Het is nog niet de Vuelta a España van Henri Vandenabeele. De Belg van Team DSM kwakkelt door een coronabesmetting al een tijdje met zijn vorm. Gisteren kwam hij in de eerste bergetappe als twee-na-laatste binnen op bijna veertig minuten van de winnaar, terwijl de jonge klimmer zich normaal juist in dit soort ritten wil tonen. Aan onder andere WielerFlits verklaart hij zijn tot nu toe teleurstellende Vuelta.

Zelf wijt Vandenabeele zijn mindere prestaties aan zijn gebrekkige voorbereiding. “Het was wel te verwachten. Door mijn coronabesmetting ben ik een paar weken echt slecht geweest. Ik heb maar één week goed kunnen trainen in voorbereiding op de Vuelta. De benen zitten vol. Uitrijden is voor nu het maximaal haalbare”, reageert de 22-jarige renner.

Toch heeft de klimmer besloten om de Vuelta te starten. “Ik wil graag zien hoe ik overleef richting de derde week. Ik kan blijven vechten, dus ik heb niet het gevoel dat ik aan het forceren ben. Voor nu kijk ik vooral naar de eerste rustdag en de tijdrit. Dat zijn dagen waarop ik nog kan herstellen”, zegt hij.

‘Alsof ik voor niets getraind heb’
Het is niet de eerste keer dit jaar dat de renner van Team DSM sukkelt met zijn gezondheid. “Na de Ronde van Catalonië heb ik griep gehad, en tijdens het Criterium du Dauphiné kreeg ik ook al corona. Dat is wel jammer want ik had wel een goede winter gehad, dat voelt nu een beetje alsof ik voor niets getraind heb”, aldus de Deinzenaar.

Desondanks probeert Vandenabeele positief te blijven. “Het zou goed zijn om de Vuelta uit te rijden, vooral met het zicht op volgend jaar. Met dit gevoel weet ik niet of ik door moet rijden, maar als ik me beter ga voelen richting de derde week zal ik wel uitrijden,” besluit hij.