In de schaduw van de Ronde van Lombardije liep vandaag ook de Eurométropole Tour (2.1) op zijn einde. De Belgische rittenkoers – in de volksmond nog altijd Circuit Franco-Belge genoemd – bracht voor de Belkin-formatie niet het gehoopte resultaat. ”We verdienden meer deze week”, aldus ploegleider Frans Maassen op de website.

”Ik ben blij met de energie die de jongens uitstraalden”, zo begint Maassen zijn evaluatie. ”Ze bleven het proberen, maar massasprints waren hier aan de orde van de dag. Theo Bos was echter nog niet goed genoeg om voor de dagzeges mee te doen, alhoewel hij met de dag beter wordt. Dat is goed nieuws.”

”Nu was het aan Graeme Brown die met een vierde en een zesde stek naar behoren gepresteerd heeft”, vertelt Maassen tot slot. Maarten Wynants, die vorig jaar nog derde werd in het eindklassement, deelt de mening van zijn ploegleider. ”Het was niet te doen om een ontsnapping op te zetten. Jammer, want in een groepje kan ik goed aankomen. Tegen de echte sprinters maak ik echter geen kans.”

De Eurométropole Tour werd gewonnen door de jonge Belg Jens Debusschere, die tweevoudig ritwinnaar John Degenkolb achter zich hield. Jetse Bol was de beste Belkin-coureur in het algemeen klassement. Bol vond zichzelf na vier dagen koers terug op een tiende stek.