Interview Geen Tim Merlier in de Belgische WK-selectie, tenzij Toon Aerts alsnog de Wereldbeker afsnoept van Wout van Aert. Maar daar rekent de renner van Creafin-TÜV SÜD niet op. “Wout zal die leidersplaats niet zomaar afgeven. En gelijk heeft hij”, vertelt Merlier aan WielerFlits. “Wat mezelf betreft, voelde ik de bui al hangen.”

“In alle eerlijkheid, ik vind niets verkeerd aan de selectie”, geeft Tim Merlier toe. “Natuurlijk was ik zelf graag afgereisd naar Bogense, maar wat kan ik hier tegen inbrengen? Ik heb de pech dat ik net geblesseerd geraakte op het moment dat ik beter begon te presteren. En dat ik daarna niet meer op tijd opnieuw in vorm ben geraakt om een selectie te claimen. Dat hoort bij de sport. Jens Adams heeft zich de laatste weken zelf in de selectie geknokt. Niets op aan te merken. Quinten Hermans en Gianni Vermeersch zijn misschien net over hun hoogtepunt, maar ze zijn op dit moment wel beter dan mij. Dan moet ik daar mee kunnen leven.”

De Oost-Vlaming heeft wel nog een kans. Maar dan moet uitgerekend zijn boezemvriend Wout van Aert het zondag in Hoogerheide laten afweten. “Dat zorgt inderdaad voor een dubbel gevoel. Maar ik denk niet dat Wout dit nog laat liggen. Zijn zelfvertrouwen heeft na gisteren een boost gekregen en hij is volgens mij klaar om ook in Hoogerheide Aerts voor te blijven. Ondertussen blijf ik uiteraard hard verder werken voor in het geval Aerts toch de Wereldbeker wint. Tegen dan zijn we twee weken verder, is mijn dijbeenblessure helemaal verleden tijd en zal ik ook conditioneel weer beter zijn. Stel dat dit het geval is, zal ik mij honderd procent inzetten voor het Belgisch team.”

Ondertussen stelt Merlier zich vooral nieuwe doelen. “Ach, het is een kloteseizoen geworden. Mijn zomer was goed, maar door een parasiet geraakte ik deze winter nooit op dreef. Ik wel er echter nog alles aan doen om dit seizoen toch zo goed mogelijk te beëindigen om daarna na een rustperiode opnieuw op te bouwen naar volgende winter. Ik ben nog altijd maar 26 en kan zeker nog een paar stapjes zetten. Tenminste, als ik gezond mag blijven.”