Tour 2016: Voorbeschouwing etappe 10
Na een welverdiende rustdag vertrekt het peloton dinsdag langzaam uit de Pyreneeën. Eerst moeten de renners nog één laatste reuzencol over, maar daarna komen ze op vlakkere wegen terecht. We krijgen dus een typische overgangsetappe. WielerFlits blikt vooruit.
Parcours
Die bewuste reuzencol ligt direct aan het begin van het parcours. Na een korte aanloop van anderhalve kilometer beginnen de renners meteen aan de Port d’Envalira. Daar zijn ze vervolgens nog wel een tijdje zoet mee, want deze Andorrese beklimming is maar liefst 22,6 kilometer lang. Bovenop ligt de Souvenir Henri Desgrange te wachten: de prijs voor de renner die als eerste het hoogste punt van de Tour de France passeert. Dit keer ligt die op 2408 meter hoogte.
De Port d’Envalira heeft ondanks de beangstigende lengte ‘maar’ de eerste categorie meekregen. Dat ligt waarschijnlijk aan het relatief lage stijgingspercentage. De weg loopt gemiddeld aan ‘slechts’ 5,5 procent omhoog en dat valt in het niet met andere reuzencols, maar pas op: dat getal geeft een beetje een vertekend beeld. In de laatste tien kilometer ligt het stijgingspercentage namelijk bijna constant boven de zes procent. De slotkilometer heeft zelfs een stijging van 7,7 procent. Door een vlakker eerste deel valt het gemiddelde echter lager uit.
Na het passeren van de top trekken de renners noordwaarts om over glooiend terrein naar aankomstplaats Revel te rijden. Voordat ze daar aankomen, moeten ze in de finale eerst nog een klein knikje van derde categorie over. Deze helling, die naam Côte de Saint-Ferréol draagt, is 1,8 kilometer lang en gaat aan 6,6 procent omhoog. Een ideale plaats voor een late aanval. Na het slotklimmetje is het nog zeven kilometer tot aan de meet.
Deze finale is allerminst nieuw in de Tour de France. Deze eeuw moest het peloton drie keer eerder de Côte de Saint-Ferréol over op weg naar Revel. In 2000 leidde dat tot een overwinning van Erik Dekker. Hij versloeg toen zijn vluchtmakker Santiago Botero in de sprint. Vijf jaar later zorgde deze finale opnieuw voor een sprint-à-deux in Revel. Ditmaal tussen Paolo Savoldelli en Kurt-Asle Arvesen, waarbij Il Falco sneller bleek.
In 2010 kwam de Tour de France voor het laatst aan in Revel. Toen demarreerde Alexandre Vinokourov op de Côte de Saint-Ferréol om vervolgens solo over de streep te komen. Daarachter won Mark Cavendish het sprintje van een uitgedund peloton.
Favorieten
Er zijn dus verschillende scenario’s mogelijk. Aanvallers hebben traditioneel een goede kans in Revel, maar de wedstrijd zou ook kunnen eindigen met een sprint. Veel gaat afhangen van de samenstelling van de vroege vlucht.
Voor de kansen van een kopgroep zou het gunstig zijn als renners van Tinkoff, Orica-BikeExchange en Direct Energie meezitten. Deze ploegen hebben namelijk allemaal rappe mannen in de gelederen die kansrijk zouden zijn bij een sprint. Als ze geen renner(s) vooruit hebben, gaan deze formaties hoogstwaarschijnlijk achtervolgen.
Het speerpunt van Tinkoff is natuurlijk Peter Sagan. Nu Alberto Contador uit koers is, zou de Russische formatie meer renners op kunnen offeren om het tot een sprint te laten komen, maar Sagan zou ook zelf in de aanval kunnen gaan. Dat is niet eenvoudig, aangezien de kopgroep waarschijnlijk gaat worden gevormd op de Port d’Envalira en klimmersbenen dus nodig zijn, maar dat heeft de wereldkampioen wel. Sagan zit immers wel vaker in ontsnappingen tijdens bergetappes. De Slowaak zou op deze manier ook belangrijke punten voor de groene trui kunnen pakken. Hoe dan ook: Sagan kan in elk van de mogelijke scenario’s winnen. Dat maakt hem de topfavoriet voor dinsdag.
Bryan Coquard van Direct Energie heeft vergelijkbare kwaliteiten. Hij is snel aan de meet, getuige ook zijn twee podiumplaatsen in sprintetappes, en kan bovendien prima een bergje overleven. Dat zijn ideale kwaliteiten voor een etappe als deze. Hetzelfde geldt voor zijn landgenoot Julian Alaphilippe. De renner van Etixx-Quick-Step heeft nu een grote achterstand in het klassement en zou dus een vrijgeleide kunnen krijgen, maar wachten tot de sprint is ook een optie voor hem. In Cherbourg was hij zelfs bijna sneller dan Sagan.
Het parcours is ook perfect voor Orica-BikeExchange. Hun halve ploeg bestaat uit renners met een sterk eindschot na een lastige finale. De naam van Michael Matthews springt daarvan het meest in het oog, maar ook Simon Gerrans, Michael Albasini en Daryl Impey zijn kansrijk. De Australische formatie kan dus op veel paarden wedden.
Dimension Data heeft ook twee kanshebbers. Cavendish kan de finale aan, zo bleek zes jaar geleden, maar dan mag het koersverloop niet te zwaar zijn. Dat geldt ook voor Marcel Kittel (Etixx-Quick-Step) en André Greipel (Lotto Soudal). Edvald Boasson Hagen heeft waarschijnlijk meer kans voor Dimension Data. Het knikje in de finale zou voor hem geen probleem mogen zijn. Let bovendien op zijn landgenoot Sondre Holst Enger (IAM Cycling), en wie weet kan ook Alexander Kristoff (Katusha) de finale overleven.
Bij de Belgen zijn de ogen voornamelijk gericht op Greg Van Avermaet (BMC). De voormalig geletruidrager zit in een goede flow en vindt een parcours op zijn maat. Onze zuiderburen hebben met Jasper Stuyven (Trek-Segafredo) ook een tweede renner die zou kunnen scoren. Beide renners kunnen een heuveltje over en zijn snel aan de meet. Nederland heeft ook zo’n type coureur met Tom-Jelte Slagter (Cannondale). Het is verder uitkijken naar Davide Cimolai (Lampre-Merida), John Degenkolb (Giant-Alpecin) en Frans kampioen Arthur Vichot (FDJ).
Tot slot moeten we rekening houden met specialisten in het aanvalswerk. Een goed eindschot geeft weliswaar een groot voordeel op een parcours als dat van dinsdag, maar het is zeker geen noodzakelijke kwaliteit om te winnen. Dat bewijst de geschiedenis ook met winnaars als Vinokourov en Savoldelli.
Bij sterke aanvallers denken we al snel aan Stephen Cummings. De 35-jarige Brit heeft al een etappe op zak en kan dus zonder druk koersen. Andere specialisten in dit werk zijn bijvoorbeeld Luis Leon Sanchez (Astana), Tony Gallopin (Lotto Soudal), Thomas Voeckler (Direct Energie) en ook Fabian Cancellara (Trek-Segafredo).
Favorieten volgens WielerFlits
**** Peter Sagan
*** Julian Alaphilippe en Bryan Coquard
** Greg Van Avermaet, Michael Matthews en Edvald Boasson Hagen
* Simon Gerrans, Stephen Cummings, Jasper Stuyven en Michael Albasini
Weer en TV
Aan de start zal de temperatuur rond de twintig graden liggen onder een zonnetje met enkele wolken. Op de top van Port d’Envalira is het kouder, al is de neerslagkans is niet groot. Richting de aankomstplaats Revel verdwijnt de zon achter de wolken. De temperatuur blijft wel hangen rond de twintig graden Celsius.
De live-uitzendingen van de NOS, Sporza en Eurosport beginnen om 14.10 uur.
**** Coquard
*** Sagan, Kristoff
** Theuns, Groenewegen, Matthews
* Greipel, Cavendish, Kittel, Richeze, Laporte, , Bo Hagen, Van Avermaet
Er zijn voldoende teams die willen rijden (Tinkoff met alleen Sagan kopman na het wegvallen van Contador), Katusha (Kristoff), Direct Energie (Coquard) en Orica (Matthews). Op Tinkoff na hebben deze teams nog geen etappezege geboekt en met een gereduceerde sprint zijn de kansen normaal gesproken het grootst.
Daarnaast zijn al deze teams erbij gebaat dat er toch wel wat gas wordt gegeven zodat de powersprinters (Kittel, Greipel, Cav) eraf blijven.
Al met al lijkt me dit het meest waarschijnlijke scenario en hierop heb ik ook mijn sterverdeling gebaseerd.
Van de sprinters die overblijven zal het dan gaan tussen Kristoff, Sagan en Coquard waarbij de laatste me tot nu toe het meest heeft overtuigd.
Ik geef Groenewegen ook wel een goede kans om het te overleven. Heeft zich een paar dagen kunnen sparen in de bus waarvan hij zelf aangaf dat hij het wel leuk vond en het tempo niet te hoog lag. Vandaag nog een extra rustdag en dan denk ik dat ie morgen zijn uiterste best gaat doen om erbij te blijven. Ik denk dat deze etappe misschien wel zijn beste kans is omdat ik dit Dylan nog wel zie overleven en de 'grote 3' niet.
Dat zou voor Dylan het meest ideale scenario zijn. Verder hoeft hij naar mijn idee voor geen enkele sprinter onder te doen qua intrinsieke snelheid.
Ik verwacht sowieso een grote kopgroep die niet meer achterhaald gaat worden.
Wordt het toch een sprint dan kun je de ECHTE machtsprinters wel noteren. Cavendisch, Kittel en Greipel zullen deze laten lopen gelet op de zwaarte en de late col.