woensdag 28 augustus 2024 om 22:00

Sven Vanthourenhout over ‘moeilijkste selectie ooit’: “Niet mijn visie, maar een uitdaging om dit te doen werken”

Interview De Belgische selectie voor een groot kampioenschap, daar is altijd wel wat om te doen. Voor het komende Europees kampioenschap in eigen land zijn er geen grote afwezigen. Bondscoach Sven Vanthourenhout neemt met Jasper Philipsen, Tim Merlier, Wout van Aert en Jordi Meeus gewoon vier sterke, snelle mannen mee naar Vlaams Limburg. “Het is eigenlijk niet mijn visie om met meerdere sprinters naar een kampioenschap te trekken, maar ik kon gewoon niet meer anders”, legt de bondscoach eerlijk uit aan WielerFlits.

Een must-have voor wielerfans! Op 20 september verschijnt er weer een nieuwe RIDE Magazine. Onze 172 pagina’s dikke najaars-editie staat weer vol met prachtige wielerverhalen om heerlijk van te genieten. Bestel jouw exemplaar nu online voor slechts € 9,95. Snelle beslissers ontvangen 15 euro korting bij FuturumShop. RIDE extra voordelig lezen? Neem dan nu een abonnement en krijg 20% korting!

“Het is de moeilijkste selectie die ik al heb moeten maken”, aldus Vanthourenhout, die sinds 2020 selectieheer is bij de elite mannen. “Ik ben iemand die snel namen op de lijst zet en meestal snel knopen doorhakt. Het is mijn gewoonte om snel met de renners te communiceren over mijn plannen, zodat ze zich zo goed mogelijk kunnen voorbereiden. Maar dit keer was het anders. Omdat we heel veel kwaliteit hebben voor een parcours als dat van Limburg. En ik heb daar ook mijn visie voor een stuk in moeten bijstellen. Dat heeft ervoor gezorgd dat het iets langer geduurd heeft dan ik normaal voor ogen heb.”

Vanthourenhout heeft het dan over zijn twee geselecteerde topsprinters, Jasper Philipsen en Tim Merlier. De twee reden bij Alpecin-Fenix al een tijdje in dezelfde ploeg in 2021, maar daarbij reden ze elkaar soms ook in de weg. Dat gebeurde trouwens ook afgelopen voorjaar in een sprint op het scherpst van de snee in de Classic Brugge-De Panne. Niet dat de twee het niet met elkaar kunnen vinden, maar twee dezelfde sprinterstypes meenemen, lijkt wel een risico.

“Het is aan mij om af te toetsen of ze zich in een bepaalde rol kunnen en willen schikken. Wanneer ze daar groen licht voor geven, komen ze op mijn lijst”, legt de bondscoach uit. “Twee topsprinters in één ploeg is niet mijn visie. In eerste instantie zat ik met alleen Jasper als kopman in mijn hoofd. Maar door het succesverhaal dat Tim de afgelopen maanden geschreven heeft, is daar verandering in gekomen. Daar ben ik tegenover hen altijd eerlijk in geweest. Tim wist dat het voor hem niet gemakkelijk werd om de selectie te halen, maar hij heeft er met zijn succesverhaal zelf voor gezorgd dat ik hem wel moest meenemen. Ik had geen enkel argument meer om hem thuis te laten, terwijl ik had gedacht dat hij na een lang seizoen nu te veel frisheid zou missen.”

Merlier en Philipsen vochten al behoorlijk wat duels uit – foto: Cor Vos

Hoe gaat Jasper Philipsen – die in eerste instantie rekende op het kopmanschap voor het EK in zijn eigen Limburg, nadat hij eerder al een olympische selectie door zijn neus geboord zag – daar dan mee om? “Na de Tour heb ik met Jasper en zijn ploeg samengezeten, en hij stelde me toen de vraag: ‘Wat ga je doen met Tim?’ Toen heb ik hem gezegd dat mijn visie één sprinter was. Later moest ik hem uitleggen dat ik daar op moest terugkomen, maar ik heb hem wel meteen verteld hoe de rolverdeling in elkaar zat. Het was dan aan mij om duidelijk te zijn en niet te zeggen: ‘Jasper, Tim gaat ook mee, tot in Hasselt’. Hij was snel akkoord.”

Toch moeten we niet verwachten dat we Merlier en Philipsen zij aan zij zullen zien sprinten. Op papier zou het wel kunnen dat ze allebei met hun persoonlijke lead-out – respectievelijk Bert Van Lerberghe en Jonas Rickaert – voor eigen succes gaan, maar dat lijkt niet het geliefkoosde scenario van de bondscoach. “Dat antwoord laat ik liever aan henzelf over. Daarmee wil ik zeggen: ze weten allebei goed genoeg waarom ze straks mee mogen gaan. Het is niet zo dat de bepaalde renners specifiek zijn geselecteerd voor een bepaalde sprinter. Zowel Jonas als Bert maken deel uit van de nationale ploeg en beiden kennen hun rol. Jonas is dus niet alleen aan Jasper gelinkt en Bert niet aan Tim. Mocht dat wel zo zijn, dan creëer ik voor mezelf problemen.”

Jordi Meeus – sprinter nummer drie in het team – zou wel meegaan in een dienende rol, en dan is er ook nog het geval Wout van Aert. Ook hij zit niet op de allerbeste lijn met Philipsen, na een sprintincident in de afgelopen Tour de France. Van Aert was na afloop best vocaal over het sprintgedrag van zijn landgenoot. Zijn er niet te veel risico’s bij het meenemen van al die kopmannen in één ploeg? “Ik vind dat juist een uitdaging om dat toch te doen werken, en hen op één lijn te krijgen. Er is met beide renners over de voorvallen gepraat, maar het is niet aan mij om daarin te gaan oordelen wat goed of niet goed was. Maar het is wel de bedoeling dat, als we straks samen aan tafel zitten in Hasselt, het van de baan is”, vindt Vanthourenhout.

Van Aert moet binnen de selectie van de West-Vlaming bovendien niét de honneurs in de sprint waarnemen. “Wout is iemand die op veel verschillende manieren kan koersen. Hij weet ook wel dat, als het uiteindelijk op een sprint uitdraait, dat iemand als Tim of Jasper echt wel over snellere benen beschikt. Of dat hun kans op succes groter is, dan als hij de sprint rijdt tegenover Jonathan Milan of Olav Kooij. Wout is ook iemand die daar altijd heel professioneel en heel volwassen mee omgaat. Hij gaat altijd mee in het juiste verhaal.”

Wout van Aert wordt de aanvaller van dienst – foto: Cor Vos

Vanthourenhout is dus een man met een plan. Het parcours in Limburg kan wel voor een groot deel op maat van sprinters geschreven zijn, toch is dat niet het scenario waar de bondscoach op zit te wachten. “Ik denk niet dat het niet ideaal is om voor een sprint te gaan voor ons, dat hoeft niet”, verrast hij helemaal op het einde van het gesprek. “Iemand als Jasper Philipsen kan ook offensief koersen, hé. Dit is een achttal met renners die koers durven en willen maken. Renners die het gewend zijn om klassiekers te rijden en die naar zich toe te trekken.”

“Het is al druk geweest voor Remco Evenepoel”

De grote afwezige, die oorspronkelijk wel was aangekondigd voor de tijdrit, is dubbel olympisch kampioen Remco Evenepoel. Logisch, volgens Vanthourenhout. “Ik probeer dat liefst vanuit het professionele standpunt te bekijken. Hij excuseerde zich naar mij toe, maar ik was de eerste om te zeggen: “Remco, blijf in Spanje en we zien mekaar in Zürich. Vanaf het moment dat er twijfel ontstond, heb ik meteen gezegd dat hij thuis moest blijven. Hij is voor zichzelf heel streng en ambitieus, hij wil die koers dan winnen, maar daar is hij misschien nog niet klaar voor.”

“Het is al heel veel geweest voor Remco. Na de Olympische Spelen, maar eigenlijk al eerder, keek hij enorm uit naar het EK. Na de Spelen bleef hij nog even in zijn enthousiasme hangen. We wilden graag met hem naar Limburg afzakken, omdat je dan meedoet voor het allerhoogste. De afgelopen dagen hebben we beslist om toch niet het EK te doen. De schrik zat er wel een beetje in dat als hij dit er nog zou bijnemen, dat hier en daar de planning in de war gebracht zou worden richting het WK in Zürich. Hij had meer frisheid en rust nodig om een ideale voorbereiding richting dat WK te hebben. Maar voor alle duidelijkheid: hij kan momenteel wel gewoon trainen.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.