Tiesj Benoot richt zijn pijlen dit seizoen weer volledig op het Vlaamse voorjaar. De 23-jarige Gentenaar ontpopte zich vorig jaar in het Critérium du Dauphiné en de Tour de France als klimmer, maar afgelopen winter heeft hij de trainingen bergop vooral links laten liggen. “Ik heb zelfs minder bergop getraind dan de voorbije jaren, maar ik heb er nu wel een drieweekse hoogtestage in Sierra Nevada opzitten met het oog op de klassiekers”, legt hij uit aan onder andere WielerFlits.

Drieweekse hoogtestage als voorbereiding
Benoot heeft een aantal goede ervaringen met hoogtestages, en dus wilde hij er voorafgaand aan het klassieke voorjaar absoluut eentje inlassen. “Tot 2014 had ik het nooit aangedurfd om op hoogtestage te gaan, omdat ik dacht dat het geen goed effect op mij zou hebben. Voor mijn eerste koers als stagiair, de Ronde van Denemarken, raadde Marc Sergeant mij aan om het toch een keer te proberen, en dat is toen direct heel goed meegevallen. Sindsdien doe ik ieder jaar wel een of meerdere hoogtestages, maar vaak na de klassiekers of ergens in het najaar. Vorig jaar was ik zo goed in de Tour en de Dauphiné dat ik het nu ook in het voorjaar wilde proberen. Ik ben dus drie weken naar Sierra Nevada geweest om te trainen.”

“Vooral dan met het oog op de rest van het voorjaar”, vertelt Benoot. “Misschien was het niet de ideale voorbereiding op het Vlaamse openingsweekend, maar volgens mij wel de beste optie als ik er het hele voorjaar wil staan. Als ik zaterdag echt op mijn best wilde zijn, dan had ik wel wat meer gekoerst. Nu heb ik eigenlijk alleen maar de Ronde van San Juan gereden. Anderzijds kwam ik vorig jaar bijvoorbeeld pas een dag voor de Ronde van België terug van hoogtestage en had ik in die wedstrijd heel de week direct een goed gevoel. Dat is een leuke houvast. Het is dus niet dat ik niets verwacht van dit weekend. Het is gewoon de eerste keer dat ik voor deze voorbereiding kies en natuurlijk is dat wel best spannend.”

Desondanks beweert Benoot dat hij zich afgelopen winter niet meer op het bergop rijden heeft toegelegd dan de voorbije jaren. “Ik denk dat we tijdens de ploegstages zelfs minder bergop hebben gereden dan de voorbije jaren. Vanaf mijn eerste koers in Argentinië ben ik wel meer bergop beginnen trainen, maar het is niet zo dat ik in Sierra Nevada heel de tijd heb geklommen. Ik ben heel vaak met de auto naar boven en beneden geweest, om daar dan optimaal te kunnen trainen. Als ik goed bergop rijd in koers, dan is dat volgens mij vooral omdat ik zelf heel wat sterker ben geworden en dat uit zich op alle vlakken. Ik verras mezelf nog geregeld bergop en ik weet eigenlijk niet waar mijn limieten liggen.”

Beste resultaten gereden in een vrije rol
Komend weekend deelt de Gentenaar het kopmanschap met man in vorm Tim Wellens. Verwacht hij een vlotte samenwerking? “Ik denk dat Tim bewezen heeft dat hij goed in orde is, en dat kan alleen maar in ons voordeel spelen. Over Jens Keukeleire wordt er nu wat minder gesproken, maar ik denk dat hij de afgelopen jaren ook bewezen heeft dat hij voor resultaten kan zorgen in dit type wedstrijden. Het is leuk dat we met zoveel renners zijn die de finale kunnen rijden. Je ziet bij Quick-Step dat het loont. Ik heb mijn beste resultaten bovendien gereden in een vrijere rol, toen Jürgen Roelandts nog als kopman was gestart. Ik hoop dat ik ook dit weekend mijn voordeel kan halen uit die samenwerking.”