Sam Bennett na ‘verloren jaren’: “Ze zien mij niet meer als topsprinter, maar ik ben het nog wel”
Foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
woensdag 8 januari 2025 om 13:00

Sam Bennett na ‘verloren jaren’: “Ze zien mij niet meer als topsprinter, maar ik ben het nog wel”

Interview Moeten we Sam Bennett nog bij de snelste sprinters ter wereld rekenen anno 2025? Als we hemzelf die vraag stellen, weerklinkt volmondig ‘ja’. Maar het is niet onlogisch dat niet iedereen die mening deelt. Voor de laatste zege van de 30-jarige Ier op het hoogste niveau moeten we toch al snel terug naar 2022. Zijn hoogdagen lijken intussen een tijdje achter ons te liggen, maar Bennett legt ons in dit interview uit waarom we hem nog niet moeten afschrijven.

We spreken Bennett in de Decathlon Arena in Lille, de thuisbasis voor de presentatie van Decathlon AG2R. De Ier heeft er net zijn eerste seizoen bij de ploeg opzitten, nadat hij tijdens twee jaar BORA-hansgrohe de snelle benen van zijn Quick-Step-periode nooit meer had teruggevonden. “Ik geef toe: het is niet die frisse start geworden waar ik op had gehoopt. Maar ik ben wel in een omgeving terechtgekomen waarin ik opnieuw mezelf zou kunnen worden”, klinkt het hoopvol.

Tussen 2018 en 2021 leek het voor Bennett allemaal vanzelf te gaan. De snelle Ier reeg in het spoor van lead-outs van wereldklasse zoals Michael Mørkøv de overwinningen op het hoogste niveau aan elkaar, met twee ritzeges en de groene trui in de Tour de France van 2020 als hoogtepunt. Daarna verliep de loopbaan van Bennett altijd wel met ups en downs. Volgens zijn toenmalige ploegbaas Patrick Lefevere was dat te wijten aan mentale problemen, maar Bennett hield altijd vol dat knieklachten hem hinderden.

“Het probleem: in topsport draait het om momenten. Om goede resultaten te rijden, moeten alle capaciteiten die je hebt op het juiste moment samenvallen. We hebben al héél veel geleerd van dit jaar. Het heeft lang geduurd vooraleer ik mijn sprint terug had. Rond de periode van de Vierdaagse van Duinkerke en het Critérium du Dauphiné begon ik me eindelijk weer mezelf te voelen. Dat momentum ben ik tijdens de Tour de France weer een beetje verloren, en tegen het einde kwamen daar nog maagproblemen bij. Pas begin september voelde ik dat ik mijn sprint terug had. Dat heeft dus meer dan een jaar geduurd.”

Het was voor Bennett afzien in de Tour – foto: Cor Vos

Bennett vindt het zelf moeilijk om de vinger erop te leggen waardoor zijn resultaten er niet uitkwamen. “De cijfers zijn heel goed. Als het klikt, is het makkelijk. Je zag dat in de Vierdaagse van Duinkerke. Dan komt het allemaal gewoon in één keer samen en win ik vier keer op vijf dagen. Daar zag ik dat ik de capaciteiten heb. Ik was bijna klaar om op te stijgen, maar dan liep het toch terug mis. Er zijn dus wel flarden geweest van mijn beste zelf. Dat is mooi om te zien, en dat houdt me ook gemotiveerd. Maar uiteraard wil ik meer dan dat.”

Perceptie in het peloton
Te meer omdat de Ier zichzelf nog altijd als een potentiële topsprinter ziet. “Binnen Decathlon AG2R is dat ook het geval, voor de buitenwereld soms minder. Sport gaat natuurlijk gewoon door. In je topjaren krijg je veel respect en word je als een echte persoonlijkheid in het peloton gezien. Maar dat was even snel weer gedaan. Er komen steeds meer jonge renners de kop opsteken, die allemaal vechten om je van de troon te stoten. Die jongens zijn nieuw in het peloton en zien je niet als een topsprinter, maar je ziet jezelf natuurlijk nog wel zo. Dat voelt erg vreemd aan en is toch wennen.”

En als men je in het peloton niet meer als een winnaar percipieert, worden sprints automatisch lastiger. “Vroeger werd ik meer geaccepteerd voorin het peloton in de laatste kilometer, omdat je tegenstanders weten tot wat je in staat bent. Je bent legit en gaat toch wel resultaten rijden. Maar als je slecht bent, roepen renners dat je uit de weg moet gaan omdat je toch niets gaat doen. Als je de resultaten hebt, wordt sprinten écht gemakkelijker. Maar soms hangt het ook gewoon af van het truitje waarin je rijdt. Bij Soudal Quick-Step hadden we een top lead-out en werden we ook voorin geaccepteerd. We moeten nu met onze trein bij Decathlon AG2R ook dat respect afdwingen.”

Die zoektocht heeft Bennett ook best bescheiden gemaakt. “Ik mag nooit vergeten wat het vergt om aan de absolute top te komen in de eerste plaats. Het is moeilijker om aan de top te komen, dan om je positie daar te behouden. Als je op dat topniveau of er dicht tegenaan zit, denk je altijd: ik kom wel terug, ik kom wel terug. Maar ik ben nooit meer op mijn best geweest na mijn blessure in 2021. Dat is een sleutelmoment geweest, want daarna is ‘het’ twee jaar niet meer teruggekomen. Ik moest helemaal vanaf nul beginnen opbouwen.”

Bennett ziet dat steeds meer jonge renners hem inhalen, zoals Kooij – foto: Cor Vos

Maar juist daarmee verloor hij wel enkele goede jaren van zijn carrière, die hij nooit meer terug zal krijgen. Steekt dat bij de Ier? “Het zijn zeker verloren jaren geweest. Het hadden normaal gezien de beste jaren van mijn carrière moeten zijn, mijn leeftijd in acht genomen. Maar ik ben nog steeds op een leeftijd dat ik fris ben. Het is niet dat ik neerzit en me afvraag waar ‘het’ is. Ik zie dat het er nog is, dat het niet gedaan is met mij. Als ik niet geloofde dat ik het nog kon, had ik wel iets anders in de sport gedaan. Ik moet op zoek naar consistentie, verstandig beginnen opbouwen en dan de juiste doelen stellen.”

Kortere sprints
Bennett ziet alvast nog een voordeel voor zichzelf. “Het sprinten is veranderd. We zijn in een periode aanbeland waarin sprinten me meer zou moeten liggen dan ooit. Je moet als renner breed ontwikkeld zijn en een grote motor hebben om mee te doen, maar vooral nog fris zijn aan het einde. Het draait er allemaal om hoe je aan de sprint begint. Als je vijf keer op de pedalen gaat staan en je bent leeg, dan denken mensen: sprint toch gewoon. Maar dat heeft allemaal met frisheid te maken.”

“Je mag niet onderschatten hoeveel inspanningen je moet leveren om in de juiste positie voor een sprint te geraken, en dan nog iets over te houden. Dat wordt steeds belangrijker. Je ziet nu niet vaak meer sprints van 200 meter, maar steeds vaker 150 of zelfs 130 meter. Kijk eens naar hoe veel renners in de laatste meters nog winnen. Iemand kan op 200 meter dominant aanzetten, maar in de laatste vijftig meter komen er nog drie, vier over. Je moet dus fris genoeg zijn om koersen te winnen en dat is altijd mijn sterkte geweest.”

Bennett weet dus wat hem te doen staat in 2025. “Ik wil sterk starten. Ik wil winnen in de WorldTour, liefst in een grote ronde, en tonen dat ik nog altijd bij de beste sprinters hoor. De Tourstart in Lille is heel belangrijk voor de ploeg. Maar het ding is, ik wil de Tour alleen doen omdat ik het verdien en omdat ik goed genoeg ben. Niet omdat het mijn positie binnen de ploeg is. Het is niet leuk om naar de Tour te gaan als je voelt dat je niet goed genoeg bent om voor resultaten mee te doen. Ik wil daarheen gaan en voelen dat ik ritten kan winnen. Ik weet dat ik goed genoeg ben en dat ga ik de komende maanden bewijzen.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.