Sanne Cant: “Nieuwe uitdagingen op de weg brengen ook de goesting om te crossen terug”
Interview In de cross was het de afgelopen twee jaar allemaal wat minder, maar Sanne Cant herontdekte zichzelf afgelopen zomer wel als renster op de weg. Met frisse motivatie is de Lilse het komende crossseizoen het uithangbord van Crelan-Fristads, een van de ploegen van de broers Roodhooft waar ze nog tot februari 2025 mag blijven.
Cant heeft de opbouw van het Roodhooft-imperium in het wielrennen vanop de eerste rij meegemaakt. Sinds 2009 rijdt ze onafgebroken in een shirt van de broers en ze schonk hen in een periode van dertien jaar liefst drie wereldtitels, Europese titels en wereldbekers en dertien Belgische titels in het veldrijden. Het wederzijds respect is groot, ook als het wat minder gaat.
“Ik ben niet echt fan van veranderingen, dus nog drie seizoenen mogen blijven is het beste wat mij kon overkomen”, legt Cant uit aan WielerFlits. “Mijn contract liep af in december, waardoor er sowieso gesproken moest worden. We zijn er redelijk snel op uitgekomen dat het vertrouwen er langs de twee kanten nog altijd was. De ploeg voelt voor mij aan als een familie.”
Is dit jouw laatste profcontract?
“Dat is niet zeker, maar die kans is wel reëel. We moeten realistisch zijn… Als mijn contract afloopt, ben ik 35. Dan wordt het misschien eens tijd om te stoppen (lacht).”
Groeit jouw rol nu als adviseur van de jonge rensters in de ploeg? Toptalent Xaydee Van Sinaey is zopas aangekondigd, en met Julie De Wilde hadden jullie al een van de coming ladies van de cross in jullie rangen.
“Ik ga sowieso mijn eigen ding proberen doen tijdens de crossen. Maar als we bijvoorbeeld een parcoursverkenning doen, kunnen ze altijd met mij mee. Ik zal altijd open staan voor alle vragen die ze hebben en wil gerust de weg wijzen op het parcours. Dat doe ik al een aantal jaren en ik vind dat heel plezant. Ik durf mijn mening te zeggen, en dat gaat zeker niet veranderen.”
Afgelopen zomer zijn er een aantal nieuwe dingen op je afgekomen. Voor het eerst heb je meer dan dertig koersdagen op de weg gereden, met als hoogtepunt de Tour de France?
“Het klassieke voorjaar hadden we vorig jaar al een beetje gedaan, maar dit jaar zijn er inderdaad wedstrijden als Parijs-Roubaix en de Strade Bianche bijgekomen. Het niveau ligt daar superhoog, dus was een elfde plaats in Gent-Wevelgem voor mij verre van slecht.
Maar de Tour was wel de kers op de taart. Ik was mee als lead out voor Julie De Wilde, die volgens mij een van de rapste sprinters is die België de komende jaren gaat hebben. We willen voor haar een sprinttrein op de rails krijgen, en die hebben we in de Tour al kunnen testen. Als nieuwe, jonge ploeg moeten we daar nog stappen in zetten, maar ik amuseer me er echt mee.”
Heb je die nieuwe uitdagingen nodig om het wielerleven voor jou boeiend te houden?
“Als ik niet zo’n leuke zomer had gehad, dan zou ik nooit zo’n lange contractverlenging hebben getekend. Ik heb jarenlang in de zomer altijd dezelfde wedstrijden gereden, op hetzelfde niveau. Op den duur ben je daar op uitgekeken: altijd datzelfde stramien, dezelfde parcoursen. Die nieuwe uitdagingen zorgen terug voor goesting om te koersen en te crossen. Dat was écht nodig. En als ik mee aan dat project van Julie De Wilde kan bouwen, geeft dat ook heel veel voldoening.”
Wat het veldrijden betreft: je bent de afgelopen twee seizoenen de aansluiting met de wereldtop verloren…
“Dat moet ik toegeven. Ik denk dat de top veel breder is geworden, wat het lastiger maakt om veel te winnen. Ik heb er vorig jaar twee gewonnen: het BK en de Exact Cross in Meulebeke. Dat is weinig ten opzichte van de jaren voordien, maar anderzijds waren er weinig rensters die na het seizoen konden zeggen dat ze één keer hadden gewonnen. Een paar jaar terug won ik nog 20 à 25 crossen per seizoen, maar ik wist ook wel dat zoiets niet kon blijven duren.”
Maar juist daarom moet die aanpassing voor jou nu toch immens zijn?
“Dat klopt helemaal. Ik denk dat ik er intussen wel mee heb leren omgaan, maar ik geef toe: in dat eerste jaar was het veel moeilijker om te accepteren. Het is een proces dat iedere topsporter uiteindelijk door moet, en dat was bij mij niet anders.”
Waar kan je dit seizoen dan uitkomen?
“Ik vind dat heel lastig om te zeggen, omdat je er ook geen zicht op hebt wat de rest gedaan heeft. Ik kan alleen naar mezelf kijken, en ik voel me goed. Ik hoop dat ik dat ook laten zien, maar ik heb geen garanties. Ik heb in het verleden ook al met een supergoed gevoel gezeten, maar toch maar vijfde of zesde of tiende geëindigd. Als de rest rapper rijdt, dan is het zo.”
Op het BK zou je wel in staat moeten zijn om je record van dertien titels nog wat scherper te stellen.
“Ik probeer elke cross te winnen, dat is met het BK niet anders. Maar ik stem niet heel mijn seizoen af op één cross. Pas op, ik ben wel heel trots op dat record. Hoe ouder je wordt, hoe meer belang je er aan hecht. Vroeger dacht je soms: jaja, het zal wel, we doen er nog een trui bij. Terwijl ik het nu straffer vind dat er nooit iets is tussengekomen van ziekte of pech. Daar denk ik meer over na en natuurlijk wil ik er nog een paar bijdoen.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.