En zo staat het peloton opeens in Parijs. Na een dagenlang slagveld op de flanken van de diverse Alpencols, vliegen de renners richting de Franse hoofdstad voor het mooiste criterium dat er bestaat. Tien rondjes Champs-Elysées op hoge snelheid, waarna de sprinters het slotstuk mogen schrijven. En dan zit de Tour de France van 2015 erop.

Parcours
Het parcours van de slotrit kan niet veel simpeler. 40 kilometer sightseeing, proosten met champagneglaasjes, geintjes uithalen met collega’s en poseren voor de camera’s en dan als gekken over de klinkertjes van de Champs-Elysées rammen. Vluchtersgroepjes zullen vooruit rijden en achteraan het peloton zitten de vermoeide mannen te happen naar adem. Het mag dan feitelijk een etappe voor de show zijn, het gaat kanonhard en wie ziek, zwak of misselijk is, krijgt het heel moeilijk. Vraag dat maar aan Lieuwe Westra, die twee jaar geleden op veertig kilometer voor het einde van de Tour afstapte.

In al dat gejakker gaat er ook nog wel eens iemand onderuit. Jean-Christophe Péraud smakte vorig jaar nog tegen de vlakte en moest door zijn ploegmaats teruggebracht worden. Geen gemakkelijke taak, maar de nummer twee van het eindklassement zou gewoon in de buik van het peloton finishen. De haven mag dan in zicht zijn, het blijft oppassen geblazen.

Favorieten
Tenzij je Alexandre Vinokourov heet en in 2005 het onmogelijke presteert, moet je de laatste Touretappe zien te winnen in een sprint. En wie sprint zegt, zegt anno 2015 André Greipel. Drie ritzeges in the pocket, barstend van het zelfvertrouwen en met een ploeg die voor hem door het vuur gaat, moet de Duitser er eigenlijk gewoon een vierde van maken op de mooiste plek die er voor een sprinter bestaat. Lukt het hem, dan is hij met recht de opvolger van Marcel Kittel, die in de afgelopen twee jaar vier ritten won, waaronder die in Parijs.

De tegenstand komt uit de gebruikelijke hoek. Natuurlijk moeten we Mark Cavendish noemen, ook al heeft deze veelwinnaar bijna geen renner meer om hem heen die hem kan helpen. De grote motoren uit zijn ploeg zitten al thuis en Cavendish zal het vuile werk zelf moeten opknappen. Daarin is hij echter uitermate bedreven en winnen in Parijs is hem ook bepaald niet vreemd.

Als er iemand nog een ritzege verdient, is het Peter Sagan. Hij grossiert deze Tour in ereplaatsen en heldendaden, maar tot een dagzege is het vooralsnog niet gekomen. Sprinten kan hij uitstekend, al is het nog maar de vraag of hij het in een man tegen man-gevecht écht kan opnemen tegen iemand als André Greipel. Overigens hoeft het in zijn geval niet eens per se in een sprint; met zijn onconventionele stijl zou hij zomaar eens een Vinokourovje kunnen uithalen.

En dan blijven er nog twee echte favorieten over. John Degenkolb en Alexander Kristoff zijn eveneens nog zonder zege en zitten er altijd goed bij. Als alles een keer hun kant op valt, kunnen ze wel degelijk zo’n massasprint winnen. Net als Sagan zijn ze op pure snelheid de mindere van Greipel, maar wie weet raakt de Gorilla even opgesloten waardoor één van hen kan zegevieren.

John Degenkolb – foto: Marcel Koch

Mocht een andere renner dan de bovenstaande vijf winnen, dan mogen we spreken van een echte verrassing. Namen die op dit lijstje mogen staan zijn: Bryan Coquard, Davide Cimolai, Michael Matthews en Arnaud Démare. Tyler Farrar en Edvald Boasson Hagen wonnen in het verleden nog wel eens een massasprint, maar doen al een tijdje niet meer mee op dat front.

Favorieten volgens WielerFlits
**** André Greipel
*** John Degenkolb, Mark Cavendish
** Peter Sagan, Alexander Kristoff, Arnaud Démare
* Bryan Coquard, Davide Cimolai, Michael Matthews, Edvald Boasson Hagen