We hebben een nieuwe leider in het bergklassement van de Tour de France. Richard Carapaz slaagde er vrijdag tijdens de negentiende etappe naar Isola 2000 in om heel wat bergpunten te verzamelen en wist zo Tadej Pogacar af te lossen als bergkoning. Alleen: de Ecuadoraan zal zaterdag nog alles uit de kast moeten halen om de trui veilig te stellen.

Carapaz begon de dag nog als de nummer vijf in het bergklassement. De (nu nog) regerend olympisch kampioen van EF Education-EasyPost slaagde er in de eerste achttien ritten van de Ronde van Frankrijk in om 37 bergpunten op te strijken. Dat was nog altijd veertig punten minder dan Tadej Pogacar, die sinds de elfde etappe naar Le Lioran aan de leiding stond in het nevenklassement.

Maar vandaag zagen we dus een wisseling van de wacht. Carapaz wist namelijk mee te sluipen in de ontsnapping van de dag en deed op de eerste twee Alpencols uitstekende zaken in de strijd om de bergtrui. Op de Col de Vars en Cime de la Bonette – twee beklimmingen van de buitencategorie – kwam de 31-jarige berggeit als eerste boven en mocht zo liefst zestig punten op zijn conto bijschrijven.

En dat was nog niet alles, want Carapaz kwam aan het einde van de rit ook nog als vierde boven op de slotklim naar Isola 2000 en dit leverde hem nog eens vier bergpunten op, waardoor hij nu aan de leiding gaat met 101 punten.

• 

  19 jul

  Lees ook Tour 2024: Richard Carapaz komt als eerste boven op hoogste punt van de ronde

  19 jul

Een tweestrijd om de bollentrui?
Het verschil met Pogacar, die nu tweede staat, is wel nog altijd maar 14 punten. Met andere woorden: Carapaz zal morgen nog zijn best moeten doen in de lastige bergrit van Nice naar de Col de la Couillole, in de wetenschap dat er morgen nog 35 punten worden uitgedeeld. Op de toppen van de Col de Turini, Col de la Colmiane en Col de la Couillole zijn telkens maximaal tien punten op te rapen, op de flanken van de Col de Braus vijf punten.

Mochten de verschillen na de voorlaatste rit nog altijd speelbaar zijn, dan moet de slottijdrit van Monaco naar Nice de doorslag geven. In deze individuele beproeving tegen de klok van 33,7 kilometer volgt er met La Turbie namelijk nog een laatste beklimming van tweede categorie. Op de top van deze klim worden er nog punten uitgedeeld (5, 3, 2 en 1) aan de renners met de vier snelste klimtijden.