Thomas De Gendt voerde vrijdag in Parijs-Nice een indrukwekkend nummertje op. De Belg zat voor de tweede opeenvolgende dag in de aanval, reed al zijn vluchtgenoten uit het wiel en werd pas op tweehonderd meter voor het einde gegrepen door een aanstormend peloton. “Ik geloofde er écht in dat het zou lukken”, baalt De Gendt in Het Nieuwsblad. “Soit, Ik heb hier de voorbije dagen vooral mezelf teruggevonden.”

Als troostprijs mocht de Lotto Soudal-renner na afloop de bollentrui aantrekken. “Ik wilde dat goeie gevoel terug in de benen, dat flitsende. Met die bolletjestrui kwam zelfs dat jeugd­gevoel terug: bij Topsport Vlaanderen destijds gingen we elke koers voor dit soort dingen. We reden maar op, en we demarreerden. We stelden ons samen een doel en gingen voor het maximum. Zo werden we sterk. Ik heb me donderdag en vrijdag geamuseerd. Zo moet dat. Dan rijd je goed. Als het nodig is, vlieg ik er zaterdag opnieuw in, tot ik zekerheid heb over die bolletjestrui. Er zijn nog 51 punten te verdienen. Op papier kan het nog voor ­Gilbert en Sörensen.”

De Gendt heeft zich de afgelopen twee seizoenen weinig kunnen laten zien. Hij wijt dat aan knieproblemen (2013) en een dienende rol (2014). “Op den duur verloor ik mijn moraal om echt vol door te trainen. Andere mensen begonnen aan mij te twijfelen. Zelf deed ik dat nooit. De coureur die ik was, kon niet weg zijn. Daar was ik van overtuigd. Het was zaak om hem terug te vinden. Dit is opnieuw de jonge Thomas.”