Tour 2015: Vooruitblik op het parcours van de 102de Tour, deel I
Nog een week en dan barst de Tour de France in al zijn hevigheid los. De 102de uitgave van La Grande Boucle is er één met een parcours vol verrassingen. Voor het Nederlandse wielergilde is de start in Utrecht een absoluut hoogtepunt, maar ook naar de steile muren, de gevreesde kasseien en de loodzware cols wordt reikhalzend uitgekeken. In meerdere delen blikt WielerFlits uitgebreid vooruit op drie weken wielerfeest in La Douce France. Vandaag deel I: de eerste week.
Zaterdag 4 juli, etappe 1: Utrecht – Utrecht (13,8 km – ITT)
Erwtensoep en stamppot. In het officiële routeboek van de Tour de France worden ze aangeduid als dé Utrechtse specialiteiten. Het weerhield de directeurs uit het land van coq au vin en crème brulée er niet van om de Nederlandse stad uit te kiezen als locatie voor de 102de Tourstart. Op zaterdag 4 juli slaat het grootste wielercircus ter wereld dan ook zijn tenten op in de schaduw van de Domtoren. Middels een individuele tijdrit, die met zijn lengte van 13,8 kilometer niet als proloog door mag gaan, zullen de renners bepalen wie de eerste gele trui om zijn schouders mag hangen. Het parcours begint en eindigt aan de zuidzijde van het Centraal Station, passeert onder meer de Galgenwaard en De Uithof en voert de renners in de slotfase via de Maliesingel om het oude stadscentrum heen. Met zes haakse bochten en een lastige chicane zal een fijne techniek geen overbodige luxe zijn. Toch is de etappe gezien de lange rechte stukken en het goede asfalt vooral een kolfje naar de hand van echte hardrijders.
Video: Lars Boom verkent het tijdritparcours
Het is niet de eerste keer dat de Grand Départ op Nederlands grondgebied plaatsvindt. Amsterdam (1954), Scheveningen (1973), Leiden (1978), Den Bosch (1996) en Rotterdam (2010) gingen Utrecht voor. Drie van die vijf keer leverde dat een Nederlandse ritwinnaar op: Wout Wagtmans in Amsterdam, Joop Zoetemelk in Scheveningen en Jan Raas in Leiden. Die laatste overwinning was er één met een staartje. Met naast de eerste plek van Raas ook nog een tweede plek voor Gerrie Kneteman, een derde voor Joop Zoetemelk en een vierde voor Hennie Kuiper boekte Nederland een eclatant succes, maar niet veel later maakte de jury bekend dat ‘vanwege het slechte weer de proloog niet meetelde voor het klassement en er dan ook geen gele trui werd uitgereikt’. Een dag later nam een woedende Raas revanche door met overmacht de etappe naar Sint-Willebrord te winnen en zich op die manier alsnog het geel toe te eigenen. Dat Tourdirecteur Félix Lévitan Raas’ woorden “Lévitan je kan mijn kloten kussen” niet begreep, was wellicht maar beter ook.
Video: Overzicht Tourstarts in Nederland
Video: Jan Raas neemt wraak in Sint-Willebrord
Anno 2015 is Tom Dumoulin de aangewezen persoon om in de voetsporen van Raas te treden. Als geen ander lijkt de Limburger in staat om gevestigde namen als Fabian Cancellara en Tony Martin te vloeren en 37 jaar na dato een nieuw volksfeest te doen losbarsten.
Tourstarts in Nederland
1954: Amsterdam. Winnaar: Wout Wagtmans
1973: Scheveningen. Winnaar: Joop Zoetemelk
1978: Leiden. Winnaar: Jan Raas
1996: Den Bosch. Winnaar: Alex Zülle
2010: Rotterdam. Winnaar: Fabian Cancellara
Zondag 5 juli, etappe 2: Utrecht – Zeeland/Neeltje Jans (166 km)
Ook de tweede dag van de Tour speelt zich volledig in Nederland af. De start is wederom in Utrecht, waar tijdens de neutralisatie nog een lusje door de binnenstad afgewerkt wordt. Als de stadspoorten uit het zicht verdwijnen en koers wordt gezet richting Rotterdam, kunnen de renners volop genieten van het Hollandse veenweidelandschap rond Oudewater, Gouda en Waddinxveen. Al is het misschien waarschijnlijker dat ze meer aandacht hebben voor verkeersdrempels, middenbermen en andere vervelende fratsen op de weg.
Via de Coolsingel en de Erasmusbrug doorkruisen ze vervolgens Rotterdam. Vanaf daar verandert het koersbeeld. Met elke trap komt het einde van de wereld dichterbij. Daarginds, aan de Zeeuwse kusten, kent Moeder Natuur geen genade. Als de wind op zondag 5 juli waait zoals zij doorgaans waait in Zeeland, kan het haast niet anders dan dat op de Haringvliet, Brouwersdam of Oosterscheldekering het peloton in waaiers uiteenvalt. De aankomstlijn ligt getrokken op het oude werkeiland Neeltje Jans. Midden op de Oosterscheldekering en het toonbeeld van de Deltawerken. Een prachtig decor voor, zo hopen wij toch, een prachtige etappe.
In 2010 kende de Giro d’Italia een soortgelijke rit. Destijds finishte men iets verderop in Middelburg. De betreurde Wouter Weylandt won er de sprint. Het peloton was door de wind – en, toegegeven, de valpartijen – volledig uiteengeslagen. Enkele frêle klimmers als Domenico Pozzovivo kregen zelfs acht minuten aan hun broek. Een ideale kans dus voor ‘complete’ ronderenners als Vincenzo Nibali en Alberto Contador om hun concurrenten onder druk te zetten.
Op Zeeuwse inbreng hoeft overigens niet gerekend te worden. Althans, niet in het peloton. Waar Neerlands dunbevolkste provincie met onder meer Theofiel Middelkamp, Jo de Roo, Jan Raas en Cees Priem in het verleden meermaals haar stempel drukte op de wielergeschiedenis, is Nick van der Lijke momenteel de enige Zeeuw op WorldTour-niveau. In de commentaarcabine daarentegen zal Maarten Ducrot het niet nalaten zijn geboortegrond vol lof te bezingen.
Maandag 6 juli, etappe 3: Antwerpen – Huy (159,5 km)
Vaak kreeg de Tour de France kritiek op het feit dat de eerste week veel te veel ‘saaie’ sprintetappes bevatte. Het lijkt erop dat de parcoursbouwers zich dit aangetrokken hebben, want na de mogelijke waaierrit naar Neeltje Jans, is ook de derde etappe geen regulier sprintersbal. Verre van, zelfs. De aankomst op de loeisteile Muur van Hoei is niet bepaald iets waar de Kittels en Greipels van deze wereld fluweelzachte dromen over hebben. Met zijn 1,3 kilometer gaat het hier niet om een lange klim, maar het gemiddelde stijgingspercentage van 9,6% en de pieken tot maar liefst 26% boezemen niet alleen de sprinters angst in.
In de aanloop naar de Muur zijn de eerste bergpunten uit deze Tour te verdienen. Als de noordelijke vlaktes achtergelaten zijn, moeten er drie heuvels van de 4de categorie overwonnen worden, waarop een vluchtersgroep waarschijnlijk zal uitmaken wie er met de bollentrui mag pronken. De kans bestaat uiteraard dat zo een groep het tot aan de finish uitzingt, maar meer voor de hand ligt het dat we de klassementsmannen gaan zien strijden voor de ritzege. Met de terugkeer van de bonificatieseconden levert dat namelijk nog 10 extra seconden tijdwinst op. Seconden die in de rest van de Tour nog wel eens belangrijk kunnen worden.
De Tour deed de Muur van Hoei nog nooit eerder aan, maar in de wielerwereld is de klim berucht en beroemd als slotstuk in de Waalse Pijl. Sinds 1983 kent die voorjaarsklassieker er zijn aankomst. In de komende Tour staan er slechts twee renners aan de start die ooit de Waalse Pijl wisten te winnen: Joaquim Rodriguez en Alejandro Valverde. Laatstgenoemde slaagde daar zelfs drie keer in en is dan ook de te kloppen man voor de etappe van vandaag.
Video: De meest recente editie van de Waalse Pijl, met Valverde als winnaar
Tourfavorieten in de Waalse Pijl
Alberto Contador: 3de (2010)
Chris Froome: 34ste (2009)
Vincenzo Nibali: 8ste (2012)
Thibaut Pinot: –
Nairo Quintana: 59ste (2013)
Joaquim Rodriguez: 1ste (2012)
Tejay van Garderen: 74ste (2012)
Alejandro Valverde: 1ste (2006, 2014, 2015)
Beklimmingen van de dag
Côte de Bohissau – 4de cat. – 2,4 km aan 5,5% – 50,5 km tot aankomst
Côte d’Ereffe – 4de cat. – 2,1 km aan 5,0% – 16,5 km tot aankomst
Côte de Cherave – 4de cat. – 1,3 km aan 8,1% – 5,5 km tot aankomst
Mur de Huy – 3de cat. – 1,3 km aan 9,6% – aankomst boven
Dinsdag 7 juli, etappe 4: Seraing – Cambrai (223,5 km)
De eerste Tourweek blijft maar voor verrassingen zorgen. In de vierde rit geen deltawerken of steile muren, maar iets waar het peloton misschien nog wel meer angst voor heeft: kasseien. Tussen de desolate, uitgestrekte velden van Noord-Frankrijk vinden de renners op hun weg zeven stroken belegd met de grove stenen. Zes daarvan, met een totale lengte van 11,3 kilometer, liggen in de laatste 50 van de 224 kilometer lange etappe – de langste uit deze Tour. Na het afkomen van de laatste strook is het nog 10 kilometer rijden tot de aankomst in Cambrai. Genoeg ingrediënten om een slagveld mee aan te richten, zeker als ook de weergoden zich mengen.
Dat deden ze in ieder geval wel in 1980, het jaar dat Joop Zoetemelk de Tour won. In de vijfde rit van Luik naar Lille moest er 25 kilometer over kasseien worden gereden. Het was noodweer die dag. Zo hard als het hemelwater neerdaalde op de stenen, regende het ook valpartijen en lekke banden. De renners sloten een niet-aanvalsverdrag, maar Jan Raas had daar lak aan. Hiermee tekende hij voor de ondergang van zichzelf en van zijn Raleigh-ploeg. Voor Bernard Hinault, de grote patron, was het namelijk een oorlogsverklaring. De Franse vedette kende geen genade meer en won uiteindelijk de rit met ruim twee minuten voorsprong op de groep met Zoetemelk. Een gevoelig verlies voor de Nederlander, doch uiteindelijk bleek dat hij in deze rit de Tour won. De inspanningen op de kasseien in de regen hadden zijn weerslag op de knieën van Hinault. Nog voor de bergen zich aandienden keerde hij via een achterdeur terug naar Bretagne. Er was heel veel voor nodig om de grote Bernard Hinault te doen breken, maar de kasseien, die slaagden daarin.
Video: Bernard Hinault wint in Lille 1980
Aan het begin van deze eeuw durfde de Tourorganisatie het weer aan de sécteurs pavés in het parcours op te nemen. In 2004 zorgde dat voor de ondergang van de Baskische klimmer Iban Mayo. Zes jaar later werd er in dezelfde regio, over in totaal 13 kilometer kasseienweg, met minuten gestrooid. Vorig jaar, toen op weg naar Arenberg zo’n 15 kilometer aan kasseien overwonnen moest worden, was dat niet anders. Een regenachtige woensdagmiddag veranderde in een memorabel stukje Nederlandse wielergeschiedenis. Op de glibberige stenen stond er geen maat op Lars Boom. De Nederlander reed op schitterende wijze naar de ritzege, gevolgd door de latere Tourwinnaar Vincenzo Nibali. Daarachter voltrok zich een ongekend slagveld. Eén voor één druppelden leeggereden renners met een holle blik in hun ogen binnen.
Video: Lars Boom wint kasseienrit in de Tour
Stiekem hoopt iedere wielerfan dit jaar op een gelijkaardig spektakel. De te verrijden stroken zijn weliswaar tamelijk onbekend – slechts drie ervan zitten ook in het parcours van Parijs-Roubaix – , maar de mogelijkheid om voor verschillen te zorgen zal niet onbenut gelaten worden. Renners als Nibali kunnen immers een ferme tik uitdelen aan ranke klimmers als Nairo Quintana en Chris Froome. Lance Armstrong zei het al voorafgaand aan de kasseienrit in 2004: “Koers is oorlog. Als je een ander op achterstand kunt zetten, moet je dat niet laten.”
Video: Lotto-Jumbo verkent de kasseien
Kasseienstroken van de dag
Pont-à-Celles à Gouy-lez-Piéton – 1,8 km lang – 120 km tot aankomst
Artres à Farmars – 1,2 km lang – 46 km tot aankomst
Quérénaing à Verchain-Maugré – 1,6 km lang – 40,5 km tot aankomst
Verchain-Maugré à Saulzoir – 1,2 km lang – 36 km tot aankomst
Saint-Python – 1,5 km lang – 26 km tot aankomst
Fontaine-au-Tertre à Quiévy – 3,7 km lang – 23,5 km tot aankomst
Avesnes-les-Aubert à Carnières – 2,3 km lang – 13 km tot aankomst
Beklimmingen van de dag
Côte de la Citadelle de Namur – 4de cat. – 2 km aan 4,8% – 170,5 km tot aankomst
Woensdag 8 juli, etappe 5: Arras – Amiens (189,5 km)
Op het oog is de vijfde rit van Arras naar Amiens een doorsnee etappe. Qua koersverloop wordt ook niet heel veel bijzonders verwacht. Een groepje avonturiers dat de hele dag voorop rijdt, om in de slotfase plaats te maken voor een spetterende massasprint. Toch is er vandaag een extra dimensie: de rit voert namelijk door de streek waar honderd jaar geleden de Eerste Wereldoorlog zijn meest verschroeiende sporen achterliet. Reden voor de Tourorganisatie om dit in stijl te herdenken. Kort na het vertrek uit Arras klimmen de renners naar de Notre-Dame-de-Lorette, de grootste nécropole van Frankrijk. Het naastgelegen monument Anneau de la Memoire gedenkt 600.000 man, zowel Geallieerden als Duitsers, die tijdens La Grande Guerre in deze buurt hun laatste adem uitbliezen. Voormalig Tourwinnaar François Faber was een van hen.
Niet veel later rijdt men voorbij de Canadian Memorial of Vimy, op de plek waar 3600 Canadezen bij een gevecht in april 1917 het leven lieten. Het zal niet de laatste gedenkplaats zijn die gepasseerd wordt. Als het peloton in het stadje Péronne westwaarts keert richting Albert, rijdt het dwars door het slagveld dat de Slag aan de Somme aanrichtte. Op 1 juli 1916 mislukte een Britse aanval op de Duitse stellingen volledig. Die ene dag kostte bijna 28.000 soldaten het leven. In de drie maanden die de slag daarna nog duurde, liep dat aantal op tot meer dan een miljoen. Daarmee is het een van de bloedigste strijden in de geschiedenis van de mens. Het resultaat? De Geallieerden kwamen 9,7 kilometer verder het bezette gebied in.
Van een heel ander schaalniveau, maar net zo treurig, is het verhaal van Philippe Gaumont. De Franse renner, boezemvriend van Frank Vandenbroucke, werd geboren en getogen in Amiens en won in 1997 Gent-Wevelgem. Vervolgens raakte hij echter verstrikt in een wereld van doping, slaappillen en geldnood. Zijn biografie draagt niet voor niets de naam Prissonier du Dopage. In 2013 kreeg Gaumont op slechts 40-jarige leeftijd een zware hartaanval en werd na enkele weken in coma hersendood verklaard. In een ziekenhuis. In Arras. “Too fast to live, too young to die. Philippe Gaumont’s name is added to a tragic list of a generation lost in a corrupted culture”, schreef ex-ploegmaat David Millar die dag op zijn Twitter.
Het peloton volgt Gaumonts levensweg in omgekeerde richting. Van Arras naar Amiens. Want laten we het niet vergeten: er wordt ook nog gewoon gekoerst vandaag.
Donderdag 9 juli, etappe 6: Abbeville – Le Havre (191,5 km)
Na de noordelijke ritten keert de Tourkaravaan vandaag westwaarts. Start is in Abbeville, een stad die vooral geleden heeft onder de Tweede Wereldoorlog, toen tijdens de Duitse Blitzkrieg een groot deel van de oude binnenstad verwoest werd. Al gauw komt de Kanaalkust in zicht. Nagenoeg het gehele vervolg van de etappe voert langs deze ruige kliffen. Een stukje van het parcours moest begin dit jaar hertekend worden nadat op enkele meters van de oorspronkelijke route een aardverschuiving plaatsvond. Aardverschuivingen in het klassement hoeven we vandaag niet te verwachten. Hoewel, mocht de wind uit de goede richting blazen, dan is er in dit landschap altijd kans op waaiers. Dat is in ieder geval wel waar wij Hollanders op hopen. Wellicht is het ijdele hoop, maar toch, hoop doet leven.
Onderweg is het al nooit echt volledig vlak, maar de pure sprinters van deze wereld zullen vooral met ongenoegen de laatste kilometer in Le Havre hebben bekeken. Daarin moet namelijk 41 meter hoogteverschil overwonnen worden, wat neerkomt op een gemiddeld stijgingspercentage van 4,1%. Als je een gokje moet wagen, speel dan maar op renners als Alexander Kristoff, John Degenkolb, Peter Sagan of Michael Matthews.
Beklimmingen van de dag
Côte de Dieppe – 4de cat. – 1,8 km aan 4% – 119,5 km tot aankomst
Côte de Pourville sur Mer – 4de cat. – 2 km aan 4,5% – 114 km tot aankomst
Côte de Tilleul – 4de cat. – 1,6 km aan 5,6% – 29,5 km tot aankomst
Vrijdag 10 juli, etappe 7: Livarot – Fougères (190,5 km)
We zouden het bijna zijn gaan missen: een hele gewone, doodnormale sprintersetappe. Op vrijdag 10 juli is het zover. Tussen het Normandische Livarot en het Bretonse Fougères is geen noemenswaardige hindernis te bespeuren. Het moet dan ook heel raar lopen wil het niet uitdraaien op een gevecht tussen onder meer Mark Cavendish, André Greipel, Nacer Bouhanni en de Bretonse lokale favoriet Bryan Coquard. Alsof ze het zo bedacht hebben, is Fougères ook nog eens een van de best bewaarde kasteelsteden in Europa. Ik zou zeggen, laat u heerlijk onderuit zakken in de bank, neem een goed glas wijn en laat Herbert Dijkstra u er alles over vertellen.
Beklimmingen van de dag
Côte de Canapville – 4de cat. – 1,9 km aan 4,7% – 178 km tot aankomst
Zaterdag 11 juli, etappe 8: Rennes – Mûr de Bretagne (181,5 km)
De achtste dag van de Tour is een Bretons feestje. Voor de twaalfde keer in de Tourgeschiedenis vertrekken de renners vanuit Rennes. Vanaf daar voert de route ze 181,5 kilometer door de groene velden van het schiereiland, dat misschien wel de meest wielergekke regio van heel Frankrijk is. Grote vedetten als Lucien Petit-Breton (2x Tourwinst), Louison Bobet (3x Tourwinst) en Bernard Hinault (5x Tourwinst) zijn rasechte Bretoenen . “In geen enkele andere provincie worden zoveel koersen georganiseerd als hier. Wielrennen is hier geen sport. Wielrennen is religie”, zo zei Hinault zelf tegen De Volkskrant. Bretonse renners omschrijft hij als ‘moedig en bereid om alles te doen om te winnen. Andere Franse renners hebben dat niet. Die klagen eerder. Of het is te warm, of te koud, of hun benen deden zeer.’
In Bretagne is wielrennen geen sport, maar religie – Bernard Hinault
Moedig of niet, de kans op een Bretonse overwinning is tegenwoordig niet meer zo groot. Dat de renners van het kleine ploegje Bretagne-Séché vandaag veelvuldig in de aanval te zien zullen zijn, staat echter buiten kijf. De vraag is of zo een aanvalslustig groepje het tot de finish redt. De aankomst ligt namelijk weer op een steile muur, ditmaal in het dorpje met de bijpassende naam Mûr de Bretagne. Voor de klassementsrenners liggen er dus belangrijke bonificatieseconden voor het oprapen. Met zijn 2 kilometer lengte is deze klim langer dan de Muur van Hoei, maar tegelijkertijd ook minder steil. In het eerste gedeelte loopt de weg tegen de 10% omhoog, om in de laatste 500 meter af te vlakken naar slechts 2%. Tijdens de voorlopig enige Tourfinish op deze plek, in 2011, waren het toch de klimmers die de lakens uitdeelden. De latere eindwinnaar Cadel Evans klopte Alberto Contador in een millimetersprint. De zesde plek van Thor Hushovd liet echter ook meteen zien dat goed klimmende sprinters hier niet kansloos zijn. Oh, en misschien, heel misschien, dat Julien Simon toch voor een Bretonse verrassing kan zorgen.
Video: Evans klopt Contador in Tour 2011
Beklimmingen van de dag
Col du Mont Bel-Air – 4de cat. – 1,5 km aan 5,7%
Mûr de Bretagne – 3de cat. – 2 km aan 6,9% – aankomst boven
Zondag 12 juli, etappe 9: Vannes – Plumelec (28 km – TTT)
De eerste Tourweek wordt afgesloten met een nieuwe krachtmeting tussen de klassementsrenners. Ze staan er niet alleen voor, maar hebben hun ploeggenoten aan hun zijde. Er staat namelijk een ploegentijdrit op het programma. Een bijzonder moeilijke maar ook bijzonder mooie discipline in het wielrennen. “Alles komt aan bod. Kracht, techniek, uithoudingsvermogen, explosiviteit. Je moet een complete renner zijn om dit goed te kunnen”, zo beschreef Tom Boonen – dit jaar afwezig in de Tour – zijn liefde voor de ploegentijdrit.
Het parcours bevindt zich wederom volledig op Bretons grondgebied en voert de deelnemende ploegen van Vannes naar Plumelec. De afstand van 28 kilometer is voor een ploegentijdrit vrij kort, maar gezien er geen vlak stuk te bekennen is, wordt het voor iedereen een zware opgave. In de afgelopen Dauphiné werd wel duidelijk wat een beetje hoogteverschil met de structuur binnen ploegen kan doen. Onder meer Sky kwam hierdoor in de problemen en verloor na 25 kilometer meer dan een halve minuut op winnaar BMC.
Deze rit is overigens de 49ste officiële ploegentijdrit in de geschiedenis van de Tour de France. De eerste vond plaats op 11 juli 1954 en werd gewonnen door de Zwitserse nationale formatie. De grootste faam in de discipline werd vergaard door de Nederlandse Raleigh-ploeg van Peter Post. Maarliefst negen maal wisten zij in de Tour een ploegentijdrit te winnen. De laatste keer dat ze dat flikten was in 1982, met aankomst in Plumelec. Plumelec is overigens ook bekend van de Tourproloog in 1985. De Belgische renner Fons de Wolf, jaren eerder nog aangeduid als opvolger van Eddy Merckx, vergiste zich in zijn starttijd en eindigde daardoor buiten de tijdslimiet. Zijn Tour was over, na precies 6800 meter. Pas drie jaar later keerde De Wolf er nog eens terug, voor de laatste maal.
Overzicht: Ploegentijdritten in de Tour
Video: Documentaire over de ploegentijdritten van TI-Raleigh
Video: Fons de Wolf mist zijn start in Plumelec 1985
Maandag 13 juli is het tijd voor de eerste rustdag uit de 102de Tour. De karavaan laat Bretagne achter zich en begeeft zich naar het zuiden. Als de renners met hun benen omhoog uitpuffen op een terrasje in Pau, kunnen ze in de verte de Pyreneeëntoppen al zien glinsteren. Die ogen dan nog lieflijk, maar in de dagen die volgen zal blijken dat ze ook genadeloos hard kunnen zijn. De eerste week zal zijn sporen in het klassement hebben nagelaten. De eerste verschillen zijn ontstaan. De eerste renners zullen ook al uitgevallen zijn. Maar nu de bergen zich aandienen, gaat de strijd pas echt beginnen. Wat zei Joop ook alweer altijd over Parijs?
Links
Officiële routeboek
Het is Koers, meer legendarische wielerverhalen
Huy niet, Bretagne wel.
Zowel west als zuid gaat vluchters afstompen en waaiers voorkomen.
Degene die de combi ProloogTT-Muur van Hoei het snelste afwerkt + misschien nog wat boni's grist maakt enorme kans om dan tot de TTT in het geel te rijden. TOP-kans voor Sagan!
Kasseienrit lijkt me niet onderscheidend genoeg voor een echt verschil ditmaal, dat lijkt me een relatieve sisser te worden.
TTT gaat een sleutelrit zijn deze tour, hier kun je zonder zelf enorme inspanningen te leveren winnen dan wel met in opperste inspanning veel verliezen. Lijkt me de 'heetste' rit om grondig te verkennen en een heel duidelijk plan voor op te stellen.
On: mooi afwisselend parcours, hopelijk willen ze ervoor rijden. Ik hoop op Dumoulin in Utrecht, anders wordt een etappe-zege voor NL moeilijk de eerste week.
Neoklassieker. Ik ben zeker voor!
Waarom zou Boom weer niet op de kasseien kunnen winnen?
Toch een puntje van kritiek. Er staat een dt-fout in...
Maar het is inderdaad een zeer knappe voorbeschouwing...
Er zijn gewoon weinig scenario's waarin Boom kan winnen. Hij zal bij Nibali moeten blijven, dus een solo zoals vorig jaar is uitgesloten. Theoretisch kan het dan zo zijn dat Boom en Nibali voorop zitten, maar aangezien er bonificaties zijn zal Nibali deze pakken. Enige optie is dat Boom een sprint wint van een select groepje, maar dan moet hij waarschijnlijk opboksen tegen Van Avermaet, Cancellara, Sagan, Kwiatkowski, Degenkolb. Kortom: kansloos.
Dan eerder Mollema op zo'n pukkel, maar die zal netjes de kat uit de boom kijken en aanklampen.