Titelverdediger Dimitri Claeys keert met bang hartje terug in Duinkerke
Interview Dimitri Claeys gaat vanmiddag als titelverdediger van start in de Vierdaagse van Duinkerke. De 31-jarige Gentenaar staat er weliswaar minder goed voor dan vorig jaar, nadat hij een groot deel van zijn voorjaar in rook zag opgaan door een longontsteking. Heeft hij die ziekteperikelen nu definitief achter zich gelaten? En mag hij na een minder voorjaar nog hoop koesteren voor een Tourselectie?
De Vierdaagse van Duinkerke is doorgaans heel simpel, legt Claeys ons uit: vijfmaal sprinten, en dan alle remmen los in de rit richting Cassel. Het is daar dat hij vorig jaar André Greipel een hak zette. Greipel won dan wel de rit, maar het was Claeys die met vier seconden voorsprong de slotrit in ging. De Duitser prutste daar in een tussensprint nog drie tellen van af. Niet voldoende om Claeys van zijn eerste eindzege in een rittenkoers ooit te houden. “Misschien wel de strafste prestatie in mijn carrière, op een heel belangrijk moment”, aldus Claeys.
“Het blijft dan ook een hele eer om hier met het rugnummer één te mogen starten”, legt Claeys ons uit. “Het is altijd een extra motivatie om terug te keren naar een wedstrijd die je al eens hebt gewonnen, omdat je weet dat het hoogst haalbare erin zit. Dat alles mogelijk is. Maar anderzijds besef ik goed genoeg dat dit niet dé koers van het jaar is. Voor veel renners is het juist de eerste wedstrijd van hun tweede deel van het seizoen. Onder andere Niki Terpstra en Jens Keukeleire herbeginnen hier na een zwaar voorjaar, dus is het moeilijk in te schatten waar zij al staan. Maar dat is ook weer de charme van deze koers.”
Zelf durft Claeys nog niet te denken aan een nieuwe eindzege. “Dat lijkt me heel hoog gegrepen. Het belangrijkste is dat ik weer het gevoel krijg dat ik op de goede weg ben, dat ik beter ben dan in de voorgaande wedstrijden. Daar is deze Vierdaagse van Duinkerke ook ideaal voor. Het is een van de weinige rittenkoersen die op maat gemaakt is voor het type renner dat ik ben. Niet overdreven lastig of lang bergop, of geen lastige tijdrit die beslissend is. Dat zorgt ervoor dat ik telkens met de nodige ambitie aan het vertrek kom. Het probleem is dat ik nu al voor het tweede jaar op rij uit blessure terugkom. Vorig jaar brak ik mijn staartbeentje tijdens het voorjaar, dit jaar was er die ziekte.”
Bacteriële infectie
De voorzichtige uitspraken van Claeys hebben dus een gegronde reden. De Cofidis-renner miste quasi het hele voorjaar door die ziekteperikelen. Eerst werd gedacht dat astma-aanvallen roet in het eten gooiden, maar uiteindelijk kreeg Claeys een andere diagnose. “Een bacteriële infectie op de longen maakte het op den duur onmogelijk om nog normaal te fietsen. Ik heb meer dan drie weken antibiotica moeten nemen, waardoor ik heel lang heb stilgelegen. Mijn lichaam heeft de nodige tijd nodig gehad om ten eerste deftig te herstellen, en ten tweede om weer in een goede conditie te komen. Dat is nu nog altijd deels aan de gang. Maar van die problemen ben ik nu wel volledig verlost.”
En dus kan Claeys ook weer voorzichtig vooruit beginnen kijken. “Natuurlijk is deze Vierdaagse een doel op zich, maar ik denk dat het realistischer is om mijn grote doelen nog iets verder te kiezen. Het Belgisch kampioenschap op de weg in Gent lijkt me een logische keuze. Een BK in eigen stad, dat maak ik normaal gezien maar één keer in mijn carrière mee, dus ik kan het niet maken om daar niet goed voor de dag te komen. Het is mijn bedoeling om tot dan nog elke week een beetje te verbeteren. En in alle wedstrijden richting dat BK kan ik ook mijn ding doen: de GP Marcel Kint, Ronde van Luxemburg, Baloise Belgium Tour, Dwars door het Hageland, de Elfstedenronde en Halle-Ingooigem.”
Tourselectie volgt?
De Tour noemt Claeys opvallend genoeg niet, maar dat wil niet zeggen dat hij zichzelf al heeft afgeschreven voor een plekje in de Cofidis-selectie. “Veel zal afhangen van hoe mijn lichaam de komende weken verteert. Het is zo dat veel ploegen hun selectie voor de Tour al vroeg in het voorjaar klaar hebben, maar Cofidis gelukkig niet. Bij ons wachten ze liever een beetje af om te zien wie er op het moment zelf in vorm is. Vorig jaar was het bijvoorbeeld niet echt voorzien dat ik de Tour zou doen, maar door dan goed te rijden in juni ben ik toch in de selectie gekomen. Dat kan dit jaar ook, maar dan zal ik toch nog het een en andere moeten tonen. Als ik goed presteer, dan kan de selectie zomaar vanzelf volgen.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.