Tim Merlier enige topsprinter bij Soudal Quick-Step: “Had Jakobsen graag in de ploeg gehouden”
foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
dinsdag 26 december 2023 om 20:15

Tim Merlier enige topsprinter bij Soudal Quick-Step: “Had Jakobsen graag in de ploeg gehouden”

Interview Ook Tim Merlier is terug in de cross. De 31-jarige sprinter werkt – naast de Wereldbekers in Antwerpen en Gavere – ook het BK en de losse crossen in Otegem en Zonnebeke af, maar daarna gaat de focus onherroepelijk weer op het wegseizoen. Merlier is in 2024 immers de enige topsprinter bij Soudal Quick-Step, en dat brengt mooie ambities met zich mee. WielerFlits zocht Merlier in Antwerpen op voor een babbel.

“Op zich is het wel leuk om terug te zijn”, lacht Merlier. “Specifieke trainingen doe ik er weinig voor. Ik ben ook net terug van stage en heb dus wat vermoeidheid in de benen. Conditioneel ben ik iets beter dan vorig jaar, toen ik nog de Kasteelcross in Zonnebeke won. Maar of dat zich gaat vertalen in nog betere uitslagen, daar stel ik me vragen bij. Vorig jaar mocht ik nog op rij vier beginnen, nu is dat de laatste startrij geworden. Dat maakt het een lastige opdracht om überhaupt in de koers te komen.”

Aan het begin van het jaar zorgde je in Zonnebeke voor de eerste zege van het seizoen voor Soudal Quick-Step. Hoe evalueer je dat eerste jaar bij de ploeg?
“Best goed. Ik moet toegeven dat ik een beetje nerveus was voor die overstap. Ik wilde me graag bewijzen bij mijn nieuwe ploeg, maar ik denk dat ik mag stellen dat ik een goed seizoen heb gehad.”

Stel ik het correct als ik zeg dat die grote uitschieter mist?
“Ja, dat klopt. Nu heb ik elf koersen gewonnen. Dat lijkt voor de buitenwereld minder groot dan andere jaren. Vorig jaar had ik bijvoorbeeld vijf overwinningen, maar dan was ik wel kampioen van België. Voor sommigen had ik dan een beter seizoen, maar daar ben ik het niet per sé mee eens. Ik heb nu toch een aantal keer op WorldTour-niveau mogen juichen. Er mag natuurlijk altijd een extra uitschieter bij, maar er worden geen cadeaus gegeven op dat hoge niveau.”

Merlier aan het werk in zijn Belgische kampioenstrui – foto: Cor Vos

Ziet de ploeg dat op dezelfde manier?
“Ik denk dat ze tevreden zijn over mij. Voor hen zijn de klassiekers ook heel belangrijk. De Scheldeprijs en de Brugge-De Panne Classic heb ik niet gereden, maar in Gent-Wevelgem was ik in heel goede doen. Alleen ging het licht uit in de laatste vijf kilometer. Voor hetzelfde geld draait die koers heel anders uit en rijd ik nog podium. Dan spreken we weer helemaal anders.”

Wel opvallend: ze lieten jou in elke grote ronde thuis.
“Ja, maar dat is nu zo. Het komende jaar zijn er weer grote rondes, hé.”

Had dat te maken met jouw mindere klimvermogen?
“Dat valt wel mee, denk ik. In de Vuelta van het jaar voordien had ik één mindere dag. Voor de rest ben ik nooit in de problemen geraakt. Iedereen maakt zoiets wel eens mee tijdens een grote ronde.”

Er was ook de interne concurrentie met Fabio Jakobsen.
“Ik heb nooit problemen gehad met Fabio, en heb zelfs liever een medesprinter naast mij om me uit te dagen. Ik had Fabio graag in de ploeg gehouden, maar de ploeg moet alle budgetten ook rondkrijgen. Natuurlijk zorgde die concurrentie soms voor ambetante situaties als je naast selecties valt, maar ik kan me daar dan wel overzetten en andere doelen zoeken. Voor volgend jaar ben ik de enige topsprinter in de ploeg en wordt het extra belangrijk dat ik in die koersen opsta.”

Recent kwam je over die grote rondes terecht in een klein media-relletje. Bij onze Waalse collega’s van de RTBF stelde je dat je eens met Patrick Lefevere en Remco Evenepoel zou gaan praten om je Tourselectie veilig te stellen.
“Dat was wat uit de context getrokken. Als je mij de vraag stelt: wil je naar de Tour? Natuurlijk zeg ik dan volmondig ja. Maar zo fel heb ik dat nooit bedoeld. Het wordt dan uitvergroot, gaat van kleinere naar grotere websites. Dan zie je titels verschijnen die niets meer te maken hebben met mijn oorspronkelijke uitspraak.”

Merlier aan het feest in Polen – foto: Cor Vos

Wat is het echte verhaal dan?
“Ik wil nog altijd graag gaan, maar er gaat geen plaats zijn. Dat is simpel. Welke grote ronde ik dan wel ga rijden, zal de komende weken wel duidelijk worden. Er ligt in ieder geval een mooi plan klaar, maar ik mag daar nog niet over communiceren.”

Maken ook de klassiekers deel uit van dat plan?
“Ja, vooral omdat ik nu niet meer in de situatie kom dat ik selecties moet delen. De Brugge-De Panne Classic, de Scheldeprijs, Gent-Wevelgem: ik weet nu al quasi zeker dat ik daar ga mogen meedoen. Ik denk dat die koersen de belangrijkste van mijn voorjaar worden.”

Moet je daarvoor nog een stapje vooruit zetten, of zit je al aan de top van je kunnen?
“Ik heb het gevoel dat ik deze winter weer wat progressie heb gemaakt. Op zich niet onlogisch, want ik had afgelopen seizoen alles samen 78 koersdagen. Als je daar goed van herstelt, word je sterker en kan je zelfs op je 31e nog stappen vooruit zetten. Het jaar voordien had ik hetzelfde met de Vuelta. Ik ben heel benieuwd en hoop dat mijn gevoel klopt (lacht).”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.