Youri IJnsen

• dinsdag 16 juli 2024 om 17:00

Interview Wie vijf jaar geleden had gezegd dat Bart Lemmen zou meedoen aan de Tour de France van 2024, had hijzelf als volslagen idioot verklaard. Maar niets is minder waar. De 28-jarige renner van Visma | Lease a Bike was na het terugtrekken van Sepp Kuss de verrassende vervanger. “Ik heb een snelcursus Tour-rijden gehad en dat gaat denk ik best wel goed”, vertelt Lemmen aan WielerFlits.

De nieuwe Tourspecial van RIDE Magazine is een must-have voor echte wielerfans! Onze nieuwe 236 pagina’s dikke zomer-editie is de meest complete Tourgids van deze zomer en staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Tadej Pogacar, Remco Evenepoel, Fabio Jakobsen, Gio Lippens, Christian Prudhomme en Charlotte Kool. Verzeker je van een heerlijke sportzomer en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

De Nederlander merkt dat de vermoeidheid begint in te slaan. Logisch ook, want voor Lemmen kwam zijn Tour-deelname óók als een verrassing. De maandag voor het NK kreeg hij plots een telefoontje van Grischa Niermann. “Die belt me natuurlijk wel vaker. Dat gaat meestal over wedstrijden en de opstellingen daarin. Dus daar zocht ik niets achter. Maar al snel legde hij uit dat Sepp nog herstellende was van corona, maar dat het niet heel erg goed ging. Mocht hij niet op tijd de oude zijn, dan wilde de ploeg heel erg graag dat ik naar de Ronde van Frankrijk zou gaan.”

Na een goed Critérium du Dauphiné en een dito voorseizoen, wist Visma | Lease a Bike dat de vorm van Lemmen in orde was. Maar zelfs stiekem in zijn achterhoofd was de Utrechter niet bezig geweest met een mogelijke Tour-deelname, ondanks alle blessures en zieken binnen de ploeg. “Mijn conditie was goed, dat is ook de reden waarom ik hier ben. Maar ik heb geen Tour-voorbereiding gehad. Als je van de renners in de Tour het gemiddelde aantal weken op hoogte neemt dit jaar, kom je uit op – wat zal het zijn – een week of vijf, zes in totaal. En ik had er nul.”

Lemmen rijdt plots aan de zijde van tweevoudig winnaar Vingegaard – foto: Cor Vos

Zeggen dat Lemmen onvoorbereid was, mogen we van hem dan ook weer niet doen. “Kijk, het is bewezen dat je echt harder gaat fietsen van een hoogtestage. Dat heb ik niet. Daarmee wil ik zeggen: ik denk niet dat hier de beste versie van mezelf staat. Dat is ook wat Grischa in dat telefoongesprek zei: ‘Idealiter hadden we je gewoon nog niet meegenomen’. Voor mijn eigen ontwikkeling vonden ze dat niet per se het beste. Alleen is de Tour wel de allerbelangrijkste koers van het jaar voor de ploeg. En ze dachten dat ik de plek van Sepp Kuss het beste kon invullen.”

Trots na snelcursus
En zo belandde de eerstejaars WorldTour-prof plots in de grootste wedstrijd op aarde. “Waarin ze ontzettend hard rijden”, lacht hij. Toch kan hij zijn werk goed doen, ondanks de niet optimale voorbereiding. “Ik rijd hier in ondersteuning van de kopmannen. Als mijn drempelwaarde bij wijze van spreken twintig watt hoger ligt, zou ik mijn werk niet ineens veel beter kunnen doen. Het draait om positioneren en op het juiste moment naar voren komen. Dat heeft niet zo veel van doen met hoe goed getraind je bent. Uiteraard, hoe harder je kunt fietsen, hoe makkelijker dat dan is.”

“Wat dat betreft ben ik nog trotser op mezelf”, gaat Lemmen verder. “De taak die ik nu heb komt echt aan op handigheid en het coureur-zijn. Doorgaans zijn dat taken – of beter gezegd kwaliteiten – die veel tijd kosten om dat goed onder de knie te krijgen. Ik heb dat hier in de Tour heel rap moeten leren hoe dat werkt. Een echte snelcursus, om het zo maar te zeggen. Maar dat gaat me volgens mij wel goed af. De jongens zijn ook heel duidelijk in wat ze van me willen en wat ze verwachten. Ik voer dat met alle plezier van de wereld uit. Op deze manier komen we er zeker.”

Lemmen ment het peloton in de gravelrit – foto: Cor Vos

De reden dat Lemmen trots op zichzelf is, is omdat hij pas op 21-jarige leeftijd begon met koersen. De basisvaardigheden die je in de jeugdcategorieën opdoet in het rijden van wedstrijden, mist hij. “In 2017 reed ik pas mijn eerste koers. In de sportklasse, om maar aan te geven wat mijn niveau was”, lacht hij. “Voor die tijd heb ik wel recreatief gefietst, maar dan ook echt recreatief-recreatief. Jaren met 2000 kilometer op de teller heb ik niet vaak gehaald. Ik was een echte mooi-weer-fietser. Dat deed ik ook wel heel graag. En dan rijd ik hier nu in de Tour. Bizar eigenlijk, hè?”

Van de Luchtmacht plots profwielrenner
Het verhaal van Lemmen is bekend. In twee jaar tijd groeide hij uit van officier bij de Luchtmacht tot profwielrenner. “Ik weet nog dat we twee jaar geleden op het werk het laatste uur van de Granon-etappe met Jonas hebben gekeken, met die tien miljoen demarrages. Ik reed toen nog bij VolkerWessels. Om dan te denken dat je prof bent, is al echt een enorme stap. Om dat te zijn in de WorldTour, is een nóg grotere stap. Bij Visma | Lease a Bike is dan wéér groter én dan ook nog de Tour in je eerste jaar… Hoe meer je uitzoomt en echt kijkt naar wat er is gebeurd… Absurd!”

“Ik zal het je sterker vertellen”, gaat hij enthousiast verder. “Toen het twee jaar terug steeds beter ging, zeiden mensen weleens: ‘Oh, Bartje. Er ligt zo’n mooie toekomst voor je in het verschiet. Ooit rijd je zeker nog eens de Tour’. Dat soort ge-blabla. Maar al die mensen die dat zeiden… het is bijna stom dat ze nog gelijk gekregen hebben ook. Want dat waren toen achterlijke uitspraken. Dat kon helemaal niet. Dat diezelfde mensen nu zeggen: ‘Ik zei het toch!’. Dat is echt… Het slaat nergens op. Het is echt niet te bevatten. Maar goed. Het is wel zo. En hoe mooi is dat eigenlijk?”

• 

  25 jun

  Lees ook Bart Lemmen (28) vliegensvlug in twee jaar van de Luchtmacht naar Tour de France

  25 jun

Gelukkig wel, vindt hijzelf. Lemmen is blij dat hij met zijn verhaal ook hoop kan bieden aan andere mensen die pas later de wielersport ontdekken, of gewoonweg wat langer nodig hebben om de top te halen. “Frank van den Broek heeft een vergelijkbaar iets, als je het mij vraagt”, haalt de renner van Visma | Lease a Bike zelf aan. “Hij doet het op zijn eigen manier ook echt meer dan geweldig in deze Tour. Ik heb er echt van genoten hoe hij die eerste etappe gereden heeft. Ik ben heel blij dat Frank en ik op een bepaalde manier wat verhalen aan deze Tour kunnen bijbrengen.”

The sky is the limit
Lemmen probeert de Tour te benaderen zoals elke andere wedstrijd. Volgens hem is het in beginsel hetzelfde: koersen, eten, slapen. Maar hij bevindt zich wel in een ploeg die de gele trui kan winnen. Als hij één wens mag doen voor de slotweek, dan is het uiteraard dat. “We staan op drie minuten van Tadej. Dat is een achterstand. Maar het is ook de Tour, hè. Het is nog een hele week koers. Normaal gesproken duurt een andere rittenkoers evenzo lang. Daarin gebeurt ook altijd van alles, dus dat kan nu ook. Er zijn nog een paar etappes waar mooie kansen liggen.”

Die kansen liggen er mogelijk ook voor Lemmen. Niet nu, maar wel in de toekomst. “Ik kan zeker nog groeien, omdat ik pas laat met wielrennen ben begonnen. Ik ben al 28 jaar, maar misschien heb ik wel nog de potentie van iemand van 24 of 25 jaar. In de gehele breedte ben ik nog sterker te maken. Het is pas mijn tweede volwaardige profjaar, waarin ik in het eerste seizoen vooral veel heb moeten leren. Het was voor mij heel erg wennen aan het leven als prof. Ik heb dat nooit gedaan. Maar dat gaat me wel steeds beter af. Ik hoop daarom nog mooie stappen te maken.”

Het uitrijden van een grote ronde kan daarbij helpen. “Wie weet kan ik dan volgend jaar een rol hebben in de richting van Jan Tratnik of misschien zelfs een Wilco Kelderman lite. Of ik zelf ooit top-10 in een grote ronde kan rijden? Dat is iets te hoog gegrepen, denk ik. Maar ik zeg wel vaker: ik verbaas me niet meer over het feit dat ik mezelf verbaas. Ik haal nu alleen wel het maximale eruit. Ik zit bij het beste team ter wereld qua begeleiding. Ik heb echt een fantastische trainer.”

“Het enige wat nog laaghangend fruit is, is een hoogtestage”, vindt Lemmen. “Daar ben ik heel erg nieuwsgierig naar. Maar wat ik op hoogte zou kunnen winnen, dan ga ik met mijn huidige niveau niet ineens top-10 rijden in een grote ronde. Dat is dan een proces van jaar naar jaar beter zijn dan het seizoen ervoor. Alleen top-10 lijkt me te veel. Maar goed, we zullen zien. Misschien lukt het wel. En dan kunnen wij samen lachen, want ook dit is nu een achterlijke uitspraak, haha!”

foto: Cor Vos