Steven Kruijswijk eindigde in de Wielerweek van Lombardije als twaalfde in het algemene klassement. Deze uitslag tussen mannen als Rebellin en Soler lijkt een bevestiging van zijn goede vorm. De 21-jarige Nederlander beleefde vooral veel voldoening aan het klimmen in de Italiaanse bergen.

“Ik wist dat ik goed in orde was, maar het was er nog niet uitgekomen”, zo vertelt Kruijswijk op Rabosport.nl. “Het was dit seizoen nog niet super gegaan en ik hoopte dat het hier zou lukken. En dan rijd je ineens met Di Luca, Soler en Visconti omhoog. Dat geeft wel een kick. Waarom het steeds niet lukte en nu wel, wist ik niet. Maar deze week voelde alles ineens heel erg goed. Van de ploegentijdrit tot en met vandaag. Met vandaag als uitschieter. Het ging bergop heel erg gemakkelijk.”

“Ik kon goed bijblijven op de beklimmingen. Er bleven uiteindelijk maar zeventien man over en daar zat ik dan bij. Tussen al die grote mannen. Nico (Verhoeven, ploegleider, red.) zei nog ‘Dat wil wel wat zeggen’. Zo zie ik het zelf ook in elk geval. Ik kon nog een mooi klassement rijden. Dit voelt echt als mijn beste ronde in mijn carrière. En dat in een deelnemersveld als hier aan de start stond.”

“Ik hoop vooral dat ik dit vast kan houden, kan doortrekken ook. Mijn volgende wedstrijden zijn de Ronde van Vlaanderen en Luik-Bastenaken-Luik. Beide voor U23. En mijn volgende ronde is waarschijnlijk in Bretagne. Niet zo bergachtig als hier, maar ik kijk er toch met plezier naar uit. Na 2008 (waarin hij lang blessureleed had, red.) heb ik er vreselijk veel zin in.”