Interview Tim Merlier schudde deze namiddag een straf sprintje uit zijn kuiten in de Elfstedenronde. Fabio Jakobsen, Jasper Philipsen en Timothy Dupont ondervonden het aan den lijve. Toch houdt de Oost-Vlaming de voeten op de grond. “Dit is eenmalig. Je mag me pas een topsprinter noemen als ik die mannen meerdere keren klop.”

Merlier doet zijn sprint uit de doeken. “De ploeg heeft me heel goed gebracht, maar bij het ingaan van de laatste rechte lijn zat ik toch twee, drie plaatsjes te ver. Ik passeerde Jonas (Rickaert, ploegmaat en laatste man voor Merlier, red) om op te schuiven, maar net toen liet een renner van Wallonie Bruxelles een gaatje vallen. Dat kon ik vlot dichten, maar toen zag ik het bordje van de laatste driehonderd meter. Het deed me even twijfelen. Aangaan, of nog een beetje wachten.”

Profiteren van snelheid
De nieuwste aanwinst van Corendon-Circus nam de juiste beslissing. “Vol profiteren van de snelheid die ik had door dat gaatje te dichten. Daarmee verraste ik de andere jongens een beetje, denk ik. Mooi dat ik het eindelijk eens kan afmaken. Ik had al een paar ereplaatsen behaald, maar er mocht wel eens een overwinning komen. Leuk dat het in deze periode is.”

Toch blaast Merlier niet te hoog van de toren. “Dat ik nu bij de snelste sprinters van het peloton behoor? Rustig. Dit is maar eenmalig, hé. Als ik die mannen als Jakobsen en Philipsen vier, vijf keer na elkaar klop, dan mag ik dat misschien claimen. Maar niet na één overwinning. Zij staan nog een trapje hoger.”

Boontje voor Halle-Ingooigem
Voor Merlier was de Elfstedenronde de tweede wedstrijd van vier op een rij. In een interview met WielerFlits.be de voorbije week sprak de veldrijder nog van een voorgerecht (Dwars door het Hageland), een sorbet (deze Elfstedenronde), hoofdgerecht (Halle-Ingooigem) en een dessert (het BK). “Mooi menu, maar ik deze sorbet was wel een zware”, lachte hij. “Met dank aan de warmte, natuurlijk. Anderzijds geeft het me wel vertrouwen dat ik die hitte vlot verteerde. Hopelijk kan ik er in Halle-Ingooigem ook zo goed mee om.”

Als Merlier moet kiezen tussen een podiumplaats op het Belgisch kampioenschap of winnen in Halle-Ingooigem, kiest hij zowaar voor dat laatste. “Tuurlijk! Halle-Ingooigem is mijn thuiskoers. Ik droom er al mijn hele jeugd van. Jammer genoeg ligt die finish me niet honderd procent. Ik laat mij daar nog te gemakkelijk wegdrummen in de sprint. Bovendien is Halle-Ingooigem nog een stuk lastiger dan deze Elfstedenronde. Maar toch, met deze conditie kan ik het woensdag nog een keer proberen.”

Geen BK-favoriet
En wat dat BK betreft, maakt Merlier zich niet te veel illusies. Tenminste, dat laat hij toch uitschijnen. “Ik heb ondertussen al vier BK’s gereden. Dat zijn wedstrijden met weinig controle. Veel gepoef…. En vooral, er rijden daar nog andere kleppers rond dan hier. Lampaert, Gilbert, Naesen, Vanmarcke, Van Aert. Om maar deze te noemen. Jongens die uit de Dauphiné of de Ronde van Zwitserland komen, staan sowieso beter gerodeerd aan de start. Daar ben ik van overtuigd.”