Als de sprinters nog wat willen voordat ze de Alpen in gaan, is de vijftiende etappe een geschikt moment. Zeker, het profiel verraadt de nodige hoogtemeters, maar met zestig vlakke kilometers tot aan de finish moet deze etappe toch wel roodomrand in het routeboek van de spurters staan.

Route
De renners moeten wel eerst even aan de bak. Vanuit Mende gaat het gelijk bergop richting de Côte de Badaroux, een col van de derde categorie, die gemiddeld met 5,1% omhoog gaat. Vervolgens blijft het peloton een tijdlang op een kilometer hoogte rondrijden, waarna er na de Col du Bez en de Col de la Croix een duikvlucht richting zeeniveau gaat plaatsvinden. Na deze duikvlucht volgt eerst een tussensprint en daarna de Col de l’Escrinet.

En het is deze Col de l’Escrinet die pijn gaat doen. 7,9 kilometer lang, 5,8% gemiddeld omhoog en bestempeld tot een berg van de tweede categorie. Sprinters die hier te diep moeten gaan, kunnen het verder vergeten. Maar een peloton dat nog een Alpenweek te verteren krijgt, zou er wel eens voor kunnen kiezen om hier niet volle bak omhoog te jakkeren. Na de top volgen er nog zestig vlakke kilometers, die uitstekend geschikt zijn om een sprintje op poten te zetten. De laatste kilometers zijn vrijwel vlak.

Favorieten
Mocht het inderdaad uitlopen op een sprint, dan moet André Greipel bovenaan het lijstje staan. Hij heeft al twee sprintzeges te pakken en is in een felle strijd verwikkeld om de groene trui. Hij heeft de vorm, de ploeg en het zelfvertrouwen en is zeker in staat om de hindernissen van vroeger in de koers te overkomen. Een derde ritzege is zeer goed mogelijk als hij gespaard blijft van valpartijen of overige ellende.

Greipel heeft het rijk echter bepaald niet alleen. Mark Cavendish liet in 2009 al zien dat hij wel raad weet met de Col de l’Escrinet, door met de voorste groep over de berg te rijden en de etappe te winnen. Nu was de Mark Cavendish van 2009 wat dominanter in de sprints, maar ook anno 2015 kan hij nog altijd flink uithalen. Met een etappezege in de tas vallen meer successen zeker niet uit te sluiten. Op pure snelheid misschien de mindere van Greipel, maar de branie van Cavendish kan hem heel ver brengen.

Bovengenoemde heren hebben de sprintzeges onderling verdeeld en dat zit niet lekker bij Peter Sagan en John Degenkolb. Met name Sagan greep al meermalen net mis in de sprints en kan een goede slag slaan in de strijd om het groen als hij een ritzege kan pakken. Degenkolb zou een zeer moeizame Tour van Giant-Alpecin kunnen opfleuren met een overwinning. De Duitser heeft zeker inhoud genoeg om niet op één van de beklimmingen uit het peloton te wapperen.

Achter de vier hoofdrolspelers in de gemiddelde sprint, zitten nog wel enkele hoopvolle mannen, wiens ritzege als een verrassing zou komen. Alexander Kristoff heeft dit soort varkentjes al menigmaal gewassen, maar komt er deze Tour vooralsnog niet aan te pas, Arnaud Démare heeft een prima sprint in de benen en Sam Bennett zou Bora Argon 18 maar wat graag op de kaart zetten met een uitgenaste sprint. Verdere namen die niet vergeten moeten worden zijn Bryan Coquard, Davide Cimolai en het MTN-Qhubeka-duo Edvald Boasson Hagen en Tyler Farrar. Zij zijn onbevangen en vol vertrouwen na de ritzege van Stephen Cummings.

Favorieten volgens WielerFlits
**** André Greipel
*** Mark Cavendish, Peter Sagan
** John Degenkolb, Alexander Kristoff, Arnaud Démare
* Sam Bennett, Bryan Coquard, Davide Cimolai, Tyler Farrar