Voor Sanne Cant komt zaterdag een lang gekoesterde wens uit. De drievoudig wereldkampioene in het veldrijden verschijnt namelijk voor het eerst aan de start van Strade Bianche. Ze is een van de zes rensters in de selectie van Plantur-Pura.

Twee weken geleden sloot Cant haar crossseizoen, waarin ze haar dertiende Belgische nationale titel binnenhaalde, af met een vijfde plek in de Internationale Sluitingsprijs van Oostmalle. Morgen gaat ze op voor haar eerste Strade Bianche. “Het is een wedstrijd waar ik al lang van droom om die ooit eens te rijden. Ik had nooit verwacht dat die droom werkelijkheid zou kunnen worden”, vertelt ze in gesprek met Sporza.

Ondertussen heeft ze het parcours al verkend en wat ze aantrof, zorgde voor enthousiasme. “Het is lastiger dan het er op tv uitziet, maar ik heb toch vooral genoten”, zegt de 31-jarige, die merkte dat ze op de grind- en gravelpaden als veldrijdster met minder angst de afdalingen indook dan haar collega’s uit het wegwielrennen. “Maar om nu te zeggen dat dat zaterdag zoveel verschil zal maken, is misschien wat overdreven.”

Verwachtingen
Behalve Cant staan ook collega-veldrijdster Yara Kastelijn, de wegwielrensters Justine Ghekiere en Julie Van de Velde, baanrenster Laura Süßemilch en mountainbikester Ronja Eibl aan de start namens Plantur-Pura. “Met welke verwachtingen ik aan de start sta? Dat is nog moeilijk in te schatten. We moeten de rolverdeling nog bespreken”, aldus Cant. “Met de ploeg hopen we een mooi resultaat neer te zetten. Hopelijk kan ik daar mijn steentje toe bijdragen.”

Na Strade Bianche staat ook onder meer Parijs-Roubaix op het programma van Cant. Het is de bedoeling dat ze twee à drie maanden aan haar crossseizoen vastknoopt. “Maar het is niet zo dat ik mijn focus de komende jaren zal verleggen van het veld naar de weg. Mijn contract loopt dit jaar ook ten einde. Daar ben ik helemaal niet mee bezig, maar het crossseizoen blijft wel het belangrijkste.”