Tom Dumoulin eindigde de voorbije jaren al eens als tweede en derde in de Eneco Tour. Desondanks ziet hij zijn kansen met vier sprintritten, een korte individuele en ploegentijdrit, dit jaar somber in. “Ik wil graag winnen en ik ga het gewoon proberen. Maar als voorbereiding op het WK is het ook een hele goede ronde”, legt Dumoulin uit aan WielerFlits.

Ploegentijdrit doorslaggevend
Het parcours speelt niet in de kaart van Dumoulin, die net als Greg Van Avermaet liever een zwaarder parcours had gezien. “Ik ben me er terdege van bewust dat eindwinst bijna onmogelijk is. Ik kan misschien een beetje tijd pakken in de tijdrit, maar die is maar héél kort (negen kilomter, red.). Vervolgens verlies ik weer heel veel tijd in de ploegentijdrit, waarschijnlijk. Ik denk namelijk niet dat we daar gaan winnen of als tweede eindigen. […] Normaal gaan BMC en Etixx-Quick-Step sneller zijn. Die hebben een paar goede tijdrijders bij. Het kan dus zo maar zijn dat de top-10 na de ploegentijdrit vol staat met renners van die twee ploegen, bijvoorbeeld. En dan is het heel lastig om dat allemaal goed te maken op één dag in Geraardsbergen.”

‘Geen idee wie topfavoriet is voor WK tijdrijden’
De renner van Giant-Alpecin rijdt hier niet alleen rond om het eindklassement proberen te winnen, maar scherpt ook zijn vorm aan met het oog op het WK tijdrijden volgende maand in Doha (Qatar). “Ik hoop dat er nog een derde vormpiek in mijn benen zit”, lacht Dumoulin. “Ik heb in ieder geval goed gewerkt de afgelopen weken. De Ronde van Groot-Brittannië was eigenlijk al beter dan ik had gedacht. Ik had niet verwacht daar alweer mee te doen voor het podium. Maar het tijdritparcours in Qatar ligt me niet echt. Het is vlak en de hitte gaat een hele grote rol spelen. Ik zou mezelf eigenlijk niet als topfavoriet willen bestempelen, maar ik zou ook niet weten wie dat dan wel is. Ik denk dat we gewoon met een aantal tijdrijders heel dicht bij elkaar zitten. Diegene met de beste dag wint. Dat kan ik zijn, maar ik geef mezelf niet de meeste kans.”