Tour 2022: Voorbeschouwing etappe 13 naar Saint-Étienne
Een dag na de koninginnenrit naar Alpe d’Huez, verlaat het peloton de bergen. Het is tijd voor een echte overgangsetappe. Grote kans dat een vroege vlucht het mag uitvechten in Saint-Étienne, al moeten de (sterkere) sprinters niet bij voorbaat afgeschreven worden. Kortom: het kan vele kanten op in de dertiende etappe van de Tour. WielerFlits blikt vooruit!
Parcours
Vanuit Le Bourg-d’Oisans volgen de renners in het begin van de rit de rivier de Romanche, dwars door het prachtige Alpenlandschap van het departement Isère. De route gaat in westelijke richting stroomafwaarts naar Grenoble, de geboorteplaats van AG2R Citroën-renner Nans Peters. In het verleden was Grenoble al 41 keer start- of finishplaats van de Tour. De laatste keer was in coronajaar 2020, toen de rit met aankomst op de Col de la Loze in de Hoofdstad van de Alpen van start ging.
Na een passage door het stadscentrum gaat de rit verder in noordwestelijke richting. Er staan in de dertiende etappe drie gecategoriseerde beklimmingen op het programma, die netjes verspreid over het parcours liggen. Na de Côte de Brié (2,4 km aan 6,9%) volgen de Col de Parménie (5,1 km aan 6,6%) en de Côte de Saint-Romain-en-Gal (6,6 km aan 4,5%), en op slechts tien kilometer van het einde de Côte de Sorbiers (1,9 km aan 4,4%) maar die is niet gecategoriseerd.
Het gaat de opeenvolging van korte beklimmingen zijn die deze etappe lastig maakt, want niet alleen de Sorbiers is een ongecategoriseerde heuvel in deze etappe. Er zijn er meer van over de gehele etappe. In het peloton zal de grote vraag zijn wie wil controleren. Wanneer een omvangrijke kopgroep ten aanval trekt, zal de voorsprong onder controle houden een lastig karwei worden.
Wellicht dat de sprintersploegen een duit in het zakje willen steken, want in Saint-Étienne ligt ook een kans voor de sprinters. De Côte de Sorbiers, de laatste serieuze heuvel op tien kilometer van de finish, is kort en niet bepaald steil. Een sprinter in topvorm moet dit kunnen overleven. Voor springveren als Wout van Aert, Michael Matthews en Peter Sagan is de waarschijnlijk niet lastig genoeg om het verschil te maken, wat weer een extra voordeel is voor de sprinters.
Wie een massasprint wil voorkomen zal dus niet moeten wachten tot de finale. In 2019 won Thomas de Gendt de achtste Tourrit die op exact dezelfde locatie finishte. Hij trok al in de eerste kilometer te aanval, kreeg een aantal medevluchters mee, maar bleek in het slot van de heuvelrit voor alles en iedereen te sterk.
De finishlijn zal liggen op de Rue Claude Verney Carron, ter hoogte van het voetbalstadion Geoffroy-Guichard. Hier speelt voetbalclub AS Saint-Étienne haar thuiswedstrijden. De kleur van het thuistenue zal bij de sprinters wel in de smaak vallen. Ze spelen namelijk in het felgroen. De bijnaam van de club is dan ook Le Verts (De Groenen).
Overigens is finishplaats Saint-Étienne historische grond voor wielrennen in Frankrijk. De allereerste Franse fiets werd hier in het jaar 1886 in elkaar gezet.
Officieuze start: 13.05 uur
Officiële start: 13.20 uur
Finish: tussen 17.25 en 17.50 uur
Afstand: 192,6 kilometer
Tijdschema belangrijke passages:
Passage Côte de Brié: tussen 14.00 en 14.05 uur
Passage Côte de Parménie: tussen 15.00 en 15.10 uur
Tussensprint La Côte-Saint-André: tussen 15.30 en 15.45 uur
Passage Côte de Saint-Romain-en-Gal: tussen 16.30 en 16.45 uur
Favorieten
De sprinters hoeven hun snelle benen deze Tour maar zelden aan te spreken. De rit naar Saint-Étienne lijkt op het eerste gezicht wel kansen te bieden, maar er zijn verschillende factoren die een massasprint minder waarschijnlijk maken. Allereerst, de plek in het rittenschema. De renners hebben net twee loodzware Alpenritten achter de rug. Vooral de pure sprinters zullen ’s ochtends ontwaken met flink wat pijn in de benen, waardoor ze wellicht opteren voor een snipperdag.
Mocht de etappe biljartvlak zijn, dan zouden ze zich hier wel over heen kunnen zetten, maar de route naar Saint-Étienne kent het nodige reliëf. Zelfs met frisse benen zouden de sprinters hier niet allemaal overleven. Bovendien zal de route avonturiers aansporen om het te proberen. En als maar genoeg potentiële vluchters inderdaad een poging wagen, dan is het waarschijnlijk dat één van hen het haalt. Hoe groter de kopgroep, hoe groter de kans op succes. Een selffulfilling-prophecy.
BikeExchange-Jayco en Quick-Step Alpha Vinyl, de ploegen van Dylan Groenewegen en Fabio Jakobsen, zouden er evenwel voor kunnen kiezen om de boel te controleren. Tenslotte hebben ze de rapste mannen van het peloton in huis. Maar in de wetenschap dat de twee Nederlanders misschien niet overleven, kunnen beide ploegen ook andere kaarten spelen. Quick-Step Alpha Vinyl heeft meerdere mannen die het af zouden kunnen maken vanuit de kopgroep.
Yves Lampaert bijvoorbeeld, de winnaar van de openingstijdrit in Kopenhagen. Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden, maar de Belg zal zijn goede benen van twee weken geleden nog niet kwijt zijn. Schrijf hem maar op, als het inderdaad een dag voor de vluchters wordt. Mattia Cattaneo – al veelvuldig in de aanval deze ronde – zal het wellicht ook opnieuw proberen.
Bij BikeExchange-Jayco beschikken ze dan weer over Michael Matthews, die het vanuit een uitgedund peloton of vluchtersgroep af zou kunnen maken. Dat laatste heeft waarschijnlijk de voorkeur, omdat de Australiër op die manier Wout van Aert kan ontlopen. In Lausanne kreeg Matthews klop van de alleskunner van Jumbo-Visma. Nog een reden voor BikeExchange-Jayco om het pak niet bij elkaar te houden.
Zijn naam is gevallen: Wout van Aert. Wat kan en – vooral – mag hij deze rit? Zijn groene trui is al bijna binnen, maar wie weet wil hij zijn voorsprong nog wat verder uitbreiden. Dat kan door te winnen in de sprint van het peloton – groot of klein -, als ook door in de openingsfase mee te springen met de kopgroep. Dat laatste hoeft niet direct tegen de ploegbelangen in te gaan. Als Van Aert in de vlucht zit, kan hij van daaruit het geel van Jonas Vingegaard controleren. En in deze fase van de Tour, nu de Alpen al achter de rug zijn, staan de meeste renners op een dermate grote achterstand dat ze überhaupt geen gevaar meer vormen.
Wie zou Van Aert allemaal nog meer tegen kunnen komen in zo’n kopgroep? In ieder geval Taco van der Hoorn. De Nederlander weet precies op welke dagen de ontsnapping kans maakt en zal ook deze etappe zeker hebben aangekruist. Niet té lastig, maar zwaar om het peloton te foppen, of gewoonweg een vrijgeleide te krijgen. Met de vorm van de vluchtspecialist van Intermarché-Wanty-Gobert zit het in ieder geval goed, zo bewees hij in de Roubaix-rit naar Wallers-Arenberg.
Achter Simon Clarke – ook zeker opschrijven – eindigde hij daar als tweede. Het minimale verschil waarmee Van der Hoorn toen geklopt werd, zal zijn honger naar een etappezege alleen maar vergroot hebben.
Waar Van der Hoorn in rit vijf nipt tekort kwam, was Magnus Cort in etappe tien met een banddikte verschil de winnaar. De Deen drukte zijn wiel net wat eerder over de streep dan Nick Schultz, nog zo’n outsider voor vrijdag. Cort kende tot dan toe sowieso al een succesvolle Tour: in de eerste week kleurde hij de koers door, in eigen land, de bolletjestrui te bemachtigen en urenlang voor het peloton uit te rijden. Eenmaal op dreef, gaat de renner van EF Education-EasyPost doorgaans op hetzelfde plan door. Zo won hij vorig jaar drie ritten in de Ronde van Spanje. Met twee in de Tour zal hij ook tevreden terugkeren naar Denemarken.
In dat land zal Andreas Kron (Lotto Soudal) met alle egards ontvangen worden, als hij een Tourrit weet te winnen. Misschien lukt het hem vrijdag. In Lausanne liet hij alleszins zien over de juiste benen te beschikken. Op de lastige aankomst eindigde hij als vierde, achter niet de minsten: Wout van Aert, Michael Matthews en Tadej Pogačar. Voor Peter Sagan is een vierde plaats voorlopig ook zijn beste klassering in deze Tour.
De Slowaak werd daarnaast nog een keer vijfde en zesde. Degelijk – zeker na een aantal magere jaren -, maar de twaalfvoudig etappewinnaar in de Tour zal toch nog op wat meer hopen. In een overgangsrit als deze moet hij kunnen toeslaan. Dat kan bijvoorbeeld door sprint van een uitgedunde groep te winnen, zoals hij in het verleden veelvuldig deed, en wat hem onlangs ook nog lukte in de Ronde van Zwitserland. Maar ook meesluipen met een vlucht en van daaruit zegevieren, is een optie.
Jasper Philipsen zal waarschijnlijk gewoon gokken op een massasprint. Komt het daar op aan, dan hoeft de Belg in principe van niemand schrik te hebben. Hij wist nog nooit een etappe te winnen in de Ronde van Frankrijk, maar was er al wel meermaals dichtbij. En tegenover bijvoorbeeld Groenewegen en Jakobsen heeft hij het voordeel dat hij minder moeite heeft met heuvelachtig terrein. Hij beschikt zelfs over de kwaliteiten om zelf mee koers te maken. Wees dus niet verbaasd, als Philipsen in Saint-Étienne zijn Tourpalmares opent.
[cf_stars 4=”magnus-cort-nielsen” 3=”wout-van-aert,michael-matthews” 2=”taco-van-der-hoorn,peter-sagan,simon-clarke” 1=”dylan-groenewegen,fabio-jakobsen,jasper-philipsen,yves-lampaert”]
Weer en TV
De renners krijgen in de tweede Tourweek te maken met tropische temperaturen, zo meldt Weeronline. Ook vrijdag is het zomers heet. Bij de start in Le Bourg-d’Oisans schijnt de zon volop. Het blijft droog en het is al vrij snel tegen de 30 graden. Later op de middag verschijnen er af en toe wat wolkenvelden, maar verder blijft het droog, en vooral erg warm. In Saint-Étienne wordt het zo’n 31 graden, iets koeler dan de afgelopen dagen.
De dertiende etappe is vanaf 12.45 uur live te zien via de Eurosport Player, vijf minuten later schakelt ook Eurosport 1 in. Sporza (op Eén) en de NOS (NPO1) zijn erbij vanaf 14.20 uur. Ben je niet in de gelegenheid om naar de tv te kijken, dan hoef je in het liveblog van WielerFlits niets te missen van deze Alpenrit!
Om te reageren moet je ingelogd zijn.