Tour 2018: Voorbeschouwing laatste Pyreneeënrit naar Laruns
Op vrijdag volgt er een laatste mogelijkheid voor de klimmers om nog iets aan het klassement te veranderen. Wie durft er risico’s te nemen in deze rit over de Pyreneeënreuzen Aspin, Tourmalet en Aubisque? WielerFlits blikt vooruit op deze apotheose in de bergen.
Nog drie etappes en de 105e editie van de Tour de France zit er weer op. In de komende twee dagen kan er echter nog veel veranderen. Wat heet: diverse concurrenten kunnen elkaars dromen nog aan diggelen slaan. De Col d’Aspin, Col du Tourmalet, Col des Bordères en Col d’Aubisque wachten de renners vrijdag met een satanisch genoegen op, als onderdeel van de 200,5 kilometer lange laatste Pyreneeënrit naar Laruns. Wie na vandaag het geel om zijn schouders heeft, mag hardop dromen van Tourwinst. Maar om er een bekend Tourcliché uit de gooien: Parijs is nog ver!
De meeste aandacht mag dan wel zijn uitgegaan naar de ultrakorte bergetappe van afgelopen woensdag, de laatste bergrit van deze Tour mogen de renners ook zeker niet onderschatten. Meer dan drieduizend hoogtemeters, verdeeld over 59,5 klimkilometers. En dan hebben we het nog niet eens over de individuele cols, maar met de Aspin, Tourmalet en Aubisque staan er enkele ferme cols op het programma die hun naam in de wielerhistorie al lang en breed gevestigd hebben.
De start is – ironisch genoeg – in Lourdes, het grootste katholieke bedevaartsoord van Frankrijk. Heel het jaar komen pelgrims en spirituele reizigers van heinde en verre naar deze Pyreneeënstad om te bidden, te reflecteren en zich te laven aan het heilige bronwater, dat naar verluidt spirituele krachten bezit. Wellicht is het een idee voor de uitgemergelde renners in het peloton om voor de start hun bidons te vullen met dergelijk bronwater, om vervolgens uit de dood op te staan in aankomstplaats Laruns.
Vanuit Lourdes gaat het naar het eerste klimmetje van de dag. Toegegeven: de echte cols doen de renners nog niet aan, maar de Côte de Loucrup (1,8 km aan 7,2%) vormt wel het ideale jachtterrein voor de vluchters om iets op poten te zetten. Eenmaal op de top gaat het naar het plaatsje Bagnères De-Bigorre, dat bekend is als aankomstplaats van de Tour. De laatste keer dat La Grande Boucle hier halt hield was in 2013, toen Daniel Martin zijn Deense tegenstrever Jakob Fuglsang in een sprint-à-deux versloeg na een listige Pyreneeënrit over onder meer de Col de Menté, Col de Peyresourde en Col de Val Louron-Azet.
Na het doorkruisen van Bagnéres De-Bigorre gaat het via de Côte de Capvern-les-Bains (3,4 km aan 5,1%) naar de tussensprint in Sarrancolin. Niet lang hierna beginnen de renners aan de eerste serieuze col van de dag: de Col d’Aspin (12 km aan 6,5%). De Aspin is onlosmakelijk verbonden met de Tour: maar liefst 73 (!) keer reed de Tourkaravaan eerder naar de top van deze beklimming. Octave Lapize had in 1910 de primeur om als eerste boven te komen, terwijl Stephen Cummings (in 2016) de voorlopige rij sluit. Gek genoeg is er nog nooit gefinisht op de Aspin. De organisatie koos vaak voor in de buurt liggende aankomstplaatsen als Luchon, Pau en Saint-Gaudens.
Net als de 73 voorgaande keren, ligt ook nu de finish niet op de Aspin. In plaats daarvan gaat het via een snelle afdaling naar Sainte-Marie-de-Campan. Juist: de plek waar Eugene Christophe in 1913 zijn fiets moest repareren, nadat zijn voorvork brak net voor de top van de Tourmalet. Christophe – op dat moment de fiere leider van de Tour – moest veertien kilometer lopen, alvorens hij in Sainte-Marie-de-Campan bij een smid zijn fiets kon herstellen. Hij kon het ros van Christophe repareren, maar zijn kansen waren definitief in rook opgegaan. Eugene Christophe zou uiteindelijk nooit de Tour de France winnen.
Vanuit Sainte-Marie-de-Campan gaat het naar de top van een andere veel gebruikte Pyreneeënreus: de Col du Tourmalet. Waar de Aspin 73 keer is beklommen, doet de Tourmalet het nog beter met maar liefst 82 episodes. De eerste renner die de top bereikte was – net als bij de Aspin – Octave Lapize in 1910. De Fransman – die dat jaar ook de Tour won – is voor eeuwig verbonden aan de Tourmalet door een onthuld monument op de top. Na Lapize wisten klimgeiten als Julio Jiménez (de Spanjaard deed het zelfs viermaal), Lucien Van Impe, Robert Millar, Richard Virenque en Andy Schleck als eerste de top te ronden. De Tourmalet is dan ook een klim voor lichtgewichten. Na vijf gemakkelijke kilometers schieten de percentages de hoogte in. In de laatste elf kilometer zakt het gemiddelde niet meer onder de acht procent.
De vraag is echter of er al vuurwerk zal komen op de Tourmalet, want de top ligt op 92,5 kilometer van de streep. Wat ook niet meehelpt is dat er na een twintig kilometer lange, bij momenten zeer technische, afdaling een vallei is van goed vijftien kilometer. Al kan dit ook weer een interessant tactisch steekspel opleveren, mits de klassementsrenners ploegmakkers laten terugzakken vanuit de kopgroep. Mochten de favorieten hun kruit echter droog houden, dan doen ze dit vanwege de tweetrapsraket Col des Bordères-Col d’Aubisque, die begint op goed vijftig kilometer van de streep.
Net voor het plaatsje Argelès Gazost begint het gevoelig omhoog te lopen, als een aanzwellend crescendo naar de vrij onbekende Col des Bordères. Deze bijna negen kilometer lange beklimming is vooral onregelmatig, vandaar het zachte gemiddelde van 5,8%. De laatste twee kilometers – 9% gemiddeld, maximaal 16% – zijn namelijk erg lastig. Wellicht kunnen deze tweeduizend meter dienen als springplank naar de voet van de Aubisque. Want na een korte afdaling beginnen de renners aan het eerste gedeelte van de Aubisque, ook wel bekend als de Col du Soulor. De Aubisque is net als de Aspin en de Tourmalet een gouwe ouwe: de Tour zal vrijdag voor de 72e keer de top ronden. Wie klimt zich in de voetsporen van Fausto Coppi, Charly Gaul, Federico Bahamontes, Eddy Merckx en Hennie Kuiper, zomaar een greep uit het indrukwekkende rijtje renners die ooit als eerste bovenkwamen?
De Aubisque vanuit deze zijde – omgeven door een schitterende natuur met het nodige groen – is zeker niet de meest lastige beklimming. Toch mogen we vuurwerk verwachten op de Col du Soulor, want zeven kilometer aan 8% is niet van de poes. Na een kort stukje bergaf gaat het vervolgens vijf kilometer aan zachte percentages (maximaal 5%) bergop, om de laatste drieduizend meter af te werken aan 7%. De laatste keer dat de Tour finishte op de Aubisque was in 2007, toen Michael Rasmussen zijn dominantie in de verf zette met een indrukwekkende solozege. Niet wetende dat hij nog diezelfde avond uit de Tour zou verdwijnen. Vergis u echter niet: toen werd de lastige kant van de Aubisque beklommen vanuit Pont Lauguère.
Eenmaal de top van de Aubisque bereikt, is het nog twintig kilometer naar de finish in Laruns. De eerste zeventien kilometer verlopen in dalende lijn. Mochten de renners het verschil bergop niet kunnen maken, dan kan het nog in de ultieme afzink van deze Tour. Hoe de afdaling eruit ziet? Snel, op goed geasfalteerde wegen en met schitterende vergezichten. De renners zullen weinig notie hebben voor het natuurlijk schoon. Zij moeten zich vooral focussen op de volgende haarspeldbocht, die in het begin van de afdaling opdoemen. Op goed drie kilometer van de streep komen de renners beneden, waarna er nog drieduizend relatief vlakke meters wachten. Welke klassementsrenners weten in extremis nog tijd te pakken, voor de allesbeslissende tijdrit van zaterdag?
Start: 12:15
Finish: 17:32-18:11
Favorieten
Diep in de laatste Tourweek hebben we inmiddels een goed beeld kunnen krijgen wie de sterkste klimmers bergop zijn. Een loodzware bergetappe met twee cols van de buitencategorie moet de uitdagers van geletruidrager Geraint Thomas nog één keer naar grote hoogte stuwen. De meeste renners zitten na drie zware weken op hun tandvlees, maar wie durft er in de afdaling afdaling van de Aubisque nog grote risico’s te nemen?
Geraint Thomas is deze Tour tot dusver de sterkste renner gebleken. De Britse leider in het klassement is inmiddels gebombardeerd tot kopman bij Sky. Nergens liet hij tijd liggen en waar hij mogelijkheden zag, koos hij de aanval. Hij won de Alpenritten naar La Rosière en Alpe d’Huez en pakte ook in de rit naar Saint-Lary-Soulan tijd op zijn concurrenten. Wanneer de Welshman ook deze test doorstaat, is de kans zeer groot dat hij het geel meeneemt naar Parijs.
Tom Dumoulin zal daar een stokje voor willen steken. De Limburger vormt het levende bewijs dat het mogelijk is om de Giro d’Italia en Tour in één jaar te combineren. De ambitieuze kopman van Sunweb neemt echter geen genoegen met een tweede plaats. Hij heeft de tijdrit van zaterdag nog in het vooruitzicht. Maar met de wetenschap dat ook zijn concurrenten een degelijke rit tegen de klok kunnen rijden, zal hij ook hier een poging wagen om zijn positie te verbeteren. Hoewel hij zelf slechts nog een kleine kans ziet op de Tour-zege, liet hij in Italië zien alles op alles te zetten om zijn concurrentie toch op de pijnbank te leggen.
Chris Froome kraakte op weg naar Saint-Lary-Soulan, maar de recente geschiedenis leert dat de concurrentie de viervoudig Tourwinnaar niet te vroeg mag afgeschreven. Zijn monstervlucht in de negentiende rit van de Giro ligt immers nog vers in het geheugen. Het ligt niet in de lijn der verwachtingen dat hij ploegmaat en geletruidrager Thomas vrijdag gaat aanvallen, maar een scenario waarin Froome kan profiteren behoort desondanks tot de mogelijkheden. Eerst moet blijken dat zijn slechte dag van woensdag een teken aan de wand was, of dat het om een momentopname ging. Tactisch gezien is Froome een interessante pion.
Voor de klimmers van Movistar ligt er hier een laatste kans om iets aan het klassement te veranderen. Vooraf werd er veel verwacht van de ijzersterke ’tridente’, maar het is de Spanjaarden niet gelukt om hun stempel op deze Tour te drukken. Kopman Nairo Quintana viel in de eerste twee weken tegen, maar gaf woensdag met een zege in de laatste aankomst bergop zijn Tour nog een beetje glans. De Adelaar van de Andes kent traditioneel een sterke derde week en de gevleugelde klimmer zal zijn vijfde plek in het algemeen klassement willen verbeteren, al kwam hij donderdag ten val. Indien Mikel Landa en Alejandro Valverde zich in de frontlinie handhaven, kan de Spaanse formatie een interessant tactisch spel presenteren.
Naast het sterke Movistar-blok, is er met LottoNL-Jumbo nog een ploeg die aan kop van de wedstrijd meerdere troeven uit kan spelen. De Nederlandse formatie – dat volgens eigen zeggen werkt met het op een na laagste budget in de WorldTour – gaat het slot van de Tour in met twee renners bij de beste tien. Primož Roglič heeft uitzicht op een podiumplek en toonde zijn aanvalslust al in de finale van de vorige bergrit. Ook Steven Kruijswijk staat er met een zesde plek in het algemeen klassement goed voor. Kiest de geel-zwarte formatie voor de aanval, of gaat het met het oog op de tijdrit consolideren? Ook Daniel Martin is een renner om rekening mee te houden. Hij won al een rit op Mûr-de-Bretagne en beloonde een aanval in de rit naar Saint-Lary-Soulan met een tweede plek. Hij toonde zich daarmee een van de sterkste klimmers van deze Tour.
Outsiders
Gezien de zwaarte van de rit, is het goed mogelijk dat een groep vroege vluchters een vrijgeleide krijgt. Wanneer we het hebben over aanvallers, komen we deze Tour al snel bij de Fransen uit. Voor Julian Alaphilippe lijkt deze rit iets te zwaar. Wellicht dat Warren Barguil in de jacht op de bollen hier ten aanval trekt. Of gaan Lilian Calmejane en good-old Sylvain Cavanel nog een keer mee in de aanval? Bij Cofidis lijkt Nicolas Edet de aangewezen man om in het offensief te trekken. Romain Bardet staat in het klassement op ruim vijf minuten van leider Thomas, waardoor hij wellicht ruimte krijgt om iets te ondernemen. In de tweede Pyreneeënrit kende de nummer drie van vorig jaar echter een off-day, waardoor het de vraag is hoe het met zijn vorm gesteld is.
Namens BORA-hansgrohe is voormalig bergkoning Rafał Majka een gevaarlijke outsider, al kwam hij in de rit van woensdag toch tekort. Adam Yates zal na zijn ongelukkige val in de rit naar Bagnères-de-Luchon jagen op sportief eerherstel. Bij Bahrain Merida is het uitkijken naar pocketklimmer Domenico Pozzovivo en de gebroeders Ion en Gorka Izagirre. Astana beschikt naast kopman Jakob Fuglsang over ritwinnaar Omar Fraile. Ook Michael Valgren is een renner om rekening mee te houden, mocht een groep vluchters het mogen uitvechten. Wellicht dat ook de in vorm verkerende Antwan Tolhoek (LottoNL-Jumbo) en David Gaudu zich kunnen mengen in de debatten. De piepjonge Fransman van Groupama-FDJ maakt een sterke indruk tot op heden.
Namens EF Eduction First kan de talentvolle klimbelofte Daniel Felipe Martínez meedoen om de overwinning. Ook ploeggenoot Pierre Rolland trok al meerdere malen ten aanval. Namens BMC zal Damiano Caruso willen proberen mee te zitten. Voor de Belgen is het namens Lotto Soudal uitkijken naar meesterontsnapper Thomas De Gendt. Bij Trek-Segafredo geldt de aanvalslustige Julien Bernard als de man in vorm, maar deze rit lijkt op papier voor hem iets te zwaar. Deze laatste bergrit is daarom eerder iets voor Bauke Mollema, die na het wegvallen van zijn klassement gretig op zoek is naar een ritzege.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Geraint Thomas
*** Tom Dumoulin, Primož Roglič
** Nairo Quintana, Chris Froome, Daniel Martin
* Mikel Landa, Alejandro Valverde, Steven Kruijswijk, Romain Bardet
[poll id=”891″]
Weer en TV
Deze laatste bergrit kunnen de renners zich opmaken voor een warme dag. Bij de start in Lourdes is het rond de 25° Celsius. De wind komt onderweg uit het noord-oosten en heeft windkracht twee. Op de top van de Tourmalet zal het ‘afkoelen’ tot ongeveer twintig graden. Aankomstplaats Laruns tikt het kwik de 28° Celsius aan, al ligt de gevoelstemperatuur rond de 35 graden.
Eurosport begint om 12.00 uur met de uitzending en zal de etappe van start tot finish uitzenden. Sporza en NPO starten om 14.10 uur.
Dat vind ik al met al wel meevallen. Hij is een paar keer op het einde weggereden uit de groep. Logisch op zich, maar aanvallend vind ik hem helemaal niet.
Jammer dat Dumoulin te ver staat op Thomas. Het had anders zaterdag nog spannend kunnen worden. Of doet Thomas een Pinootje (of Yatesje)? Ik hoop ook dat Roglic zich handhaaft en dan zaterdag Froome in de tijdrit voorbij gaat.
Hij mag het van zich zelf, alles of niets.
Als alles bij elkaar blijft pakt Roglic hem.
Roglic wint in 2019 de Tour, en nog vele jaren daarna. ( dat is tevens de terechte doodsteek van het jeugdwielrennen, ga maar lekker bmx en)
Zeven jaar geleden ging Thomas trouwens twee keer op zijn mühl in de Tourmaletrit maar kwam hij er wel als tweede boven, die klim ligt hem wel.
Dit is een doemscenario waar ik uiteraard niet op zit te wachten maar dat helaas wel realistisch is. Wat Tom zelf kan doen? Hij is een uitstekende daler gebleken. Als hij Thomas in de laatste afdaling kan lossen, kan hij op zijn minst nog belangrijke seconden pakken. Maar er zullen altijd wel andere Sky-renners zijn die Thomas mee op sleeptouw nemen. Ik zie dit plan daarom niet werken.
Dumoulin zal en moet een pact met Lotto-Jumbo aangaan. Met Tolhoek en Gesink hebben zij in ieder geval wel pionnen die een gat kunnen dichtrijden. Verder zou ik het zo snel niet weten.
Drieduizend meter of drie kilometer komt dichter in de buurt.
Dit is een doemscenario waar ik uiteraard niet op zit te wachten maar dat helaas wel realistisch is
Wij hebben echt verschillende definities van realistisch... De kans op zo'n specifiek scenario is uitermate klein. Bovendien denk ik dat TLJ dat niet wil met het oog op Roglic zijn podiumplek.