is zeker één van de grootste kanshebbers op zo’n grote klassieke zege. Maar we denken vooral aan het team, waarmee we een heel leuk spel kunnen spelen – zie de Tour van vorig jaar. Uiteindelijk is niemand groter dan de ploeg, net dáárin schuilt één van onze grote krachten.”
“Niemand staat boven de groep”
De ploeg van Patrick Lefevere hanteert die strategie al jaren, legt Plugge uit. “Geen mens die nog precies weet wie daar nu juist welk(e) Monument of grote klassieker heeft gewonnen, maar wél dat Patricks verzameling ondertussen immens is geworden. Ik herhaal: niemand staat boven de groep. Ook Van Aert niet. Wél geloof ik dat de kans op klassiek succes voor hem groter is mét die andere jongens om zich heen dan zonder. Het is zo simpel als wat: waar je anders maar één renner in de gaten met houden bij ons, zijn dat er nu toch een paar meer. Daar kan Wout munt uit slaan.”

Om te reageren moet je ingelogd zijn.