Robby Cobbaert, de gloednieuwe ploegleider bij Visma | Lease a Bike: “Vingegaard zocht zelf contact”
Interview Naast de negen nieuwe renners, verwelkomt Visma | Lease a Bike ook twee aanwinsten in de ploegleidersstaf. Het Nederlandse WorldTeam koos voor twee jonge krachten, die bij het grote publiek wellicht niet meteen een belletje doen rinkelen. Jesper Mørkøv (36) deed al ervaring op bij Uno-X Mobility, maar het aantrekken van de 34-jarige Robby Cobbaert was misschien nog een grotere verrassing. WielerFlits zocht hem op voor een kennismaking.
Dat we Cobbaert tegen het lijf lopen op de wereldbekercross van Dendermonde, is geen verrassing. De man uit het Belgische Herzele heeft zelf een verleden als veldrijder en verdiende zijn strepen de voorbije drie jaar als ploegleider bij het Pauwels Sauzen-Bingoal-crossteam van Jurgen Mettepenningen. “Dan is dit een serieuze stap. Maar ook een compliment voor mijn werk met de renners van Jurgen in de afgelopen jaren. Anders komen ze ook niet bij je aankloppen”, lacht Cobbaert aan onze microfoon.
Zijn traject naar de WorldTour was nochtans vrij atypisch. “Ik ben twee jaar deeltijds prof geweest op continentaal niveau bij Cibel-Cebon. In die periode heb ik toch een 1.2-wedstrijd gewonnen (Dwars door de Vlaamse Ardennen, red.), wat voor mij het hoogtepunt in mijn carrière als renner was. De laatste twee jaar dat ik fietste, begon ik last te krijgen van slagadervernauwing. Ik koerste dan nog enkel voor het plezier. Maar dat was ook meer op één been dan op twee, bovendien op kersmiskoersniveau.”
“In 2022 mocht ik de jeugdploeg van Jurgen beginnen coachen, daarnaast koerste ik zelf nog enkele wedstrijden mee. Maar toen ik de kans kreeg om Richard Groenendaal op te volgen als ploegleider van de profs, kon ik mijn eigen ambities heel gemakkelijk aan de kant schuiven en mijn carrière stopzetten. Je hebt dan toch iets waarbij je jouw passie kunt verderzetten. Als je mij toen had gezegd dat ik twee jaar later bij Visma | Lease a Bike zou zitten, dan had ik het niet geloofd. Het is veel sneller gegaan dan verwacht.”
Het is wel een heel andere wereld dan wat je gewend bent, lijkt ons op het eerste zicht.
“Je kan de cross en de weg ook niet echt vergelijken. Bij Pauwels Sauzen-Bingoal heb ik wel het wegprogramma gecoacht in koersen als Dwars door het Hageland, de Tour de Wallonie en Baloise Belgium Tour, maar dat ging over veertig koersdagen. Nu gaan het er zeker drie keer zo veel zijn. Ik denk dat het een goede stap was om te beginnen. Dat zag je ook bij Gianni Meersman, die is doorgegroeid tot bij Alpecin-Deceuninck. Ik heb veel geleerd over het logistieke. In een kleiner team ben je voor veel meer verantwoordelijk, en daardoor leer je alle aspecten van de job.”
Had je altijd al het gevoel dat er meer een coach dan renner in je zat?
“Zeker in de laatste jaren dat ik koerste en niets meer hoefde, viel het me op dat ik altijd een beetje de leiding probeerde nemen. Ik wilde me graag ontfermen over de jongere renners, en dat lag me ook altijd goed. Maar het ploegleiderschap zelf, daar werd ik ineens ingegooid, zonder dat ik wist wat ik kon verwachten. Opeens moest ik Eli Iserbyt en Michael Vanthourenhout begeleiden, twee renners met een supermooi palmares. Maar ik heb nooit het gevoel gehad dat ze dachten: die Cobbaert heeft zelf minder bewezen dan wij, dus we nemen hem niet serieus. We hebben altijd goed kunnen samenwerken.”
Wat is je coachingsstijl?
“Ik probeer om tussen de renners te staan en met veel overleg tot iets te komen. Dat vind ik heel belangrijk. Ik ben van dezelfde generatie als veel van de huidige renners, en sommigen zijn zelfs ouder dan ik. Dan vind ik niet dat je er boven kunt of moet staan. Samen tot een plan komen met de renner, dat heeft voor mij altijd gewerkt in het verleden. Ik wil op dat gebied mezelf blijven.”
Krijg je door je vrij jonge leeftijd gemakkelijker een band met de renners?
“Dat denk ik wel. Althans, dat merkte ik ook altijd als ik met de beloften samenwerkte. Er is sneller een goede persoonlijke klik en je begrijpt elkaar een beetje beter. Het heeft zijn voor- en nadelen. Naar Mario De Clercq keken de renners heel hard op, en ik was in hun opzicht dan weer heel bereikbaar. Dat was een mooie combinatie, en die rol zal ik ook bij Visma | Lease a Bike proberen invullen.”
Hoe is een van de grootste ploegen ter wereld dan bij jou terechtgekomen?
“Ik kende Jan Boven (de ploegleider van Visma | Lease a Bike met focus op de vrouwen en crossers, red.) al van in het verleden, en van het ene is het andere gekomen. Ze zochten twee nieuwe coaches, omdat ze iets meer ploegleiders wilden in sommige wedstrijden. Ze zochten ook iemand die de dames en heren kon en wilde combineren. Omdat ik dat in het verleden ook heb gedaan, kwam ik op de radar. Dat sprak me meteen aan. Ik ga 80 % van de tijd met de WorldTour-mannen mee en 20 % met de dames.”
Ben je snel in de ploeg kunnen inburgeren?
“Dat is héél goed gegaan. Ik ben bij de ploeg begonnen vanaf de eerste meetings van start gingen begin oktober. Je komt dan toe op de service course, je gaat met alle ploegleiders overleggen. Dat was allemaal veel grootschaliger dan ik gewend was, vaak ging het om meetings met 20 tot 25 personen. Meteen viel het mij op dat het een heel familiale ploeg is. De renners heb ik voor een eerste keer ontmoet op de december-stage. Maar je voelt je nooit nieuw, iedereen is gewoon heel sociaal en vriendelijk.”
Hoe was de ontmoeting met Wout van Aert en Jonas Vingegaard?
“Eerlijk? Je hebt dan wel een klein hartje, maar ze zijn ook maar gewone mensen en zo willen ze ook het liefst behandeld worden. Het fijne was dat zij zelf het contact zochten. Ze merkten dat ik nieuw was en ze vroegen me meteen: hé, hoe gaat het in de ploeg als nieuweling? Ze waren allebei heel begaan met mij en dat is alleen maar een fijn welkom in de ploeg.”
Hoe moeilijk wordt het om leiding te geven aan zulke wereldtoppers? Zij moeten jouw gezag wel accepteren, natuurlijk.
“Op zich weten zij ook wel dat je als ploegleider op bepaalde momenten voor hen beslissingen gaat moeten nemen. En dat je daar ook eindverantwoordelijke voor bent. Dat respecteren ze heel erg, heb ik het gevoel.”
Hoe zal jouw takenpakket er concreet uitzien?
“In de ploeg heb je race coaches en logistieke coaches. In de ene wedstrijd ga je het logistieke aspect regelen, en in de andere wedstrijd vooral het tactische en het sportieve. Daar wordt een heel mooie mix in gevonden voor iedereen. En ik besef heel goed dat ik in dat opzicht nog veel ga moeten leren. Voor mij is het heel goed dat ik beide zaken kan combineren. Ik wil veel knowhow opdoen en mezelf blijven ontwikkelen in dit vak.”
Zal je dat meteen in de grootste wedstrijden ter wereld kunnen doen?
“Het wordt heel weinig werken in België, ik zal heel veel in het buitenland zijn. Maar wel allemaal mooie wedstrijden zoals de Rondes van Zwitserland, Baskenland, Catalonië en Guangxi. Voor mij en Jesper Mørkøv is die laatste iets om allebei naar uit te kijken, richting het einde van het seizoen. Als je daar al zeven keer geweest bent, dan ben je China misschien beu. Maar ik vind het toch iets speciaals.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.