Tibor Del Grosso kent doorbraak in Zolder: “Ik had met Wout en Eli meegekund”
Interview Tibor Del Grosso knokte zich in de Superprestigecross van Heusden-Zolder, een beetje uit het niets, tussen toppers als Wout van Aert en Eli Iserbyt. De 20-jarige renner van Alpecin-Deceuninck besloot de cross uiteindelijk op plek vijf, maar volgens de mondige Nederlander zat er nog veel meer in. Dat zegt Del Grosso in gesprek met onder andere WielerFlits.
“Of ik mezelf verbaas? Een beetje, misschien. Anderzijds was het ook een snel rondje, wat het lastig maakte om elkaar los te rijden. Maar mijn start was goed en ik voelde me echt sterk. Het was heel vet om het spelletje mee te kunnen spelen op het hoogste niveau”, aldus Del Grosso. “Ik denk dat ik een goede koers heb gereden. Op bepaalde stukken voelde ik echt dat ik bij de beteren was.”
“Liet me flikken”
Je zou denken dat Del Grosso dan meer dan tevreden is, maar de zelfkritische Nederlander mikte nog hoger. “Ik had het idee dat ik voor de winst kon meedoen. Ik zat net iets te ver toen Wout ging en het gat viel. Voor mijn gevoel had ik best met Wout en Eli meegekund, maar ik moest van één positie te ver komen. Het werd de strijd voor plek drie, en je weet dat die tactisch wordt.”
“Ik liet me flikken net voor de trap, waardoor ik als derde kwam te zitten. Net daarna moest Niels Vandeputte afstappen bij dat laatste bosje en schoot hij met z’n voet in mijn wiel. Dan baal ik dat ik niet derde kon worden, want ik had mezelf daar graag mee beloond. Maar ja, dan moet je harder trappen hé (lacht).”
Een mooie doorbraak voor Del Grosso, maar we moeten hem nu niet meteen elke week voorin verwachten. “Zo veel rijd ik niet meer bij de profs dit seizoen. Alleen de Wereldbekers in Hulst en Zonhoven. Maar dat wordt dan ook weer moeilijker, want Mathieu (Van der Poel, red.) doet daar mee.”
Wegambities
En ook de vorige weken was Del Grosso weinig op de cross te vinden. Amper vier keer maakte hij zijn opwachting in het veld, waarvan hij wel drie Wereldbekers bij de beloften won. “Ik heb het EK op de weg nog gereden, en na die wedstrijd heb ik voor het eerst wat gerust na een zwaar wegseizoen. Daarna ben ik rustig beginnen opbouwen en heb ik bewust gekozen om het Europees kampioenschap veldrijden niet te doen. Ik wilde eerst goed trainen, en dat heeft nu geloond.”
Ook in 2024 zal die wegcampagne belangrijk zijn. “We hebben een paar goede voorbeelden dat die beide disciplines prima te combineren zijn. Ik heb nog geen zekerheid op mijn programma, dat moet ik nog bespreken met de ploeg. Eerst ligt de focus nog op het NK, Benidorm, Hoogerheide en het WK bij de beloften.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.