Serge Pauwels (CCC): “Plan A is dat ik ook in 2021 nog voor dit team uitkom”
Interview Serge Pauwels wil vooral optimistisch blijven wat de toekomst betreft. “Ik probeer om niet te ver vooruit te kijken. Zeker niet in de gegeven omstandigheden. Of ik nog renner ben in 2021? Dat is in elk geval de bedoeling, maar laten we eerst hopen dat er dit jaar nog gekoerst wordt. Al de rest vloeit daaruit voort.”
Serge Pauwels (36) maakt sinds vorig jaar deel uit van CCC, de ploeg die – voorlopig – het zwaarst getroffen word door de impact van het coronavirus. CCC trekt zich sowieso al terug als hoofdsponsor voor 2021 én de renners zouden volgens de laatste berichtgeving tevreden moeten zijn met vijftig procent van hun jaarwedde.
Kan jij ons even updaten over de situatie, Serge?
“Niet echt. Ik weet wel dat de nabije toekomst er iets rooskleuriger uitziet dan een tijdje geleden. We zijn dicht bij een oplossing, maar het is niet aan mij als renner om die te delen met de buitenwereld. Verwacht wordt dat de ploeg volgende week daar zelf over gaat communiceren. Maar het belangrijkste is dat we in 2020 nog kunnen koersen. Al de rest zal daar afhankelijk van zijn, denk ik.”
Is het sportieve aspect voor jou veel belangrijker dan de financiële kant van de zaak?
“Het financiële was nooit mijn belangrijkste drijfveer. Nu ook niet. Het heeft overigens ook weinig zin, want we hebben er in de huidige omstandigheden weinig controle over. Dan ben je beter dat je focust op het sportieve. Concreet: ik verzorg me zo goed als mogelijk en ik wil klaar zijn tegen dat de competitie herbegint.”
Je wordt dit najaar 37. Heb je de voorbije weken al gevreesd voor het einde van je carrière?
“Absoluut niet. Ik heb nog mijn plaats in het peloton. Ik bekijk het positief. Het peloton wordt steeds jonger. Dan denk ik dat er ook meer nood is aan ervaring. Dat kan in mijn voordeel spelen. Natuurlijk wordt het afwachten of dat effectief ook zo zal zijn. 2020 is hoe dan ook een crisisjaar, daarom kijk ik niet te ver vooruit. Binnen vier maanden kan alles anders zijn.”
Heb je jouw manager al opdracht gegeven naar een ander team uit te kijken?
“Het is altijd een bewuste keuze geweest om zelf mijn zaken te behartigen. Dat doe ik nog steeds. En nee, ik heb nog geen andere ploegen gecontacteerd. Dat zou ook bijzonder vroeg zijn. Er is nog amper gekoerst. Eigenlijk zijn we nu nog maar eind februari, als je kijkt welke wedstrijden nog allemaal moeten verreden worden. Trouwens, mijn ‘plan A’ is dat ik volgend jaar nog voor hetzelfde team uitkom.”
Is dat in de huidige omstandigheden geen wishful thinking?
“Ik heb geen glazen bol, maar op dit moment is die optie er nog steeds. Maar nog eens, de verwachting is dat de ploeg daar binnenkort over communiceert.”
Over naar het sportieve. Als er gekoerst wordt, hoe ziet je programma er dan uit?
“Dat hebben we intern nog niet besproken. Voor het uitbreken van de coronapandemie was het de bedoeling om te focussen op de Ronde van Frankrijk. Het idee was om er achteraf ook nog de Vuelta bij te nemen. Daar gaat nog steeds mijn voorkeur naar uit, met de Dauphiné als voorbereidingskoers. De snelle opeenvolging zal niet eenvoudig zijn, en we moeten in deze uitzonderlijke omstandigheden misschien ook rekening houden met wensen van andere renners.”
Hoe moeilijk is het om zo lang geen competitie te hebben?
“Dit is voor iedereen nieuw. Er zullen zelfs renners zijn die tien maanden geen competitie gehad hebben. Ik heb geprobeerd om mijn job goed te blijven doen. Ik ben ervan overtuigd dat dat dit najaar een mentaal voordeel kan opleveren. Eigenlijk heb ik nooit echt gas teruggenomen. Uit schrik voor een volledige lockdown ben ik ook de eerste weken van de pandemie buiten blijven trainen. Er was ook lange tijd sprake van een Tour in juli. Dan wil je geen vijf kilo bijkomen.”
“Ondertussen doe ik het iets rustiger aan, maar ik blijf elke dag fietsen. Voor mij is het een beetje op een plateau zeilen. Af en toe neem ik wat gas terug, maar nooit teveel. Het is zeker niet zo dat ik maar aan vijftig procent van mijn topvorm zou zitten. Doel is dan vanaf begin juli – afhankelijk of er nog (hoogte)stages mogelijk zijn – intensief op te bouwen. In zes weken tijd kan je naar je topvorm groeien.”
Als je je voorkeurslijstje met Dauphiné, Tour en Vuelta mag afwerken, is er dan nog ruimte voor andere (eendags)wedstrijden?
“Weinig, hé. De Brabantse Pijl is misschien nog een optie. Maar je moet ook ruimte hebben om rust te nemen. Als ik zie wanneer het Belgisch kampioenschap nu zal verreden worden… Misschien hadden ze beter een jaartje geen BK georganiseerd.”
Wegens té dicht bij de Tour?
“Op zondag komen we aan in Parijs en op dinsdag moeten we het BK rijden… Ik slaag er twee dagen na de Tour amper in om een criterium te rijden, laat staan een kampioenschap. Was het niet beter geweest om – zoals in Nederland – een keer over te slaan. Ik denk ook aan Tim Merlier, de regerende kampioen. Die wilde zo graag de klassiekers in de tricolore rijden. Nu zal hij zijn driekleur amper kunnen showen. Nee, ik zie er de meerwaarde niet van in. Het is een uitzonderlijk jaar. Dan kan je al eens iets laten vallen.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.