Tirreno: Mathieu van der Poel klopt Van Aert in Gualdo Tadino
Mathieu van der Poel heeft zijn eerste etappezege in Tirreno-Adriatico beet. In Gualdo Tadino was de Nederlandse kampioen Wout van Aert en Davide Ballerini te snel af op de oplopende finish.
Op de derde dag van Tirreno-Adriatico koerste het peloton van het Toscaanse dorpje Monticiano naar Gualdo Tadino in Umbrië, met 219 kilometer de langste etappe. De route trok aanvankelijk over de nodige heuvels, maar na de enige gecategoriseerde klim, de Poggio della Croce na 130 kilometer, werden de wegen vlakker. Vanaf de tussensprint in Umbertide, na 165 kilometer, liep het dan langzaam weer op en af richting de rode vod. Via een oplopende strook, met een helling van vier procent, werd uiteindelijk de streep doorkruist.
Niki Terpstra in de vroege vlucht
Even na elf uur werd het startsein gegeven en al vlot kwam de lange ontsnapping tot stand. Niki Terpstra sloeg de handen ineen met Davide Bais, Tobias Ludvigsson en Guillaume Boivin en wat later haakte ook Mark Padun zijn wagonnetje aan. Ludvigsson en Padun waren vooraan de best geklasseerde renners op respectievelijk de 73e en 85 plaats, op 9:22 minuten van leider Wout van Aert. In de golvende beginfase liep hun voorsprong snel op tot ruim acht minuten na 70 kilometer. Daarachter bepaalden de ploeggenoten van Van Aert het tempo in het peloton.
Na 105 kilometer schoot het peloton plots in gang. Arkéa Samsic verhoogde het tempo om het op de kant te zetten. De grote groep piepte en kraakte, maar alles bleef samen. Even later rammelde ook Mathieu van der Poel aan de boom, waardoor het verschil met de kopgroep tot zes minuten terugliep. In al het geweld nam Tirreno-Adriatico afscheid van Caleb Ewan. De Australiër, tweede in de openingsetappe en drager van de maglia ciclamino, was achteropgeraakt en stapte dan in de ploegauto.
In aanloop naar de enige klim, de Poggio della Croce, verloor de kopgroep alweer terrein. Robert Gesink leverde een flinke inspanning op de klim en bracht het peloton zo tot op 3:28 minuten van de vluchters. Jumbo-Visma wilde echter niet het vuile werk in haar eentje opknappen, waardoor de aanvallers weer konden uitlopen tot zes minuten. Volgens de wet van Chapatte, die stelt dat een peloton per tien kilometer een minuut op een ontsnapping inloopt, was de grote groep nog niet kansloos, maar het vijftal vooraan had wel een mooie marge.
Peloton krijgt vluchters weer binnen schot
Alpecin-Fenix en Deceuninck-Quick-Step namen dan de achtervolging op zich en daardoor liep het verschil weer terug. Zes minuten werden er vijf, vier, drie, twee en een, op twintig kilometer van de aankomst. Toen de vijf vluchters eenmaal binnen schootsafstand waren, bleef het verschil stabiel tussen de dertig seconden en de minuut. Met nog drie kilometer te gaan werd het laatste gaatje dichtgereden door de ploegen van de sterke mannen en kon de aanloop naar de eindspurt echt beginnen.
De ‘grote drie’ Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Julian Alaphilippe zochten elkaar, niet voor het eerst deze week, op. Zdeněk Štybar opende op de oplopende aankomst de debatten, waarna zijn ploeggenoot Alaphilippe het gaatje liet vallen. Van Aert reed dan het gat dicht met Van der Poel in zijn wiel. De Nederlander wachtte dan het juiste moment af om de overwinning naar zich toe te trekken. Saillant detail: in 1984 won zijn vader Adrie eveneens in Tirreno-Adriatico een rit, met aankomst in Ancona.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.