Tim Merlier werkt met nieuwe coach: “Hij weet veel over de concurrentie”
Interview Met de Exact Cross in Loenhout en de Superprestige in Gullegem, heeft Tim Merlier (30) deze winter slechts twee veldritten op zijn agenda staan. De pijlsnelle Europese kampioen op de weg had graag meer gecrost, maar hij heeft vooral nog doelen af te vinken met Soudal Quick-Step in de WorldTour op de weg. Een nieuwe coach moet hem daarbij helpen, zo vertelt Merlier aan WielerFlits.
Het is een wel héél beperkte crosswinter geworden, Tim. Met voorsprong je kortste ooit.
“Ergens vind ik dat wel jammer. Ik ben een echt competitiebeest, ik wil alles doen. Maar dat gaat ook niet. Met het oog op het wegprogramma is het belangrijk om voldoende frisheid te behouden. Je mag ook niet vergeten dat mijn wegseizoen ook vroeger start dan sommige anderen die komen crossen, dan moet je ergens keuzes maken en voor een meer beperkte crosswinter gaan.”
Doe je het dan voornamelijk voor het plezier, of word je toch nog beter van die twee crossen richting het wegseizoen?
“Het helpt me toch wel. De eerste keer echt goed diep gaan, is iets wat je op training niet kan simuleren. Daar heb ik altijd deugd van. Die techniek richting een massasprint, is ook niet onbelangrijk. Als je de laatste twee bochten een beetje sneller kunt doorgaan dan de concurrenten, kan je daar zomaar het verschil mee maken. Daarom is het belangrijk om toch iedere winter even het veld in te duiken.”
Is het dan geen plan geweest om de cross eens volledig te skippen?
“Zeker niet. Het zit zelfs in mijn hoofd om in de laatste jaren van mijn profcarrière nog eens een volledige crosswinter te rijden. Eentje met ambitie en voor resultaten te gaan. Zo zou ik mijn carrière kunnen afsluiten waar hij destijds is begonnen, bij mijn eerste liefde.”
Wat vond je nieuwe coach Frederik Broché van je plan om te crossen?
“Hij had er zeker geen problemen mee. Integendeel, maar omdat die gesprekken wat later zijn opgestart, is er wat voorbereidingstijd verloren gegaan. Ik wilde toch een vijftal crossen rijden en een doel maken van het BK in Zolder. Daar ligt een parcours dat me wel eens zou kunnen liggen. Maar dat valt net samen met de tweede stage van de ploeg en daardoor heb ik dat maar uit mijn hoofd gezet.”
Je had wel een sterke connectie met je vorige coach Erwin Borgonjon, die je niet zomaar opbouwt met een nieuwe trainer.
“Met Erwin heb ik elf jaar samengewerkt. We hebben veel hoogtepunten meegemaakt, maar ook veel donkere periodes natuurlijk. Denk maar terug aan de tijd dat ik nog fulltime crosser was. Als ik bij wijze van spreken achteruit reed, was hij ook de man die het moest oplossen. Dan moest ik ook het vertrouwen hebben dat het met zijn plannen zou lukken om er terug bovenop te komen. Dat schept wel een band.”
Hoe anders is die samenwerking voorlopig?
“Ik was al een week of drie aan het trainen toen we de samenwerking hebben opgestart. Ik heb het lang moeten stilhouden, omdat Erwin nog in gesprek was met andere ploegen (uiteindelijk koos hij voor Tudor, red.). En eerst was de goesting ook even weg om terug te beginnen. Maar echt een heel verschillende aanpak moet je niet verwachten.”
“Ik heb meteen tegen Frederik gezegd hoe ik het liefste werk en wat ik liever niet heb, en ik moet zeggen dat het goed wordt opgevolgd. Hij was van alles ook al heel goed op de hoogte. Het fijne is dat hij van bij Belgian Cycling komt, waar hij met alle grote namen heeft gewerkt. Hij weet op die manier heel veel over de concurrentie, wat interessant is.”
Wat verwacht je dan juist van een trainer?
“Als ik met een idee naar Erwin ging, bijvoorbeeld dat ik twintig crossen wilde rijden, dan ging hij proberen om daarin mee te gaan. En dan wist ik ook dat het goed aan elkaar ging zitten. Natuurlijk is dat nu opnieuw even zoeken, maar ik heb er wel een goed gevoel bij.”
Je hebt net je beste seizoen in je carrière achter de rug. Hoe ga je dat ooit kunnen evenaren?
“Vorig jaar had ik ook twaalf keer gewonnen, maar ik heb het gevoel dat er toen anders werd gekeken naar mijn prestaties dan nu. In september heb ik die Europese titel gepakt. Het was een kampioenschap in eigen land, tegen de beste sprinters. En dat heeft toch heel wat wakker gemaakt bij de mensen. Ik voel veel appreciatie. Dat wordt heel moeilijk om beter te doen in het komende seizoen.”
Zorgt dat voor extra druk?
“Je hebt elk jaar druk. Elke koers die je rijdt als sprinter met kansen op winst, moet je er gewoon staan. Dan moet je de kans grijpen die zich voordoet. In essentie is het komende seizoen dus niet veel anders dan wat ik gewend ben. Binnen de ploeg al zeker niet. Ze kennen mijn kwaliteiten en ze proberen om met mij te blijven groeien. Wat ook goed lukt, omdat ik nog niet superlang veel op de weg koers. Dat apprecieer ik.”
Hoe ziet 2025 er dan uit voor Tim Merlier?
“Ik begin al vroeg in de AlUla Tour, net zoals vorig jaar. We kunnen een ander soort programma beginnen doen met meer trainen en minder koersen, zoals tegenwoordig populair is. Maar van trainen word ik zot. Ik heb veel koersen nodig om beter te worden. De klassiekers zullen in grote lijnen hetzelfde zijn als vorig jaar en ik heb ook nog een aantal doelen af te vinken in grote rondes.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.