Rio 2016: Voorbeschouwing wegwedstrijd mannen
Minder dan een dag na de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Rio de Janeiro, is het voor de wielerliefhebbers al tijd om op het puntje van hun stoel te gaan zitten. Op een zeer selectief parcours strijden de mannen zaterdag al om goud, zilver en brons in de wegwedstrijd. Met landenploegen van maximaal vijf renners (en een sterke Nederlandse delegatie) mogen we ons op gaan maken voor een zware, enerverende en bijna niet te controleren koers. WielerFlits kijkt vooruit.
Historie
Waar de olympische tijdrit pas in 1996 werd geïntroduceerd, was de wegwedstrijd op de Spelen al in 1896 een van de onderdelen. Blijkbaar was het niet zo’n succes, want de edities daarna werd er niet op de weg gekoerst. Dat gebeurde dat pas weer in 1912, waarna de wegwedstrijd nooit meer van de olympische kalender zou verdwijnen.
Eén keer was na afloop van de wegrace het Wilhelmus te horen. Hennie Kuiper pakte in 1972 goud op de Zomerspelen van München. Erik Dekker trad exact twintig jaar later bijna in zijn voetsporen. De Drent moest alleen zijn meerdere erkennen in Fabio Casartelli. Met de overwinning van de betreurde Italiaan, die drie jaar later zou verongelukken in de Touretappe over de Portet d’Aspet, kwam een einde aan een tijdperk. Sinds 1996 zijn namelijk ook de profs welkom. De Zwitser Pascal Richard was met een gouden plak in Atlanta de eerste die daarvan profiteerde.
Hoewel in eerste instantie nog lang niet alle profs stonden te springen om naar de Spelen te gaan, kreeg de olympische koorts in de loop der jaren steeds meer vat op het peloton. Aleksandr Vinokourov had er vier jaar geleden in Londen zelfs een klein fortuin voor over om Rigoberto Urán in de slotkilometer ‘per ongeluk’ de verkeerde kant op te laten kijken, beweren althans boze tongen. Ook Jan Ullrich (Sydney, 2000), Paolo Bettini (Athene, 2004) en Samuel Sánchez (Peking, 2008) waren maar wat blij met de eeuwige roem.
Parcours
Alle voorbeschouwingen op de olympische wegrit leiden tot dezelfde conclusie: de gouden plak zal zaterdag in Rio om de schouders van een steengoede renner hangen. Het parcours in de Braziliaanse stad kent ongebruikelijk veel klimwerk voor een belangrijke eendagskoers. “In Rio gaat een pure klimmer winnen”, dacht Koen Bouwman vorig jaar, nadat hij het Olympische testevenement had gereden. Het brengt de gedachten terug naar het WK van 1995 in Colombia, waar Abraham Olano won bij de profs en Danny Nelissen bij de amateurs.
De wegwedstrijd is 241,5 kilometer lang en voert over twee verschillende circuits. Om 14.30 uur Nederlandse tijd vertrekken de renners bij het bekende strand van de Copacabana om vervolgens koers te zetten naar het Grumani National Park. Daar is een parcours uitgetekend dat het peloton vier keer moet afleggen en dat naast beklimmingen ook een kasseistrook bevat. Deze strook is iets meer dan twee kilometer lang en gaat na de vierde passage ongetwijfeld in de benen zitten. “Die strook ligt er echt heel slecht bij, spektakel gegarandeerd”, concludeerde Bouwman vorig jaar.
De Grumari en de Grota Funda zijn de scherprechters in de eerste serie plaatselijke rondjes. De Grumari is 1,2 kilometer lang met een stijgingspercentage van gemiddeld 7% en maximaal 13%. “De afdaling is eveneens heel steil en daardoor ook heel gevaarlijk”, zegt Bouwman daarover. De Grota Funda is wat langer, maar minder steil: 2,1 km aan 4,5%. De beklimmingen kenmerken zich door smalle weggetjes, terwijl de afdaling van de Grote Funda volgens Bouwman over brede wegen trekt.
Na ruim 130 kilometer rijdt het ongetwijfeld al ietwat uitgedunde peloton terug richting de stad, om daar bij het nationaal park Serra da Tijuca het tweede circuit aan te vatten. Deze ronde is beduidend zwaarder, onder andere door een tweetrapsbeklimming: de Canoas en de Vista Chinesa. De klim is in totaal 8,5 kilometer lang met een gemiddeld percentage van 5,7%. Dat geeft echter een vertekend beeld, omdat er tussen beide klimmetjes een kleine afdaling zit. De stroken van maximaal 18% zijn zeker zwaar genoeg om veel concurrenten af te schudden. “De eerste twee en een halve kilometer zijn echt, echt heel steil”, vindt Bouwman. Bovendien kenmerkt de afdaling zich door aflopende bochten, waardoor de renners nog schuiner op hun fiets moeten zitten dan normaal. Bij regen kan dit tot penibele situaties leiden.
Bureau Sport verkende de steile klim in de slotronde van het olympische parcours
Deze ronde, met als afsluiting telkens een technische afdaling, moeten de renners in totaal drie keer overleven. De laatste keer dat zij de top van de Vista Chinesa bereiken, zijn 224,2 van de in totaal 241,5 kilometer afgelegd. Terug naar de Copacabana gaat het vervolgens eerst in dalende lijn richting finish, de laatste twaalf kilometer zijn vlak. “Door het parcours moet het hele veld daar uit elkaar liggen. Mijn gevoel zegt dat tijdens die laatste twaalf kilometer geen groep van vijftien man meer bij elkaar is”, voorspelt Bouwman.
Favorieten
De olympische wegwedstrijd is zoals gebruikelijk gekleurd door een gemêleerd gezelschap. In totaal staan 144 renners uit 63 verschillende landen in Rio aan de start. In tegenstelling tot een WK rijden de landenteams met veel kleinere ploegen, wat de koers heel lastig te controleren maakt. Alleen België, Colombia, Groot-Brittannië, Italië en Spanje hebben op basis van de UCI-ranking vijf plaatsen toegewezen gekregen. Nederland moet het doen met een mannetje minder.
De prestaties die het Nederlandse kwartet dit seizoen kon overleggen, geven genoeg reden tot optimisme. Steven Kruijswijk rook dit voorjaar zelfs aan de eindzege in de Giro d’Italia, al heeft hij in het eendagswerk nog weinig bewezen. Dat kan men niet zeggen van Bauke Mollema en Wout Poels. Die eerste beleefde vorige week de best denkbare generale, door op fraaie wijze de Clásica San Sebastián te winnen. Poels maakte indruk in de Tour de France als eerste luitenant van zijn kopman Chris Froome. Ook de manier waarop hij Luik-Bastenaken-Luik dit voorjaar naar zich toe wist te trekken, maakt van de Limburger een van de kanshebbers.
Voor Tom Dumoulin ligt de focus vooral op de tijdrit van woensdag. Het is met name de vraag hoe zijn pols het houdt na de lelijke val in de slotfase van de Tour.

Alejandro Valverde – Foto: Sirotti
Hoewel Nederland zeker een woordje mee zal spreken, zijn er nog meer ijzersterke blokken. Bij Spanje is het vooral de vraag of kemphanen Alejandro Valverde en Joaquim Rodríguez elkaar niet in de wielen gaan rijden. Beide renners kwamen goed uit de Tour en kleurden mede de finale in San Sebastián. Valverde was in het verleden vaak dicht bij een hoofdprijs in het shirt van Spanje, maar telkens lukte het net niet. Twee zilveren en vieren bronzen WK-medailles spreken wat dat betreft boekdelen. Zaterdag in Rio krijgt de 36-jarige de uitgelezen kans om dat voor eens en voor altijd recht te zetten.
De Italiaanse kopman luistert naar de naam Vincenzo Nibali. De topaankoop van het nieuwe wielerteam uit Bahrein reed de Tour nadrukkelijk met Rio in het achterhoofd. Hij werd beter naarmate de Tour vorderde (met een derde plaats in de voorlaatste bergrit als bewijs) en dat is een goed voorteken. De kans is groot dat Nibali zich zaterdag laat zien in de finale. Schaduwkopmannen zijn Fabio Aru, die op het einde van de Tour juist door het ijs zakte, en Diego Rosa.
Voor Chris Froome biedt het parcours ook een uitgelezen kans om een gooi te doen naar olympisch goud. Sterker nog, de winnaar van de Tour geldt ook als een van de topfavorieten in de tijdrit van woensdag en mikt dus op de dubbel. Gaat het wedden op twee paarden niet tegen hem werken? En wat kan Froome überhaupt in een eendagskoers? Feit blijft dat hij in topvorm is en er op de klimmetjes moeilijk af te rijden zal zijn. Adam Yates en Geraint Thomas zijn sterke metgezellen bij de Britse ploeg.
Bij Colombia is door het afzeggen van Nairo Quintana de beoogde kopman weggevallen, maar dat hoeft niet zo erg te zijn als het lijkt. Met Johan Esteban Chaves, Sergio Luis Henao, Miguel Ángel López, Jarlinson Pantano en Rigoberto Urán bulkt de selectie namelijk van het talent. Urán bezorgde zijn land een verrassende zilveren medaille in Londen, op een parcours dat hem eigenlijk helemaal niet lag. In Rio is dat wel anders, al heeft hij bij Cannondale-Drapac nog geen potten kunnen breken. Pantano, een van de smaakmakers in de afgelopen Tour, en López (winnaar van de Ronde van Zwitserland) zijn wellicht beter in vorm. En wat kan Chaves na zijn tweede plaats in de Giro?

Romain Bardet – foto: Sirotti
België is het vijfde land dat het maximale aantal renners mag afvaardigen, maar qua pure klimmers is het bij onze zuiderburen nogal dun gezaaid. Daarom besloot bondscoach Kevin De Weert met Greg van Avermaet en Philippe Gilbert voor twee klassieke types in de selectie te kiezen. Met hun aanvalslust kunnen Serge Pauwels en Tim Wellens voor een verrassing zorgen, maar een topfavoriet heeft België niet in huis. Laurens De Plus is hun vijfde man.
De selectie van Frankrijk lijkt beter uitgerust voor dit parcours. Romain Bardet komt na zijn tweede plaats in het eindklassement van de Tour in topvorm naar Rio. Julian Alaphilippe, die als 24-jarige toch al een goede staat van dienst heeft in het eendagswerk, zal ook niet stil blijven zitten. Bovendien heeft hij een goed eindschot in de benen en dat kan cruciaal zijn in de laatste, vlakke slotkilometers. Thibaut Pinot moet de Spelen aan zich voorbij laten gaan en is vervangen door Alexis Vuillermoz, die vorig jaar het testevenement op zijn naam schreef. En kan Warren Barguil zich revancheren voor een mindere Tour?

Daniel Martin – foto: Sirotti
Een andere renner die goed kan klimmen en bovendien een sterk sprintje heeft, is Daniel Martin. De Ier heeft Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije al op zijn erelijst staan en bewees in de Tour dat het met zijn vorm wel snor zit. Door de kleine landenploegen op het WK is het niet zo’n groot nadeel dat hij maar één ploeggenoot (Nicolas Roche) tot zijn beschikking heeft.
Michał Kwiatkowski had normaal ook bij het rijtje kanshebbers gestaan, maar de vorm van de wereldkampioen van 2014 laat dit seizoen te wensen over. Rafał Majka lijkt dan ook de aangewezen kopman bij de Poolse ploeg. Een andere oud-wereldkampioen, de Portugees Rui Costa, werd in de Tour niet beloond voor zijn aanvalslust, maar mag men wel zien als een outsider. Zuid-Afrika heeft een gevaarlijke klant in huis met Louis Meintjes.

Rui Costa – foto; Sirotti
Cadel Evans bezorgde Australië in 2009 de eerste wereldtitel op de weg, maar olympisch goud op deze discipline ontbreekt nog voor de Aussies. Aan Richie Porte de taak om daar verandering in te brengen. Hij is de enige kopman binnen de ploeg en voorspelde zelf al ‘dat de renners die goed waren in de Tour waarschijnlijk ook de olympische wegrit zullen kleuren’. Zelfs als typische ronderenner zou hij best op een dag enorm uit kunnen pakken.
Bij de Zwitsers moet Michael Albasini, tweede achter Wout Poels in Luik-Bastenaken-Luik, zich zien te onderscheiden. Hij weet Fabian Cancellara, die vooral met zijn hoofd bij de tijdrit zal zitten, aan zijn zijde. Duitsland heeft geen echte klimmers, al reed Emanuel Buchmann een sterke Tour (21e). Ook Slovenië (Simon Spilak), Denemarken (Jakob Fuglsang), Tsjechië (Leopold König) en Noorwegen (Edvald Boasson Hagen) hebben niet direct een topfavoriet in huis, maar zullen zich wel in de strijd willen mengen.
En vergeet niet dat een olympische wegrit wel eens een enorme surprise op kan leveren. De Portugees Sergio Paulinho reed nota bene voor het nietige LA-Aluminios toen hij in 2004 in Athene zilver pakte achter Paolo Bettini. Dus misschien zien we straks wel een Ethiopiër (Tsgabu Grmay), Venezolaan (Jonathan Monsalve), Est (Tanel Kangert), Nieuw-Zeelander (George Bennett) of Costa Ricaan (Andrey Amador) op het podium stralen.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Alejandro Valverde
*** Vincenzo Nibali, Daniel Martin
** Chris Froome, Wout Poels, Joaquim Rodríguez
* Julian Alaphilippe, Bauke Mollema, Rui Costa, Romain Bardet
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)
Weer en TV
Voor veel evenementen op de Olympische Spelen moet je tot laat opblijven, maar bij het wegwielrennen is dat niet het geval. De koers voor de mannen begint zaterdagmiddag om half drie Nederlandse tijd. Rond 21.15 uur is duidelijk wie zich de nieuwe olympisch kampioen mag noemen. De NOS zendt de race live uit op tv en op internet. Ook Sporza doet live verslag. Op tv is er tussendoor ongetwijfeld ook aandacht voor andere sporten.
Hoewel het in Rio winter is, hebben ze daar over het weer niets te klagen. De voorspelling luidt dat het zaterdag maximaal 28 graden, zonnig, en de hele dag droog blijft.
[poll id=”293″]
Goud: Mollema
Zilver: Poels
Brons: Kruijswijk.
Als Kruijswijk kans ziet om 2 ronden voor het eind te vertrekken met gelijkgestemden moet ik het nog maar eens zien of ze teruggepakt worden.
Winnaar LBL, winnaar CSS (toch de 2 zwaarste heuvelklassiekers samen met RVL)
Bijna winnaar van laatste edities Vuelta en Giro.
Ik heb zin in de zaterdag
Het is misschien wat chauvinistisch maar Wellens zou toch ietsje meer mogen verdienen. België heeft dan wel geen echte klimmer maar drie experten in eendagswerk en het zijn afmakers + een knecht die hun energie kan besparen + een rasaanvaller in de bergen met parcourkennis.
Achja dat de beste mogen winnen en liefst iemand van de lage landen
Op zo'n zwaar parcours heb je juist meer kans dat er een favoriet wint. De Venezolaan die goud haalt zal dan toch een serieus goede renner zijn
Wellens is wel goed, maar je zag in San Sebastian ook weer dat als de toppers er zijn hij toch niet meekan. Hij moet hopen op hondenweer. Van Avermaet kan het misschien wel, maar het parcours is waarschijnlijk wat te zwaar.
@tdv dit parcours is veels te zwaar voor Wellens, het wordt voor hem een "Nietes"
1. Poels
2. Froome
3. Mollema
Ik denk dat een goede outsider er met de gouden plak vandoor gaat. Een Costa, Rosa, of Chaves