Tour 2022: Voorbeschouwing op het parcours
foto: Cor Vos
donderdag 30 juni 2022 om 07:10

Tour 2022: Voorbeschouwing op het parcours

Met smart wacht iedere wielerliefhebber op de maand juli. De Tour de France is het hoogtepunt van de wielerzomer. Op het programma staan 21 dagen koers in vier verschillende landen, 61 beklimmingen, twee tijdritten en meer dan genoeg spektakel. Met een kasseienrit, La Planche des Belles Filles, de Col du Granon, Alpe d’Huez, Peyragudes en de Hautacam is er genoeg om te beleven. WielerFlits zet het parcours op een rij.

De Tour de France 2022 kort samengevat

flag-fr 21 etappes
flag-fr 3.228 kilometer
flag-dk Grand Départ in Kopenhagen
flag-fr Finish in Parijs
flag-fr Rustdagen op maandag 4 juli, maandag 11 juli, maandag 18 juli
flag-fr 2 tijdritten
flag-fr 53,9 tijdritkilometers
flag-fr 1 kasseienrit
flag-fr 19,4 kasseienkilometers
flag-fr 6 aankomsten bergop
flag-fr 3 etappes langer dan 200 kilometer
flag-fr 12 etappes tussen de 150 en 200 kilometer lang
flag-fr 22 beklimmingen van vierde categorie
flag-fr 16 beklimmingen van derde categorie
flag-fr 6 beklimmingen van tweede categorie
flag-fr 10 beklimmingen van eerste categorie
flag-fr 7 beklimmingen van buitencategorie


Deens drieluik

Boedapest, Kopenhagen en Utrecht zullen in de nabije toekomst het antwoord op menig quizvraag zijn. Naast dat het allemaal wereldsteden zijn waar je eens geweest moet zijn, zijn het ook de drie steden waar de grote wielerrondes in 2022 van start zijn gegaan. Kopenhagen ontvangt het Grand Départ van de Tour de France. Eigenlijk stond de start in de Deense hoofdstad gepland voor 2021, maar het EK voetbal gooide die zomer roet in het eten. Door de verplaatsing vanwege de coronacrisis moest Kopenhagen een keuze maken, want beide evenementen in dezelfde week… Dat ging niet.

In 2022 krijgt Kopenhagen een herkansing van Tourorganisatie ASO. Gestart wordt met een openingstijdrit van ruim 13 kilometer door het centrum van de stad, met onder meer een passage langs de Kleine Zeemeermin. Dit beeld is wereldberoemd in de stad en het hoofdpersonage uit het gelijknamige sprookje van Hans Christian Andersen. Al sinds 1913 staat De Kleine Zeemeermin op een rots in de haven van Kopenhagen; de renners passeren er op vier kilometer van de finish. Het parcours door de binnenstad is behoorlijk technisch, maar de mannen met tijdritpower kunnen er ook kun krachten kwijt.

De Storebaeltsbroen, in de finale van etappe 2 – foto: Sund & Bælt Holding A/S

De tweede etappe gaat zo’n veertig kilometer ten westen van Kopenhagen van start, in universiteitsstad Roskilde. Er wordt een grote lus verreden langs de kust van het eiland Sjaelland, met onder meer drie klimmetjes van vierde categorie en een tussensprint. Het grootste gevaar zit hem echter in de finale, als de renners over de 18 kilometer lange Storebaeltsbroen-brug rijden om in finishplaats Nyborg te komen. Staat op deze zaterdag wind? Dan kan het al meteen een waaierfestijn worden in de Tour, langs de kust en op de brug. De laatste drie kilometer in Nyborg zijn erg technisch.

Voor de derde etappe van de Tour trekt het peloton over het vasteland van Denemarken. Gestart wordt in Velje en en gefinisht in Sønderborg. Onderweg liggen drie klimmetjes van vierde categorie en ook een tussensprint. Er zijn weinig hoogtemeters, maar opnieuw kan de wind een grote rol gaan spelen. Bijna de hele rit trekt in zuidelijke richting. Een massasprint behoort zeker tot de mogelijkheden. De laatste 800 meter gaan rechtdoor in Sønderborg.

Van de kust naar de Vogezen en Zwitserland

Na een rustdag op maandag 4 juli, gaat de koers op dinsdag verder met de vierde etappe in het noorden van Frankrijk. Duinkerke ontvangt het Tourcircus voor een rit met aankomst in Calais. Onderweg liggen zes klimmetjes van de vierde categorie, waarvan de laatste ruim tien kilometer voor de finish. Worden daar nog sprinters overboord gegooid? Na de mogelijke Deense waaiers, is het ook aan de Franse kust oppassen. De slotfase loopt 20 kilometer langs de zee en dat is altijd gevaarlijk. Zo niet, dan is het rijk voor de sprinters in Calais.

Etappe vijf is een echte kijktip, want op deze woensdag 6 juli gaat het peloton over de kasseien van Noord-Frankrijk. De rit leidt de renners van Lille naar Wallers-Arenberg, met op het menu maar liefst elf kasseistroken die goed zijn voor bijna twintig kilometer aan stenen. Vijf van die elf passages werden nooit eerder in een koers opgenomen, ook niet in Parijs-Roubaix. In de laatste 30 kilometer staan de stroken Erre à Wandignies, Warlaing à Brillon, Tilloy à Sars-et-Rosières, Bousignies à Millonfosse en Hasnon à Wallers gepland. Daarna is het nog zeven kilometer tot de finish, vlak voor het befaamde Bos van Wallers.

Pas op voor de kasseien van Parijs-Roubaix – foto: Cor Vos

De eerste finale die als heuvelachtig bestempeld mag worden, volgt tijdens etappe zes naar Longwy. De Tour maakt hier een uitstapje naar België, want de start is in Binche. Voor Intermarché-Wanty-Gobert een belangrijke rit, omdat het hoofdkwartier daar is gevestigd. De etappe gaat voornamelijk in zuidoostelijke richting naar het Franse Longwy, waar het venijn hem in de staart zit. In de laatste vijftien kilometer liggen vier klimmetjes, waarvan twee gecategoriseerd. Op vijf kilometer is de Côte de Pulventeux (800 meter aan 12,3%) een kuitenbijter, gevolgd door de klim naar de finish, de Côte des Religieuses (1,6 km aan 5,8%) in Longwy.

La Planche des Belles Filles is de eerste aankomst bergop in de Tour de France. Op deze klim wordt gefinisht in de zevende etappe, die van start gaat in Tomblaine. De karavaan zet vaart richting de Alpen en passeert daarbij dus de Vogezen. Onderweg liggen ook nog de Col de Grosse Pierre en de Col des Croix, maar dat zijn slechts voorgerechten. Net als in 2012, 2014, 2017, 2019 en 2020 ligt de finish bovenop La Planche des Belles Filles (7 km aan 8,7%). En net als in 2019 zoekt de Tour hier de loeisteile gravelstroken op, ná de top van de reguliere klim. Destijds won Dylan Teuns vanuit de ontsnapping op La Super Planche des Belles Filles.

De achtste etappe voert de renners van de Tour de France naar het vierde land. Na Denemarken, Frankrijk en België is nu ook Zwitserland aan de beurt. Vanuit Dole dolen de renners naar Lausanne, waar diverse internationale sportorganisaties hun hoofdlocatie hebben. Noem het een overgangsrit of een heuvelrit, want er staan de nodige hoogtemeters op het programma. De koers passeert onder meer het Meer van Genève en de finish ligt op een klim van 4,8 kilometer aan 4,6% in Lausanne. Op deze Côte du Stade Olympique zijn de steilste stroken zo’n 12%, dus het is iets voor de puncheurs.

De onverharde stroken van La Planche des Belles Filles – foto: Cor Vos

De eerste week wordt afgesloten met de negende etappe, van UCI-thuisplaats Aigle naar Châtel les Portes du Soleil. Dit mag met twee cols van de eerste categorie de eerste echte bergrit van deze Ronde van Frankrijk genoemd worden. Dit zijn in de laatste 70 kilometer de Col de la Croix (8,1 km aan 7,6%) en de Pas de Morgins (15,4 km aan 6,1%). Daarna is er nog een korte afdaling en een laatste stukje omhoog naar de aankomst in Châtel les Portes du Soleil. Een eerste serieuze test voor de klassementsrenners op de tweede zondag van de Tour; al is het ook een ideale kans voor vluchters.

Klimmen in de Alpen

Na de eerste rustdag is het opnieuw klimmen geblazen. De tiende etappe leidt de coureurs van Morzine naar Megève, met onderweg vier beklimmingen. De langste is de Montée de l’Altiport de Megève van liefst 19,2 kilometer aan een gemiddelde van 4,1%. Deze mag een tweetrapsraket genoemd worden, want de laatste zeven kilometer naar de landingsbaan van het vliegveld van Megève zijn een stuk steiler. De top van de klim ligt twee kilometer voor de finish, maar ook die laatste kilometers lopen fors omhoog. Een slechte dag kan je hier beter niet hebben hier in de Haute-Savoie.

Bernard Hinault en de Col du Granon, geen gelukkig huwelijk – foto: Cor Vos

De Alpen! Op woensdag 13 juni staat de eerste van twee Alpenetappes op het programma. Na de start in Albertville, waar dertig jaar geleden de Olympische Winterspelen werden gehouden, wacht een serieuze bergrit in etappe elf. Lacets de Montvernier is een opwarmertje voor de Col du Télégraphe (11,9 km aan 7,1%), die direct gevolgd wordt door de Col du Galibier (17,7 km aan 6,9%) van buitencategorie. Na een lange afdaling ligt de finish op de Col du Granon, een klim van 11,3 kilometer aan 9,2%. Hier kwam de Tour pas een keer eerder; in 1986 kreeg gele trui Bernard Hinault hier een inzinking van jewelste.

Niet voor niets doet het peloton doordeweeks de Alpen aan, de twaalfde etappe staat op donderdag 14 juli gepland. Quatorze Juillet, dus! Een koninginnenrit met aankomst op Alpe d’Huez, zeker een etappe om voor thuis te blijven. Gestart wordt in Briançon, waarna meteen begonnen wordt aan de Galibier. Die zat ook al in de rit naar de Granon. Vanaf deze kant is de klim echter 23 kilometer lang aan 5,1%. Een lange afdaling en een vallei later bereiken de renners de Col de la Croix de Fer (29 km aan 5,2%) van buitencategorie.

En dan wordt er gefinisht op de Hollandse berg, de fameuze Alpe d’Huez (13,8 km aan 8,1%). De laatste keer dat de Tour daar passeerde was in 2018, toen Steven Kruijswijk op weg leek naar ritwinst maar toch nog werd bijgehaald. Geraint Thomas won de rit uiteindelijk. Voor Nederlands succes op Alpe d’Huez, de klim met zijn 21 haarspeldbochten, moeten we terug naar 1989, toen Gert-Jan Theunisse er zegevierde.

Dumoulin vs. Thomas op Alpe d’Huez in 2018 – foto: Cor Vos

Krijgen de sprinters na twee Alpenetappes dan eindelijk een kans? In de dertiende etappe naar Saint-Étienne liggen kansen, maar ook meer dan genoeg hoogtemeters. Zie het als een overgangsetappe, met tussen Bourg d’Oisans en Saint-Étienne twee klimmetjes van derde categorie en eentje van de tweede. Ook de finale is allesbehalve vlak. Krijgen we een herhaling van het kunststukje van meestervluchter Thomas De Gendt in 2019 in deze finishplaats? Of weten de sprintersploegen het toch bij elkaar te houden?

Saint-Étienne is ook de startplaats van de veertiende etappe, die de koers in zuidelijke richting door het middengebergte voert naar Mende. Een grote kans voor de aanvallers, met onderweg vijf beklimmingen en nog meer ongecategoriseerde klimmetjes. Alle ogen zijn gericht op de slotklim, de Côte de la Croix-Neuve (2,9 km aan 10,5%). Op de top zijn we er nog niet, want de streep ligt anderhalve kilometer verder op de landingsbaan van het vliegveld van Mende. Wie treedt in de voetsporen van Steve Cummings en Omar Fraile?

Na al het spektakel in deze tweede week, wordt deze op zondag afgesloten met een venijnige vijftiende etappe van Rodez naar Carcassonne. Op het oog lijkt het kansrijk voor de sprinters, met onderweg slechts twee klimmen van derde categorie. De laatste klim, de Côte des Cammazes (5,1 km aan 4,1%), ligt een kleine vijftig kilometer voor de finish. Toch zal het kantje boord zijn, met ook aanvallers op de loer. In 2018 was vluchter Magnus Cort nog de beste in Carcassonne, vorig jaar won Mark Cavendish er een massasprint.

Helse en korte Pyreneeënritten

Inmiddels is de oversteek gemaakt naar de Pyreneeën. Die liggen aan de horizon. Na de derde en laatste rustdag in Carcassonne trekt de karavaan naar Foix, voor een overgangsrit in etappe zestien. Vroeg in de rit liggen twee klimmetjes, maar het echte werk begint op 65 kilometer van de meet. Dan volgen achtereenvolgens de Port de Lers (11,4 km aan 7%) en de Mur de Péguère (9,3 km aan 7,9%). Daarna is het nog 27 kilometer afdalen naar de finish in Foix. Reken maar dat de aanvallers deze rit allemaal omcirkeld hebben.

Romain Bardet won in 2017 op Peyragudes – foto: Cor Vos

Tourorganisator ASO heeft gekozen voor korte en explosieve etappes in de slotweek door de Pyreneeën. De zeventiende etappe start in Saint-Gaudens met ruim vijftig vlakke kilometers, maar daarna is het bal. De Col d’Aspin (12 km aan 6,5%), de Houquette d’Ancizan (8,2 km aan 5,1%) en de Col de Val Louron-Azet (10,7 km aan 6,8%) volgen binnen veertig kilometer van elkaar. Na die laatste klim wacht een korte afdaling en de eerste finish bergop in deze bergketen, namelijk bovenop skioord Peyragudes (8 km aan 7,8%). En dat allemaal in nog geen 130 kilometer.

De sprinters die de achttiende etappe van de Tour de France hebben gehaald, zullen voor de start nog even een bezoekje brengen aan bedevaartsoord Lourdes. Mogelijk zijn er nog wonderen nodig willen zij Parijs halen. Het is namelijk weer aan de mannen met de klimmersbenen. Opnieuw zijn de eerste pakweg zestig kilometer vlak, maar daarna staan de Col d’Aubisque (16,4 km aan 7,1%), de Col de Spandelles (10,3 km aan 8,3%) en de slotklim naar Hautacam (13,6 km aan 7,8%) op het programma. Er is geen meter vlak. Maar het is wel een etappe die veel historie huisvest. Bjarne Riis, Lance Armstrong, Juan José Cobo, Leonardo Piepoli… Allemaal namen die we verbinden aan de Hautacam. De laatste winnaar daar in de Tour? Vincenzo Nibali in 2014.

Hè hè, met nog drie etappes te gaan lijken de sprinters zich weer te mogen opmaken voor een koninklijke spurt. De negentiende etappe van Castelnau-Magnoac naar Cahors biedt daar de kans toe. De Pyreneeën laten de renners letterlijk achter zich. Maar laat je niet verrassen, want deze rit kent toch nog ruim 1.300 hoogtemeters, onder meer door twee klimmetjes op 52 en 35 kilometer van de finish. Zijn de sprintersploegen nog fit genoeg om een vluchtgroep terug te halen?

Tadej Pogačar in de laatste tijdrit van de Tour 2021 – foto: Cor Vos

Laatste verschillen in tijdrit van 40 kilometer

De klassementsrenners hebben genoeg kansen gehad om elkaar tijdverlies aan te smeren. Maar op de voorlaatste dag is er nog een uitgelezen mogelijkheid om verschillen te maken, in de individuele tijdrit van Lacapelle-Marival naar Rocamadour. De exacte lengte van deze onderneming is 40,7 kilometer, dus er kan met minuten gesmeten worden. En vlak is de tijdrit niet, met in de laatste vijf kilometer de Côte de Magès (1,6 km aan 4,7%) en de Côte de l’Hospitalet (1,5 km aan 7,8%). Verandert de gele trui hier nog van schouders? Voor tijdritspecialisten onder de klassementsrenners kan het een reden zijn om defensief te koersen, om dan in de chrono toe te slaan.

Het slot van de Tour de France is traditiegetrouw in Parijs. Er wordt even buiten het centrum gestart nabij het stadion waar in 2024 de olympische atletiekonderdelen worden gehouden. De renners maken een ommetje van ruim zestig kilometer. Met nog 56 kilometer te gaan draait het peloton de Champs-Élysées op. Daar wachten nog acht rondjes, die we inmiddels allemaal kennen. Wout van Aert helemaal, nadat hij vorig jaar de massasprint won in hartje Parijs. En bovenal, de slotdag van de Tour voor mannen, is het startsein voor de in ere herstelde Tour de France Femmes. Die ronde begint met twaalf rondes Champs-Élysées.


Alle etappeprofielen (1-21)

Vrijdag 1 juli, etappe 1: Kopenhagen – Kopenhagen (13,2 km, ITT)

Zaterdag 2 juli, etappe 2: Roskilde – Nyborg (202,2 km)

Zondag 3 juli, etappe 3: Velje – Sønderborg (182,0 km)

Maandag 4 juli, rustdag

Dinsdag 5 juli, etappe 4: Duinkerke – Calais (171,5 km)

Woensdag 6 juli, etappe 5: Lille – Arenberg Porte du Hainaut (153,7 km)

Donderdag 7 juli, etappe 6: Binche – Longwy (219,9 km)

Vrijdag 8 juli, etappe 7: Tomblaine – La Super Planche des Belles Filles (176,4 km)

Zaterdag 9 juli, etappe 8: Dole – Lausanne (186,3 km)

Zondag 10 juli, etappe 9: Aigle – Châtel Les Portes du Soleil (192,9 km)

Maandag 11 juli, rustdag

Dinsdag 12 juli, etappe 10: Morzine Les Portes du Soleil – Megève (148,1 km)

Woensdag 13 juli, etappe 11: Albertville – Col du Granon (151,7 km)

Donderdag 14 juli, etappe 12: Briançon – Alpe d’Huez (165,1 km)

Vrijdag 15 juli, etappe 13: Bourg d’Oisans – Saint-Étienne (192,6 km)

Zaterdag 16 juli, etappe 14: Saint-Étienne – Mende (192,5 km)

Zondag 17 juli, etappe 15: Rodez – Carcassonne (202,5 km)

Maandag 18 juli, rustdag

Dinsdag 19 juli, etappe 16: Carcassonne – Foix (178,5 km)

Woensdag 20 juli, etappe 17: Saint-Gaudens – Peyragudes (129,7 km)

Donderdag 21 juli, etappe 18: Lourdes – Hautacam (143,2 km)

Vrijdag 22 juli, etappe 19: Castelnau-Magnoac – Cahors (188,3 km)

Zaterdag 23 juli, etappe 20: Lacapelle-Marival – Rocamadour (40,7 km, ITT)

Zondag 24 juli, etappe 21: Parijs – Parijs (115,6 km)


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.