Tim Merlier: “Vanmiddag pepten we onszelf op: we moésten hier winnen!”
Interview Tim Merlier heeft zijn eerste van het seizoen op zak. De voormalige Belgische kampioen haalde het in de straten van Dour van de verrassende Noor Rasmus Tiller en Andrea Pasqualon in de sprint van een uitgedund peloton. “We moésten hier winnen”, vertelde Merlier achteraf. “Die druk hadden we onszelf opgelegd.”
‘De druk om te winnen, hebben we onszelf opgelegd.’ Hoe gaat dat dan?
“We hebben al met al een goed openingsweekend gereden. Jammer genoeg zonder resultaat. Vanmiddag in de bus hebben we mekaar opgepept. De motivatie om te winnen was enorm. En we startten hier ook met een sterk team. Het maakte niet uit wie of hoe, maar dat we er alles aan zouden doen om met de zege naar huis te gaan, daarvan waren we overtuigd. Vervolgens heeft Jonas Rickaert wat sfeermuziek (een remix) opgezet en is iedereen heel gemotiveerd op de fiets gesprongen.”
Florian Sénéchal liet gisteren optekenen dat Deceuninck-Quick-Step meerdere pionnen had, terwijl het bij Alpecin-Fenix allemaal van Van der Poel moest komen. Heeft jullie dat geprikkeld?
“Ik heb dat niet meegekregen… Maar bij deze hebben we wel geantwoord met de pedalen.”
De muziek heeft zijn werk gedaan. Ferm ook dat Van der Poel zich helemaal uit de naad rijdt voor jou.
“Met Matje erbij hebben we altijd een voordeel. Voor de twijfelaars, het is nu wel duidelijk dat hij zich ook kan wegcijferen voor een ploegmaat. Oké, normaal ging hij zelf voor de zege, maar nadat zijn stuur kapot was, werd meteen beslist om mijn kaart te trekken.”
Hoe snel en door wie wordt dat dan beslist?
“We hebben overlegd, ook met de volgwagen. Ze zullen ook wel gezien hebben dat ik met de pedalen speelde. Er werd eerst nog overwogen om Mathieu van fiets te laten wisselen, maar hij vond het zelf te laat. We trekken jouw kaart, zei hij. Jasper (Philipsen, red.) had onderweg best al veel energie verspeeld en ook hij kwam me zeggen dat hij nog zou proberen helpen in de finale. Hij bracht me nog naar voor richting de laatste kasseistrook. Daarna kon ik rekenen op Mathieu. We zijn echt wel een hecht team.”
Nog even terug naar Kuurne-Brussel-Kuurne. Mathieu zette ook daar de ploeg in een zetel, maar niemand was mee in de groep die voor de winst spurtte.
“Het ambetante was dat ik helemaal niet slecht was, maar ik reed een slechte Kwaremont. Ik dokkerde letterlijk van steen naar steen. Daarna kwam ik er opnieuw door, maar werd ik nog eens opgehouden door een val. Mads Pedersen kon in extremis wel nog de sprong maken, ik strandde op dertig meter. Stel dat ook ik, samen met Jonas Rickaert, nog de aansluiting had kunnen maken, was het een ander verhaal geweest.”
Dat het nu wel lukt, geeft je ongetwijfeld heel wat extra vertrouwen.
“Zeker weten. Daarom ook was de ontlading zo groot. Dit is de eerste van het jaar en gelukkig nog vroeg op het seizoen. Dat ik deze al op zak heb, houdt de druk nu wat weg. En de conditie is goed, al denk ik dat er nog wel iets bij kan. Ik kan straks in elk geval met een goed gevoel naar Italië afreizen.”
Hoe ziet de rest van jouw programma eruit?
“Eerst Tirreno-Adriatico, kort daarna gevolgd door de Bredene-Koksijde Classic. Daarna staan met Gent-Wevelgem en Dwars door Vlaanderen twee WorldTour-wedstrijden op het menu. De Ronde van Vlaanderen doe ik niet, maar ik rijd dan wel nog de Scheldeprijs en Parijs-Roubaix om het eerste luik van het seizoen af te sluiten. Uiteraard zou ik graag nog eentje winnen, maar het belangrijkste is dat iemand van Alpecin-Fenix wint.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.