Maxim Horssels
donderdag 11 juli 2024 om 15:50

Terugkeer rode trui oplossing voor saaie sprintritten

Special Urenlang een voortkabbelend peloton. Het is een beeld dat we meer dan eens hebben gezien deze Tour de France 2024. De vroege vlucht in vlakke etappes lijkt volledig uit de mode. In toenemende mate wil (of mag) een renner geen energie meer verspillen aan een aanvalspoging die toch tot niets zal leiden. WielerFlits zocht uit waarom.

De nieuwe Tourspecial van RIDE Magazine is een must-have voor echte wielerfans! Onze nieuwe 236 pagina’s dikke zomer-editie is de meest complete Tourgids van deze zomer en staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Tadej Pogacar, Remco Evenepoel, Fabio Jakobsen, Gio Lippens, Christian Prudhomme en Charlotte Kool. Verzeker je van een heerlijke sportzomer en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Niemand wordt er vrolijk van. De renners niet, de ploegleiders niet en ook de televisiekijker niet. De traditionele sprintritten staan qua amusementswaarde al in de schaduw van berg- en heuvelritten, maar nu ook de strijd om de vroege vlucht in vlakke etappes lijkt uit te sterven, is er weinig reden om een middag lang voor de buis te kruipen.

“De belangen voor de sponsors zijn niet meer heel kortzichtig om elke dag in beeld te zijn. Ze willen prestaties. Die zijn blijkbaar veel waardevoller dan de minuten die ze in beeld rijden”, vertelt Sep Vanmarcke, ploegleider bij Israel-Premier Tech. Die ploeg doet mee op basis van een wildcard. Met sprinter Pascal Ackermann en klassementsrenner Derek Gee hebben zij twee andere doelen om dagelijks voor te rijden.

Voor alle teams nemen de belangen toe in de Tour. Ook voor de ploegen die dus dankzij een uitnodiging mogen starten. Waar in het verleden zoveel mogelijk minuten in beeld rijden een belangrijke doelstelling was, kunnen zij tegenwoordig meedoen om de prijzen. “Dat geldt zeker ook voor ons”, legt Vanmarcke uit. “We hebben een competitieve ploeg mee. Elke dag scoren we goede resultaten en zitten we dichtbij de overwinning.”

Onderwerp van gesprek
Aike Visbeek, sportief directeur van Intermarché-Wanty maakt dezelfde analyse. “Bijna alle ploegen hebben een belang in het klassement of hebben een sprinter – sommige ploegen zelfs beide – mee. Dat betekent dat je niet roekeloos je energie overal aan kan besteden. De vroege ontsnappingen voor alleen publiciteit hebben dan minder prioriteit.”

Ook in het peloton is het een onderwerp van gesprek. “Er wordt echt wel gezegd van, oh, het is lang, het is saai en noem maar op”, vertelt Bart Lemmen (Visma | Lease a Bike). Ook zijn ploegmaat Wout van Aert verbaast zich over het gebrek aan strijdlust bij zijn collega’s. “Het begint met renners die wat meer zouden moeten geloven dat er wél iets mogelijk is. Wij als klassementsploegen zijn zo zenuwachtig dat we toch niet gaan achtervolgen. Je hebt gewoon effectief een kans op een ritzege. Alleen, er zijn blijkbaar geen ploegen die dat willen of kunnen proberen.”

Belangen groeien
Wat ook meespeelt is de strijd om UCI-punten. De eerste vijftien renners in de daguitslag verdienen punten. Ook voor teams zonder topsprinter is er nog genoeg te halen in een massasprint. Een tiende plaats is bijvoorbeeld goed voor dertig punten. Voor een team als Israel-Premier Tech is dat ontzettend belangrijk, benadrukt Vanmarcke. Wanneer zij aan het eind van het wielerseizoen bovenaan de ranglijst van ProTeams eindigen, verzekeren zij zich van een startplek in alle WorldTour-koersen. Vanmarcke: “Wij kunnen dus geen kansen verloren laten gaan. Meespringen met een ontsnapping die toch niet standhoudt, dient geen doel.”

Zowel renners als ploegleiders zijn het eens dat iets moet veranderen om de vlakke sprintritten weer aantrekkelijk te maken. Oliver Naesen van Decathlon AG2R La Mondiale pleit voor hogere geldprijzen bij tussensprints. “Leg iets juicy’s onderweg. Een dikke, vette cashbonus zodat toch íemand het gaat proberen. Als je daar vijf- of tienduizend euro neersmijt, gaat er wel gekoerst worden. Voor de organisatie is dat niet veel geld. Als ze dat niet doen, blijft het siësta time voor de toeschouwers, vrees ik.”

Frans Maassen in de rode trui (1988) – foto: Cor Vos

Terugkeer rode trui
Een andere oplossing is de terugkeer van de rode trui. Tussen 1983 en 1989 werd deze trui in de Tour de France uitgereikt aan de leider in het tussensprintklassement. Het concept is simpel. In iedere rit zijn er meerdere tussensprints waar je punten kunt verdienen. De renner met de meeste punten krijgt de rode leiderstrui.

Van de zeven eindwinnaars zijn er drie afkomstig uit Nederland; Jacques Hanegraaf (1984), Gerrit Solleveld (1986) en Frans Maassen (1988). Laatstgenoemde is momenteel in de Tour actief als ploegleider bij Visma | Lease a Bike en is voorstander van een terugkeer van dit nevenklassement. “Ik won die trui in mijn Tour. Het was überhaupt een droom voor mij om deel te nemen. Ik wilde mezelf dus ook tonen. Dat deed ik dus door veel aan te vallen, wat mij uiteindelijk deze trui opleverde.”

Ook Visbeek oppert de terugkeer van dit klassement en ziet er de waarde van in voor renners én publiciteit van de sponsoren: “Dit gaat honderd procent zeker werken, want iedereen wil een leiderstrui hebben. Als je bijvoorbeeld tien dagen aan de leiding staat in het sprintklassement en je mag dagelijks het podium op. Dat is een goed verhaal richting je sponsors.”

Haken en ogen
Voor een terugkeer van de rode trui moeten wel nog wat plooien worden gladgestreken. Allereerst moet de Tourorganisator ASO het willen en ook de UCI zou moeten meebewegen. In de UCI-reglementen (artikel 2.6.018)  staat dat een profwedstrijd maximaal vier leiderstruien mag uitreiken. De Tour zit met de gele (algemeen), groene (punten), bolletjes (berg) en witte (jongeren) trui aan dat maximum.

Een vijfde trui erbij zou bij de UCI een fundamentele regelwijziging vergen. Al zijn er ook alternatieven. De prijs voor de strijdlust (ander kleur rugnummer) en ploegenklassement (team aan de leiding draagt gele helmen) zijn creatieve oplossingen voor extra nevenklassementen. Bovendien is er onder het publiek een roep om jongerenklassementen (beste renner onder de 25 jaar) af te schaffen, omdat renners op steeds jongere leeftijd aanhaken bij de wereldtop.

Dat is ongetwijfeld een controversieel besluit, maar wel eentje die het koersverloop wellicht ten goede komt. Overigens zou ook de Tourorganisatie een aantal aanpassingen moeten doen. Al enkele jaren kiezen ze voor maar één tussensprint per rit, dat zou uitgebreid moeten worden naar minstens drie tussensprints per rit.

Dat er iets mag veranderen, is duidelijk. De rode trui zou een oplossing kunnen zijn. Maassen: “Dan krijgen we geen gênante situatie zoals nu, waarin in de Tour niemand in de aanval wil. Want dat kan niet.”

Waarom wil niemand meer in de vroege vlucht? Reportage in de WielerFlits Update vanaf 15.27

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.