Thibau Nys (18) maakt indruk in eerste profkoersen: “Nog te veel domme foutjes”
Interview Thibau Nys was met zijn achttien lentes de benjamin in de Baloise Belgium Tour. Zoals het een echte Nys betaamt, ging de week niet zonder slag of stoot voorbij. Een achtste plaats in de massasprint in Scherpenheuvel was het hoogtepunt, maar Nys kijkt verder dan dat. “Op termijn moet ik het in bepaalde koersen ook kunnen afwerken. Daarom moet ik nu ervaring opdoen”, vertelt hij aan WielerFlits.
Het begon eigenlijk allemaal begin mei met een sprintje om de veertiende plaats in de GP Vermarc. Nys zette er achter de dertien aanvallers een massasprint naar zijn hand. Op zich geen prestatie waar je de kranten mee haalt, ware het niet dat Nys zijn achterwiel toonde aan niemand minder dan Mark Cavendish. De toon voor de wegambities van de voormalige wereldkampioen veldrijden bij de junioren was gezet. Zeker nadat daar ook nog een dertiende plek in Dwars door het Hageland bijkwam. De Baloise Trek Lions van papa Sven kleuren zo ook de zomermaanden.
Thibau, jouw eerste top 10 bij de profs op de weg is sinds deze week een feit. Als zelfkritische jongen neem ik aan dat jij perfect weet wat er goed is gegaan en wat er nog beter zou kunnen?
“Ik denk dat ik heel tevreden mag zijn met de vorm waar ik de laatste weken in verkeer. Ook zeker met de uitslagen die ik gereden heb. Maar ik ben inderdaad, zoals je zegt, heel kritisch voor mezelf. De Ardennenrit kende een aankomst die mij perfect lag. Maar ik mis gewoon ervaring. Dat voel ik gewoon. Je ziet dat ik bijna als laatste van de groep aan die laatste vijfhonderd meter begin. Dat is gewoon heel dom. Er gaan zeker nog wat mooie resultaten aankomen. Er gaan ook heel wat momenten komen dat ik mezelf tegenkom. Het is een kwestie van ervaring opdoen.
Maar pas op, ik kan me daar wel in opwinden. Tijdens zo’n rit als zaterdag, dan voel ik me echt top. Maar toch slaag ik er niet in om vooraan in dat peloton te geraken voor de sprint. Ik moet die juiste feeling nog krijgen om de juiste beslissingen op de juiste momenten te maken, maar dat komt wel snel. Het is zeker geen kwestie van schrik, dat weet ik zeker.”
In hoeverre had je zelf zien aankomen dat je meteen op dit niveau kunt meedraaien voor de ereplaatsen?
“Je merkt op training natuurlijk ook wel dat het niveau hoog ligt en dat ik me op dit moment heel sterk voel. Ik had het ergens dus wel verwacht dat ik er meteen zou staan. Het is alleen de vraag hoe dat zich dan in resultaten vertaalt. Daarover heb ik niet te klagen.”
Mark Cavendish kloppen in je eerste profkoers, dat is natuurlijk wel een binnenkomer die de mensen niet snel zullen vergeten…
“Dat was natuurlijk geen sprint voor de overwinning. De stap naar een echte sprintzege is nog heel, heel groot. Dat besef ik maar al te goed. Maar ik denk dat het bewijst dat ik wel een sterke finale in de benen heb. Een sterke sprint ook, waar ik op termijn heel mooie dingen mee ga kunnen doen. En dan ga ik het ook bepaalde koersen echt kunnen afmaken, daar ben ik zeker van. Als ik de kans krijg op een aankomst die mij ligt, dan is er veel mogelijk.”
Je eerste crossseizoen bij de beloften werd er door de coronapandemie eentje bij de profs. Daar was het met momenten moeilijker om je weg te vinden. Moeten we na deze week nu concluderen dat het niveauverschil tussen junioren, beloften en profs kleiner is op de weg?
“Goh, dat zou ik niet zeggen. Ik kan het ook heel moeilijk vergelijken, want ik heb vorig jaar op de weg maar twee wedstrijden gereden bij de junioren. Maar ik heb wel het gevoel dat ik het niveau aankan op dit moment. Ik heb zeker nog niet de benen om te winnen, maar ik heb wel getoond dat ik de overstap naar de profs heel goed verteer. Het grote verschil met het veld is dat ik het daar meer moest hebben van een zeldzame uitschieter, wat ook logisch was.”
Is het de bedoeling om die wegambities de komende jaren te concretiseren?
“Sowieso, zonder twijfel. Ik weet alleen nog niet of die wegambities op een gegeven moment de bovenhand gaan halen of niet. Zelf denk ik op dit moment van niet, maar je kan de toekomst niet voorspellen. Wat vaststaat, is dat ik natuurlijk zeer ambitieus ben. Ik wil het heel graag eens kunnen afmaken in een wedstrijd van dit kaliber.”
Maar eerst deze winter het proberen waarmaken in het veld?
“Het doel ligt nog altijd in september, ja. Ik hoop dat ik tegen dan nog een klein beetje beter ben. Ik zit volledig op schema, dus ik kan niet anders dan mooie dingen verwachten voor de winter. Ik weet het: ik zit op dit moment vol zelfvertrouwen, maar ik wil ook niet te ver vooruitkijken. Ik besef dat het snel kan keren en dat ik mijn verwachtingen misschien ga moeten bijstellen. Maar nu kan ik niet klagen. Ik probeer de vorm nog door te trekken in de GP Rik Van Looy, Kemmel Koerse, de Tour de Région Wallonne en de Ronde van Namen en dan duik ik weer het veld in.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.