Tiesj Benoot: “De ritten naar Quillan en Andorra staan aangestipt”
Interview Tiesj Benoot smakte in de eerste drie etappes van deze Tour twee keer tegen de grond. Door hinder aan zowel zijn linker- als rechterheup kon hij voorlopig nog niet voluit gaan, maar dat moet in de tweede helft van de ronde wel het geval zijn, vindt hij. Druk vanuit Team DSM is er niet. “De hele ploeg presteert dit jaar een beetje onder de verwachtingen. Achter de schermen wordt wel naar oorzaken gezocht.”
“Hoe zo’n rustdag er uitziet? Ik heb geprobeerd om een keertje uit te slapen”, doet de Gentenaar ons zijn dagindeling uit de doeken. “Om 10u00 ben ik mijn PCR-test gaan doen. Daarna hebben we wat losgereden en was het tijd voor het middageten. Nu heb ik een aantal interviews met diverse media, gevolgd door de massage.”
“En zo is het snel avond”, lacht Benoot. “Even overwoog ik mijn vriendin te laten langskomen, maar met de coronatoestanden hebben we dat plan laten varen. Tussendoor probeer ik af en toe wat bij te slapen. Daar doe je mij op dit moment nog het meeste plezier mee. Maar uiteindelijk gaat zo’n dag wel snel voorbij.”
Wat moeten we weten over de valpartijen. Hoe zwaar was je gehavend?
“De eerste keer ging ik tegen de grond bij die val met het bewuste omi & opi-bord. Ik zat achter de mannen van Jumbo-Visma. In de derde etappe gebeurde het op vier kilometer van de finish, toen Jack Haig uitviel. Daar zat ik in het wiel van Haig.”
“Twee keer kwam ik hard op mijn heup terecht. Een keertje links en een keertje rechts. Met de nodige stijfheid tot gevolg. Bij de tweede val kneusde ik ook mijn linkerarm en liep ik nog een paar schaafwonden op. Allemaal geen blessures waarbij je denkt aan opgeven, maar het hindert natuurlijk wel. En het kost onze osteopaat wat extra werk na de massage.”
Dit is jouw zesde Tour. Mogen we spreken over een van de meest hectische eerste weken ooit?
“Hectisch is het altijd. Het grootste verschil met andere jaren is de manier van koersen. Zo ongecontroleerd. Zelfs de etappe waarin Brent Van Moer net niet voorop blijft, was er amper controle. Er wordt met andere woorden attractief en met open vizier gekoerst. Tijdens de laatste drie etappes is dat extra in de verf gezet.”
Thomas De Gendt, Greg Van Avermaet, Tim Merlier en Edward Theuns braken wattagerecords, maar werden stuk voor stuk gelost. Hoe ervaar jij dat?
“Ik heb een paar interviews daarover zien passeren, maar ik kan er niet over meepraten omdat ik deze week absoluut nog niet mijn betere vermogens getrapt heb. Maar die verhalen zijn niet nieuw. Ik hoorde ze vorig jaar ook al. Als ik zelf op niveau ben, moet ik dat wel aankunnen, denk ik.”
Gisteren kwam je binnen in een groep die slechts vijf minuten voor de tijdslimiet over de finish reed. Heb je jou onderweg zorgen gemaakt?
“Nee. Er reed immers nog een grote groep voor ons. In noodgeval had ik de oversteek kunnen maken. Maar ik had besloten om bij Cees (Bol, red.) te blijven. Uiteindelijk hadden we voldoende overschot.”
“Wel opmerkelijk was dat de tijdslimiet amper 37 minuten bedroeg. Dat er daardoor tien renners naar huis moesten, vind ik wel extreem. Uiteindelijk starten hier toch de beste renners ter wereld. Dat zegt wel iets over de intensiteit van de voorbije dagen.”
Je zei voor de start van de Tour te mikken op de tweede en derde week, als een ontsnapping meer kansen op succes biedt. Wanneer mogen we jou verwachten?
“Etappes 14 en 15 staan omcirkeld. Ritten met respectievelijk aankomst in Quillan en Andorra. Twee lastige ritten, maar haalbaar voor mij. Fysiek voel ik mij zeker goed genoeg, als het lichaam hersteld is, kan het. Ook de rit met de Ventoux spreekt mij aan, maar dat is misschien net iets te zwaar.”
Er mag ook wel eens iets uit de bus komen bij Team DSM. Voorlopig hebben jullie nog weinig potten gebroken. Wordt daarover gepraat tijdens de meetings?
“Nee, er wordt geen druk gelegd op ons. Omdat de volledige ploeg dit seizoen een beetje onder zijn niveau presteert. Dan ligt het niet aan de renners alleen. Met andere woorden, ook de ploegleiding kijkt wat er beter kan, dus wordt ook intern gezocht wat fout gaat. Er wordt niet op gefocust, maar ik ben overtuigd dat er achter de schermen hard gewerkt wordt.”
Nog even over jezelf. Eind 2020 vertelde je over jouw langetermijnplan. Vanaf volgend jaar zou je – eerst als schaduwkopman – op een klassement mikken. Dit jaar wilde je al een stapje zetten en werken aan je tijdrit en klimmen. Zit je nog op schema?
“Dit jaar heb ik nog het voorjaar op normale manier afgewerkt. Ik heb daarna wel al iets anders getraind, maar niet de grote dingen die je verwacht. Pas volgend jaar rijd ik een aangepast programma. Dat blijft nog steeds het doel.”
Je maakt deel uit van het Belgische vijftal voor Tokio. Heb je het daar met bondscoach Vanthourenhout al over gehad?
“Niet in detail, maar het is duidelijk dat we met Wout en Remco twee kopmannen hebben. Ik zal hen met plezier bijstaan en helpen. Persoonlijke ambities heb ik niet. Dat valt niet te rijmen met een taak als helper.”
Heb je in je voorbereiding rekening gehouden met de Spelen? Of lag de focus daarin op de Tour?
“Ik ben meestal goed in orde als ik uit de Tour kom. Zoveel heb ik nog niet gekoerst, dus de voorbereiding op Tokio gebeurt vooral tijdens de Ronde van Frankrijk. Een beetje eenzelfde verhaal als Greg Van Avermaet. En dat geldt overigens ook voor Wout van Aert.”
Door de coronapandemie vervalt we het ‘avontuurlijke’ aspect van de Spelen. Veel sightseeing in Tokio zal er niet bij zijn.
“Dat is echt spijtig. Vooral omdat ik na de Spelen een rustperiode heb ingebouwd. Anderzijds, een selectie voor de Spelen zou ik nooit weigeren. Het was tof geweest daar nog wat te blijven rondhangen, maar het zal niet voor deze keer zijn. “
Om te reageren moet je ingelogd zijn.